Meestal schat men mij jonger dan ik in werkelijkheid ben. Daar doe ik geen moeite voor, je bent nou eenmaal wie je bent. Als twintigjarige had ik al jochies van zestien achter me aan en dat was best vervelend ook nog, dus dat is mijn hele leven al zo, dat jonger lijken. Mijn ega is helemaal grijs, dus dat helpt ook. Aan lijnen heb ik nooit gedaan, wat kilo’s minder zou gezonder zijn wellicht, maar ik heb er geen last van en ik denk, dat mijn humeur er al hongerend niet beter op wordt. Dus wat is dan belangrijker? In mijn werkleven kwam ik collega’s tegen die constant met de weegschaal en diëten in de weer waren en die werden daar niet gezelliger van. Ik geef mijn haar, net als iedereen, een kleurtje, omdat ik geen zin heb in grijs. En als er iemand met een grijs permanentje in de auto voor me rijdt, ben ik op mijn hoede en houd afstand. Dat heb ik trouwens ook met mannen met een hoed op en een sigaar. Dat is raar, want ik begin zelf ook zo zoetjesaan qua leeftijd tot het zo treffend door Merel beschreven front van oude vrouwtjes te behoren. Ik voelde me aangesproken, verdorie! Hoewel ik nóóit voordring.
Ik heb namelijk ook wel eens yuppige dertigers zien voordringen, omdat ze dubbel geparkeerd stonden. “Ja, sorry, mág ik even?” Haast, haast, de rest van de wereld had het nou eenmaal minder druk dan zij. Dat was nét zo irritant, hoor! Dat heeft dus niets met leeftijd te maken, lieve mensen!
En o ja, ik erger me ook aan mensen, die liefst met twéé rollators in het gangpad van de supermarkt een buurpraatje gaan staan houden, terwijl dat ook buiten kan. Of die de boodschappen doen op de drukste uren, terwijl ze de hele dag de tijd hebben. Of hulpeloos dóen, terwijl ze dat niet zijn, alleen omdat ze ouder zijn. Of áltijd wat te klagen hebben, ook als het allemaal wel meevalt. Die behoren samen met die yup gewoon tot het front van irritante mensen. Punt.