Het zal niemand zijn ontgaan, dat prins Claus is overleden. En onverwacht was het ook niet na al het gesleutel aan de arme man. Het gedoe met al de nieuwsfeiten, die in al die jaren over hem zijn verzameld en die al keurig gerangschikt klaar lagen om gelanceerd te worden bij zijn overlijden: de persoon, die dat allemaal nogal overtrokken zou vinden, ja, toevallig is die nu dood. Het zegt me allemaal niet zoveel, de herhalingen van de herhalingen, je wordt er moe van. Nu al.
Wat me veel meer doet zijn de halfstok uitgestoken vlaggen aan de overkant van de straat, van gewone mensen, die altijd vlaggen bij alle gebeurtenissen binnen het koninklijk huis. Bij vreugde én verdriet.
Wij hebben wel een vlag, maar geen vlaggenstokhouder. En geklemd tussen het badkamerraam vlaggen kan wel als je kind geslaagd is voor z’n eindexamen, maar voor een dode prins, nee. Hij zou het niet gewild hebben. Dan maar niet.