Vanavond zat in DWDD een stel, dat meegewerkt had aan een film, over een circus dacht ik. Die mensen waren geen acteurs, maar gewoon lui die zoiets nog nooit hadden gedaan. De vrouwelijke helft van het paar had een scène moeten doen, waarin ze moest zoenen met een acteur. Er was haar nog wel even gevraagd of ze daar bezwaar tegen had, maar ze had zoiets gezegd als: “Nou ja, het is toch niet echt, vooruit dan maar”. Achteraf bezien had ze het veel moeilijker gevonden dan ze gedacht had. Later bleek dat de scène niet eens gebruikt was in de film. Lag niet aan haar acteerprestatie, had de regisseur gezegd. Maar in ieder geval was die hele emotioneel geladen toestand dus niet nodig geweest.
Dan moet ik toch ook even vertellen over mijn korte, maar heftige, toneelcarrière waarin ik ook moest zoenen met ’n hele enge man. Ik was een jaar of 18 toen en ik werkte op een kantoor, waar eens per jaar het personeel een toneelstuk instudeerde voor de jaarlijkse feestavond met bal na. Vijftiger jaren, hè, toen deden ze zulke dingen op kantoren.
De chef Boekhouding was de regisseur en die zocht ook de rollen uit. Hoe het stuk heette, dat we deden, weet ik echt niet meer. Wel hoe ’t zo ongeveer ging. Ik had, omdat ik het enige jonge meisje was, een soort hoofdrol. Ik had graag het dienstmeisje gespeeld, maar dat zat er niet in. Ontzettend verlegen was ik ook nog dus ik had grote moeite met het feit, dat mijn directe chef mijn vader speelde en dat ik als lief dochtertje bij ‘m op schoot moest kruipen. Je moest tenslotte de volgende dag wel weer gewoon aan het werk na die repetitieavond. Koffie voor hem halen en zo.
Nou ja, het verhaal was dat ik liefdesproblemen had met ’n hele foute man, die mijn ouders wél zagen zitten en ik niet. Ik had zelf al een lover uitgezocht, maar die was arm of niet van onze stand, zoiets. Het mocht in ieder geval niet van thuis. Een heel toneelstuk met intriges en sores, maar wel met ’n happy end.
De foute minnaar was een arrogant ventje van de afdeling radiatoren en mijn zogenaamd zelf uitgezochte liefde een vertegenwoordiger van de buitendienst, een glad type van 27. Oud dus ook nog. Ik vond het een griezel, maar ja, ’t was wel mijn ware Jacob. En ik moest natuurlijk met ‘m zoenen, want dat doe je met een ware Jacob.
Ik vond het niet geweldig, maar iedereen zei: “Ach kom, het is maar toneel, doe nou es even leuk!” En Jacob wou wel! Bij de uitvoering hebben ze geen klagen gehad over mijn gezoen. Ik deed leuk, echt waar. Maar sindsdien heb ik wel een enorm respect ontwikkeld voor acteurs en actrices. Die gooien er moeiteloos elke emotie uit, om vervolgens tussendoor even naar huis te bellen dat ze niet moeten vergeten de vuilnisbak buiten te zetten. Dat is toch een gave? Je moet er voor in de wieg gelegd zijn, acteren. Het is een vak…….