Er valt niet veel meer te harken dezer dagen dus ik was verbaasd dat de tuinman voor de deur stond. Met in zijn handen een kerststukje. “Nou,”dacht ik nog “dát is aardig, een relatiegeschenk van de tuinman!” Maar toen sprak hij op enigszins dramatische toon: “Help de tuinman de winter door!”
Hij was namelijk op tournee langs al zijn klanten, die een abonnement bij hem hebben voor het groei- en bloei-onderhoud van hun tuin gedurende driekwart van het jaar. Hij had het nu qua werk wel érg stilletjes, vertelde hij, dus vandaar.
Nou zag dat stuk er best aardig uit dus ik wilde het wel hebben ook, maar na veel gegraai in diverse geldbuidels kon ik hem niet eens betalen. Dat heb je als je veel pint. Je hebt haast nooit gewoon op z’n ouderwets normaal geld in huis. Ik vond het erg stom. Hééft die man het al zo stilletjes en dan krijgt ie niet eens geld voor zijn huis-,tuin-en keukenvlijt. Nou ja, het stuk mocht ik alvast houden en dan kwam hij van de week het geld nog wel even halen als hij in de buurt was.
Dat doet me er trouwens aan denken, dat ik wel mag zorgen dat ik wat muntgeld in huis krijg voor als we binnenkort namens hun baas weer de kerstgratificatie mogen verzorgen voor de kranten-en drukwerkbezorgers. Daar moet ik ook altijd op rekenen, want het zijn er best veel. En ik vind het erg vervelend aan zo’n joch te moeten melden dat ik werkelijk geen rooie cent in huis heb. ’n Afgang is dat en ’n beetje zielig ook. Ik heb wel alvast kunnen oefenen op de tuinman…..