We waren gistermiddag in de Deventer Schouwburg. De ‘soos’, waarvan wij lid zijn en die speciaal leuke dingen organiseert, die geschikt zijn voor mensen met een visuele beperking, op z’n Deventers “Kiek uut” geheten, bood ons tegen zeer gereduceerde prijs een geweldig concert aan, dat gegeven werd door de Marinierskapel der Koninklijke Marine, zoals ze op z’n zondags heten, samen met de Dutch Swing College Band. We hebben genoten, want het swingde de pan uit. Wat een muzikanten allemaal!
Ik hou erg van ‘korpsen’, blazers dus. Ben zelfs met een blazerd getrouwd, dus kun je nagaan. En die Dutch Swing College Band kennen we al zo lang, dat we al die inmiddels overleden bandleden nog levend hebben gezien. Maar wat er nu stond zag er gezond uit. Bob Kaper, de bandleider/klarinettist, heeft er, denk ik, als enige ook nog veel gekend. Maar aan de klank is niks veranderd, hoor!
En wat een combinatie met dat geweldige orkest van standen en rangen. Leuke spraakzame dirigent ook. Vertelde, dat ie in Deventer was geboren en dus weer even ‘thuis’ was. Kreeg hij applaus voor ook. Er kwam een mevrouw het toneel op om te vertellen dat de zaal vol zat met leden van de Zestig Plus-vereniging, die z’n jubileum vierde en dit concert was dus het cadeautje aan de leden. Klap, klap, klap natuurlijk en zelf kreeg ze bloemen. De voorzitster dus kennelijk. Als je geen Deventer zestigplusser bent ken je haar natuurlijk niet.
We vonden het grijsgehalte ook al wat hoog, maar ja, daar dragen wij zelf ook aan bij, dus waar heb je het dan over? Grappig was, dat na de pauze een echtpaar voor onze rij z’n zitplaats weer wou innemen, maar de man niet precies meer wist wáár. Z’n vrouw zei: “Je zat naast die grijze meneer!” “Wèlke?” vroeg ie…..
Maar de muziek was weergaloos en we gaan op zoek naar de cd, die ze gemaakt hebben met z’n allen. Uiteraard verkochten ze die in de schouwburg ook wel, maar met een zaal van 700 man was er een beetje moeilijk bij in de buurt te komen. Bij je jas na afloop ook, want volgens een naast mij staande wachtende mevrouw was de schouwburggarderobe, waar zij als vrijwilligster wel eens meehielp, een crime. “Het is zwaar werk!”, zei ze.Ze vond het in Apeldoorn beter. “Hier hangt alles driedubbel over mekaar heen! En ze doen d’r niks aan!” Garderobeleed. Iedereen wil naar huis.
Wij hebben van ‘onze’ soosleden trouwens niemand meer gezien. En toen ik in een rustig hoekje mijn zoon stond te ‘appen’ of ie ons even op kon halen, stond hij al naast ons! “Ach ja” zei hij “ik dacht: ik ga die kant maar vast op, het regent zo…..” Zo’n jongen is het, type mantelzorg…..
Jenni
januari 26, 2016 at 2:47pmMisschien wil je zoon volgende keer dan bij die Deventer schouwburggarderobe staan? Als mantelzorger zijnde?