Vanmorgen viel mijn kloris met de deur in huis. Letterlijk. Hij dacht al binnen te zijn, toen ie van buiten kwam, maar de drempel zat er nog tussen. Hij viel op z’n knieën op de deurmat. “Ach,” zei hij “ik heb je altijd al eens ’n keer ten huwelijk willen vragen!”
Hij had zich niet bezeerd en had de deurpost om zich weer overeind te hijsen. Romantisch, hè…..?
Als je dat woord opschrijft en terugleest is het eigenlijk een begrip, dat je normale verstand te boven gaat. Ook je intelligentie, als je denkt die te bezitten, kan er weinig mee. Die dag vrij, 40 dagen na Pasen en 10 dagen voor Pinksteren, is welkom natuurlijk. Maar voor het ‘waarom’ heb je geloof nodig. En dat is nou net waar het mij aan ontbreekt.
Er is genoeg christelijk over geschreven en gepraat, maar mij helpt dat niet. Sinds ik jaren geleden een revalidatiecliënt op mijn werk een “fijne hemelvaartsdag” heb gewenst en de man op die dag inderdaad ging hemelen, weet ik het al helemaal niet meer. Het zal wel toeval zijn geweest, maar toch.
Dan vind ik, wat ik las over ‘dauwtrappen’ veel leuker en begrijpelijker. Op hemelvaartsdag stonden de mensen bij het vroege ochtendgloren op en dansten blootsvoets op het bedauwde gras. Om het voorjaar en de zomer te vieren, neem ik aan. In gedachten zie ik ze dat doen. Daar schijnt dat woord dauwtrappen vandaan te komen. Dan vaart er niemand ten hemel.
Het Eurovisie Songfestival heeft niet mijn voorkeur als ik een televisieprogramma wil volgen, maar je kunt er natuurlijk niet omheen als een Nederlander kans heeft om het te winnen. Ik heb er dus flardjes van gezien en de puntentelling. Het is net als met een voetbalwedstrijd: al heb je niks met voetbal dan wil je toch wel weten hoe het loopt met je nationale elftal. Ik heb meer met voetbal dan met een songfestival, maar dat is toeval.
Weet je, ik vind er tegenwoordig zo weinig ‘song’ in zitten. Lawaai, vreemde effecten, gekke uitdossingen en grimassen des te meer. Dat heeft in mijn beleving weinig met muziek te maken. Daarom vind ik het niet vreemd, dat zo’n jongen als Duncan dan wint. Hoewel ik het liedje niet meer kan nazingen. Ik sla het niet op, de muziek van nu. Maar dat heb ik met zogenaamde moderne klassieke muziek ook, hoor. Dus dat ligt aan mij. Vanaf een bepaalde periode wordt het me te moeilijk om te volgen.
Maar leuk is het natuurlijk wel, dat ie gewonnen heeft, Duncan. Het lijkt me een aardige knul. Ziet er goed uit en hij heeft zijn song zelf gemaakt, dat is ook noemenswaardig. De ‘vakjury’ zette hem op de zesde plaats, geloof ik, maar ‘het publiek’ stemde hem naar de eerste plek.
Nou, dat wordt dus volgend jaar een Nederlands feestje. Halsema wil het wel in Amsterdam hebben, maar onder het mom dat niet álles in de Randstad hoeft, hebben o.a. Maastricht en Leeuwarden gezegd, dat het bij hun ook best kan. Leeuwarden voert als lokkertje aan dat ze nèt een leuke, nieuwe burgemeester hebben! Dat je het maar weet. We zien het wel. Het gaat in ieder geval véél geld kosten. Rutte zegt: geen belastinggeld. Dat moet nog blijken natuurlijk.
Wat Duncan zei, toen ie gewonnen had, dat de muziek op de eerste plaats komt, vond ik wel mooi. Of dat bij de organisatie van een “Song”-festival zo is, vraag ik me af, maar dat is mijn wantrouwende inborst…..
‘k Heb een pruimenboom gekocht. Zoon Niels heeft ‘m voor me ingegraven. Het leek ons wel leuk om een fruitboompje in de tuin te hebben. Hij wordt niet zo groot dus een ladder zullen we niet nodig hebben voor de pluk. Als ie tenminste zo vriendelijk is om, in september of zo, ook pruimpjes te leveren natuurlijk. We wachten af.
En ik heb met moederdag, behalve allerlei mooi bloemerigs in natura, ook nog een leuke Intratuincadeaupas gekregen dus wie weet komt er nóg wel iets vruchtdragends in ons tuintje. Het hoeft hier geen boomgaard te worden, maar vruchtgebruik lijkt me toch aardig.
We hebben zondag weer iedereen van ons nageslacht gezien en dat was gezellig. Als er afscheid genomen wordt zeggen we vaak : “Nou, tot in de pruimentijd!” Met name als we niet precies weten wanneer we elkaar weer zullen zien. Met oma’s pruimenboom in de tuin heeft dat nu wel een extra dimensie. Als ze maar niet wachten tot september, want dat vinden opa en oma nou ook weer niet nodig…..
We keken naar de dodenherdenking gisteravond op de Dam, waren op tijd stil natuurlijk en er kwam dit jaar nu eens niemand door de straat. Eerbiedige stilte. Je kunt uiteraard zeggen dat het nogal koud was, maar dat is flauw en hopelijk niet de reden. Al die mensen op de Dam waren er tenslotte ook naar toe gekomen. Ik zag wel dat de muzikanten van die toploze handschoenen aanhadden tegen de kou. Ze hadden ook heel wat te blazen. Ik hou erg van hun sonore geluid. Het was sfeervol, vond ik. Al die heel oude mensen die er waren, vergezeld van jonge familie, aan wie ze verteld hebben over hun oorlogservaringen. Die herdenking is zinvol op die manier.
We zagen daarna het programma over Loenen, gemeente Apeldoorn, waar een speciale groep mensen bezig is om de maar liefst 103 ‘onbekende doden’ die op het Ereveld Loenen begraven liggen, via dna-onderzoeken van nabestaanden, die niet weten waar hun geliefde familielid gebleven is wellicht bekend te maken, weer hun naam terug te geven. Dat bleek alleen al in het programma van gisteren vijf keer gelukt te zijn! Het is lang geleden allemaal, maar voor een familie heel belangrijk om iets te weten over hun overgrootvader of oudoom. Geen gat meer in de stamboom. Wel eng gedoe met botten en schedels vanwege dat dna.
Ik heb zelf als Amsterdammer ook veel herinneringen aan de oorlog. Mijn rare schooltijd, onze school was ingenomen door de Duitsers, dus dan hier en dan daar of helemaal geen les. Marcherende Hitlerjugend over ons plein, mijn vader die in een tram zat, die leeggehaald werd en de mannelijke inhoud naar de Euterpestraat vervoerd. ( Nota bene ook weer naar een school, waar ik na de oorlog als middelbare scholier naar toe ging. Toen de straat omgedoopt was tot Gerrit van der Veenstraat, naar de verzetsheld. Veranderd vanwege de dramatische herinneringen die de straatnaam had voor heel veel mensen.) Mijn vader was trouwens ’s avonds weer thuis. Hij was niet bruikbaar voor de Arbeitseinsatz omdat hij vanwege doorgemaakte kinderverlamming slecht liep. Zijn brein hadden ze niet nodig, daar hadden ze er zelf genoeg van. Dat het al met al vijf jaar heeft geduurd voordat de bevrijding kwam, die ik me trouwens ook nog heel goed kan herinneren.
Zoals gezegd, ik vond de herdenking sfeervol. ( Helaas mooier dan in Vught. Waarom dat nou weer moest, dat respectloze geschreeuw?) Maar een kranshanging heet dus een kranslegging. Ik geef toe, het is geen woord ‘kranshanging’, maar er klopt natuurlijk geen hout van wat betreft ‘ legging’. Ik vind trouwens leggings ook niks…..