Achter ons in de rij, die wachtte bij de kassa van de super, stond een jongeman met maar een paar boodschapjes in z’n handen. Hij had een mandje niet eens de moeite gevonden. ’n Oude mevrouw, die achter hem stond, zei: “Dit is een pinkassa, hoor!””Ja, dat weet ik”, zei de jongen vriendelijk. “Nee, maar ik bedoel: als je dat niet in de gaten hebt en je bent aan de beurt en je kunt niet gewoon betalen, dan is dat toch heel vervelend. Je hebt zo weinig af te rekenen, ik dacht: ik zeg ’t maar even.”
“Dat is heel aardig van u, maar al heb ik maar één artikel, dan nóg pin ik altijd.” “Ja, dat is ook wel handig”, zei mevrouw, “maar je moet tegenwoordig op zoveel dingen letten! Hoe het pinapparaat werkt, van boven, van voren of opzij, of je bij de goeie kassa staat en tijd voor ’n praatje hebben de kassameisjes niet. Ze zijn aardig, hoor, maar je moet wel meteen doorschuiven anders wordt iedereen ongeduldig.”
“Nou, u bent niet de enige die dat allemaal vindt, hoor”, zei de jongen. “Als u bijvoorbeeld eens wist wat een moeite ik heb gehad met het aanvragen van een OV-chipkaart voor de bus!”. “O ja”, riep mevrouw enthousiast, “ook zoiets! Vreselijk moeilijk.”
En zo babbelden ze nog een poosje door over de diverse verworvenheden van ons hedendaagse bestaan. Verschil in leeftijd tussen de gesprekspartners: toch gauw zo’n jaar of zestig, schat ik. Echt zo’n lieve oude oma en hém vond ik sowieso al ’n schatje. Zoveel geduld………