Zo noemden onze kinderen de activiteiten die ik destijds op oudejaarsdag noodzakelijk vond. Eerst was het “krompraterij”, maar de uitdrukking is er door de jaren heen in gebleven, ook toen ze al beter wisten. Ik heb het altijd wel leuk werk gevonden en al werden de oliebollen niet altijd zoals ik wou, te eten zijn ze altijd geweest. De vorm verschilde van jaar tot jaar, want ik had last van vreemde uitlopers, ondanks gebruik van ijslepels, gewone lepels, opvangmechanieken enzovoort, kunstzinnig gezien was het wel wat, maar daar waren de baksels helaas niet voor bedoeld. Appelflappen vond ik makkelijker, want door de “rondheid”van de goudreinetringen werden die altijd wel aardig van vorm. Nou ja, niemand hoeft meer te vrezen, want ik bak ze niet meer. Er zijn genoeg adresjes waar ze het beter kunnen en voor de voordeligheid hoef je het ook niet meer te doen.
Bovendien ben ik niet goed in hoeveelheden schatten. Ik bak er altijd veel te veel, hou dan over, denk ze in de diepvries te kunnen bewaren, vergeet ze vervolgens en zo gaan ze in april alsnog te container in. Want hoe haal je het in je hoofd, ma: oliebollen in april en nu niet meer te vréten ook! Nee, ik ben erg blij, dat ik niet meer hoef, want lees er Whiskas maar op na: het is een heel karwei als je het goed wilt doen, zoals haar moeder dus.
We hadden vroeger een buurman, die de oliebollen bakte met oudjaar en dat deed ie in de schuur, want dan had zijn vrouw geen olieluchten in huis. Hij liep dan met zijn blote bast gehuld in een stofjas en een pet op ( hij werkte bij de PTT) heen en weer tussen huis en schuur. Hij had een grote familie dus er moesten heel wat oliebollen komen, een megaklus. Zijn vrouw liet het met liefde aan hem over! Respect had ik voor die man en hij zag het als iets, dat eigenlijk hij alleen maar goed kon en in die gedachte werd hij zeer gesteund door zijn familie.
Ik ben dus geen oliebollenbakker, hoogstens een oliebakkenboller en die moeten er ook zijn. Gezellige avond allemaal!