Breien of broddelen…..

breiwerkje

Huisarts Sutorius is wel schuldig bevonden, maar krijgt geen straf voor het uit zíjn lijden helpen van een patiënt, die niet zo mocht heten, omdat hij “alleen maar” levensmoe was. Lichamelijk niet op instorten, geestelijk wel. Geen straf, omdat de arts integer heeft gehandeld. Volgens mij het enig juiste én mogelijke criterium waar een buitenstaander, en een rechter moet jaren uittrekken om dat niet te zijn, naar kan en mag oordelen. Het is een verhipt moeilijke materie. Je hebt niets te vertellen over het feit, dat je geboren wordt, mag je dan wel iets te vertellen hebben over het feit, dat je geen zin meer in dat niet zelf verkozen leven hebt? Moeilijk, moeilijk.

Laat ik voorop stellen, dat ik me (nu) niets, maar dan ook niets, kan voorstellen bij een euthanasie. Makkelijk gezegd, omdat ik lichamelijk en geestelijk (hoewel de meningen over dat laatste wellicht verdeeld zijn) nog in orde ben. Dat kan maar zo veranderen, maar daar wil ik me helemaal niet mee bezighouden. Memento mori, maar niet voor mij. Ik heb het teveel naar mijn zin op het moment!

Heel anders was het met een oude tante van ons. Negenennegentig was ze, ze zat in een verzorgingshuis met vier mensen op een zaal, ze was doof en ze zag niet veel meer dan zo nu en dan iets wits, dat haar voorbij stoof in grote vaart, dat praatte en dat bleek dan de zuster te zijn. Ze was zo oud, dat familie en bekenden om haar heen waren weggevallen. Het was een regionaal huis, dus veel bewoners uit andere dorpen, die ze niet van vroeger kende.

Als dagbesteding breide ze vierkante lappen, waar dekens van werden gemaakt voor een Oostblokland. Elke dag kwam er een vrijwilligster kijken of ze steken had laten vallen of fouten had gemaakt en als dat zo was, haalde ze alles weer uit. Tante zei tegen ons: “Ik hou d’r mee op, ik ben toch niet gek!” en toen had ze helemaal niks meer te doen. We hadden een druk gezin, maar gingen zo vaak we konden naar haar toe en als je dan vroeg: “Tante, hoe gaat het?” dan zei ze: “Ach kind, het gaat wel goed, alleen het leven nog….”.

Toen ze overleed, vertelde de dominee, die haar laatste uren had begeleid, dat ze alleen de pest in had gehad, dat ze de honderd niet had gehaald. Dat had ze nou nog wel aardig gevonden en het scheelde maar twee maanden! Maar verder was haar lijden aan de tijd voorbij.

We hebben ook wel om haar gelachen. Dan vertelde ze:”Wat ik nou toch gehoord heb; Jan is van z’n fiets gevallen, zomaar dood! En hij was pas zesentachtig!” Ja, zij had de lagere school al achter zich toen hij nog geboren moest worden! Tijd is een raar iets als je er over nadenkt. Je kunt er maar last van hebben……

Geef een reactie

Naam en email velden zijn verplicht. (emailadres wordt niet gepubliceerd)