Als Zantinge vorige week gewag mocht maken van een “luie baarmoeder”(zo leer je nog eens wat, hè mannen?) dan kan ik er nog wel een zwangerschapsverhaal tegenaan gooien. Ik was namelijk vanmiddag even met mijn oudste dochter mee naar haar zwangerschapscontrôle. Haar man had de auto mee en zo had ze vervoer, terwijl ik het erg leuk vond om het mee te maken.
De maatschap van de vier verloskundigen is gevestigd in een gezellig ex-woonhuis, lekker roezemoezig omdat er ook externe kindertjes met de zwangere moeders meekomen. Er is op ze gerekend, want er is veel speelgoed. En een wand vol geboortekaartjes. Reclame voor de zaak natuurlijk. Wat ik wel opmerkelijk vind is, dat in het buurhuis een uitvaartcentrum is gevestigd! Komen en gaan naast elkaar, kan het efficiënter?’n Deurtje verder.
Het wegen van de uitdijende moeders gebeurt trouwens ook heel efficiënt alvast bij de balie. Toen mijn dochter zich in de spreekkamer horizontaal in positie bevond werd het hartje van de baby opgezocht met een apparaatje en sjonge, wat klopt dat snel! Vroeger hoorde je dat als moeder niet. De verloskundige had een houten zandlopervorm, die ze op je buik plantte, ze luisterde even en zei, dat het goed was. En dat geloofde je gewoon en ging naar huis.
Zo het hartje te horen is erg leuk, ook als je oma bent, je kinds kind is het toch. Karins bloeddruk was prima en alle testen die ze verder extern had laten doen ook, dus nu is het wachten op de volgende kleinzoon of -dochter. De familie staat wel in bloei, hè?