Omdat de politie een nieuw detectiesysteem heeft, waarmee ze gestolen auto’s kunnen opsporen, dan moeten die overigens wel lángsrijden, werd op de A50 een auto achtervolgd, waarin twee mannen zaten. Die waren niet op een rechtmatige manier aan die auto gekomen. Toen de dieven merkten dat ze werden gevolgd namen ze de eerste de beste afslag, die bij Hattem, en verlieten hardlopend de auto. Om aan de politie te ontkomen doken ze een meertje in. Eén van de twee bereikte zwemmend de overkant en wist te ontkomen, maar de andere kwam letterlijk niet meer boven water en was spoorloos. Er was twijfel of ook hij de dans ontsprongen was of wellicht was verdronken. Het water was namelijk érg koud.
Het gebeurde is inmiddels zo’n week of drie geleden. Vanmorgen stond in de krant, dat het lichaam van de 29-jarige Dave Koster uit Beverwijk door duikers was gevonden. Nu hij dood blijkt te zijn mag zijn doopceel kennelijk voluit gelicht. Op het moment, dat ze bezig waren zijn lichaam in een lijkwagen te schuiven, kwam zijn familie aanrijden, omdat die wilden kijken op de plaats waar Dave het laatst levend was gezien.
Dat is ontzettend triest natuurlijk en er werd een halve bladzijde aan gewijd, want dat is een mooi verhaal en dat lezen de mensen graag. Zijn vader is ook nog eens invalide en rolstoelgebonden. Alle ingrediënten voor een hoog Story-gehalte.
En toch, hè…ik krijg een raar achterstevorengevoel. Want toevallig reed die jongen wél in een gestolen auto, probeerde hij wel aan de politie te ontkomen en dat deed hij niet voor niks. Als er dan boven het artikel staat “Dave is weer bij zijn oma en gestorven dochtertje” dan denk ik: “dat hoop ik oprecht voor hem, want het zal verder misschien wel een goeie knul zijn geweest, maar dát hij daar is: risico van het vak!” Toch……?