Honderd….

‘k Bedacht me dat, als ze was blijven leven, mijn moeder vandaag honderd jaar zou zijn geworden. En dat er tegenwoordig behoorlijk wat mensen zijn, die dat op hun slofjes halen. Gammele genen, die voor een deel dus ook mijn genen zijn, realiseer ik me, hebben er voor gezorgd dat mijn mama het met zo’n twee-endertig jaar minder moest doen. Ze heeft het ziekenhuis nogal eens van binnen gezien. Ik niet. Maar drie keer om precies te zijn, waarvan ’n keer toen ik kind wás en ’n keer om er een te krijgen dus die laatste keer telt eigenlijk niet eens. Dat was voor de aardigheid.

Bovendien heeft mijn moeder lichamelijk een zwaarder leven gehad dan ik. Op het persoonsbewijs uit de oorlog, dat ik nog van haar in mijn bezit heb, staat: Beroep: geen. In de wandelgangen heette dat ‘huisvrouw’ natuurlijk. Een huishouden runnen zonder al de gemakken die wij nu hebben met vaak ook nog een auto voor de deur, je moet er toch niet aan denken. Wij slijten minder, dat is zeker. Zorgen dat je je niet te veel stress op je hals haalt, verstandig eten en drinken, actief blijven, niet roken en dan zou je het goed vol moeten houden.

Ik gedenk mijn moeder vandaag en nou oké, dan moet ik ’t maar doen, honderd worden……..


Toneelcarrière……

Vanavond zat in DWDD een stel, dat meegewerkt had aan een film, over een circus dacht ik. Die mensen waren geen acteurs, maar gewoon lui die zoiets nog nooit hadden gedaan. De vrouwelijke helft van het paar had een scène moeten doen, waarin ze moest zoenen met een acteur. Er was haar nog wel even gevraagd of ze daar bezwaar tegen had, maar ze had zoiets gezegd als: “Nou ja, het is toch niet echt, vooruit dan maar”. Achteraf bezien had ze het veel moeilijker gevonden dan ze gedacht had. Later bleek dat de scène niet eens gebruikt was in de film. Lag niet aan haar acteerprestatie, had de regisseur gezegd. Maar in ieder geval was die hele emotioneel geladen toestand dus niet nodig geweest.

Dan moet ik toch ook even vertellen over mijn korte, maar heftige, toneelcarrière waarin ik ook moest zoenen met ’n hele enge man. Ik was een jaar of 18 toen en ik werkte op een kantoor, waar eens per jaar het personeel een toneelstuk instudeerde voor de jaarlijkse feestavond met bal na. Vijftiger jaren, hè, toen deden ze zulke dingen op kantoren.

De chef Boekhouding was de regisseur en die zocht ook de rollen uit. Hoe het stuk heette, dat we deden, weet ik echt niet meer. Wel hoe ’t zo ongeveer ging. Ik had, omdat ik het enige jonge meisje was, een soort hoofdrol. Ik had graag het dienstmeisje gespeeld, maar dat zat er niet in. Ontzettend verlegen was ik ook nog dus ik had grote moeite met het feit, dat mijn directe chef mijn vader speelde en dat ik als lief dochtertje bij ‘m op schoot moest kruipen. Je moest tenslotte de volgende dag wel weer gewoon aan het werk na die repetitieavond. Koffie voor hem halen en zo.

Nou ja, het verhaal was dat ik liefdesproblemen had met ’n hele foute man, die mijn ouders wél zagen zitten en ik niet. Ik had zelf al een lover uitgezocht, maar die was arm of niet van onze stand, zoiets. Het mocht in ieder geval niet van thuis. Een heel toneelstuk met intriges en sores, maar wel met ’n happy end.

De foute minnaar was een arrogant ventje van de afdeling radiatoren en mijn zogenaamd zelf uitgezochte liefde een vertegenwoordiger van de buitendienst, een glad type van 27. Oud dus ook nog. Ik vond het een griezel, maar ja, ’t was wel mijn ware Jacob. En ik moest natuurlijk met ‘m zoenen, want dat doe je met een ware Jacob.

Ik vond het niet geweldig, maar iedereen zei: “Ach kom, het is maar toneel, doe nou es even leuk!” En Jacob wou wel! Bij de uitvoering hebben ze geen klagen gehad over mijn gezoen. Ik deed leuk, echt waar. Maar sindsdien heb ik wel een enorm respect ontwikkeld voor acteurs en actrices. Die gooien er moeiteloos elke emotie uit, om vervolgens tussendoor even naar huis te bellen dat ze niet moeten vergeten de vuilnisbak buiten te zetten. Dat is toch een gave? Je moet er voor in de wieg gelegd zijn, acteren. Het is een vak…….


Bammetjes……

De supermarkten hebben weer eens iets nieuws bedacht, namelijk “kinderbrood”. Dat ziet er uit als witbrood, zoals sommige verwende kindertjes alleen maar willen eten, maar, zeggen ze, er zitten echt waar net zoveel vezeltjes in als in gezond bruin brood. Ja, allicht is het duurder! Het moet toch een speciale behandeling krijgen vanwege die metamorfose?

Als onze kleinkinderen hier wel eens boterhammetjes eten krijgen ze bruine, want oma heeft niks anders in huis. En die gaan er altijd in, hoor. Geen klachten. Ook hun moeders zijn bij mijn weten lid van de bruineboterhammenclub. Dus dat “kinderbrood” is gewoon “belazerbrood”, maar ja, dat is geen taal die je je kinderen aanleert natuurlijk…….


De goden verzoeken…..

* We zapten even langs wat regionale zenders en zagen dat in het Limburgse Genhout een zalencentrum is afgebrand. Heel vervelend natuurlijk, maar op de gevel van het gebouw stond met grote rode letters BRAND BIER. Tja, dan kun je d’r op wachten natuurlijk…….


Oude doos…..

‘k Had vanmorgen mijn broer aan de telefoon en die vertelde, dat ie naar een 3D-film was geweest, met hele leuke effecten. Toen ik dat hoorde moest ik meteen denken aan mijn eerste agenda op de middelbare school. De aanschaf daarvan was vroeger net zo spannend als vandaag de dag, alleen hadden wij minder keus. Mijn agenda was er een met 3D-foto’s er in. Er zat een knullig kartonnen brilletje bij met ’n rood en ’n groen ‘glas’ van ’n soort mica.

Het was in die dagen heel hip als je zo’n agenda had, want het was wel iets bijzonders. Alleen was het brilletje niet veel bijzonders, na een week kapot en de rest van het schooljaar zat je met van die rare onduidelijke plaatjes met rood en groen er in, waar je niks aan had. Maar ja, een agenda was een agenda en je werd daar verder niet door afgeleid en dat was beter voor je studieresultaten.

Er waren trouwens wel meer nieuwigheden in die tijd, hoor. Ik had bijvoorbeeld een schooletui die gemaakt was van zacht plastic, een nieuw materiaal. Het ding stonk je schooltas uit, echt ’n goedkoop plasticluchtje, maar met z’n knalkleur zag hij er best vrolijk uit en hij was goedkoop. En de boeken waren al duur genoeg, vonden ze bij ons thuis. Het voordeel was, dat je elk jaar een nieuwe kon uitzoeken, want langer hield ie ’t niet uit.

De opkomst van de balpen oftewel de ballpoint maakte ik ook mee. Toen hij er pas was mochten wij er op school niet mee schrijven. Hij lekte en vlekte en er werd gezegd dat ie je handschrift verpestte. Maar ja, hij was wél handiger dan de vulpen, die ik gekregen had toen ik middelbaar ging scholieren. Die moest je steeds navullen. Daartoe had mijn vader een fles Gimborn inkt op z’n kantoor staan en voor dat vullen moest je in de wieg gelegd zijn. Het was een gave om dat zonder knoeien voor elkaar te krijgen. Dus bij het schoolvolk was de balpen welkom, maar je kon er inderdaad niet mee schoonschrijven. Letterlijk.

Maar dat waren dus allemaal leukigheidjes, die mijn prille middelbare schooljaren versierden. Grappig, dat je daaraan herinnerd wordt door zo’n triple dimensionale film…….!


Reclame…..

* In Deventer is door een wethouder een Borstvoedingcafé geopend, waar jonge moeders elkaar kunnen ontmoeten en gezellig samen kunnen bórstvoederen. En hoe heet die wethouder? Jos Fleskes…….


Brace for impact…..

Gisteravond laat keek ik nog even mee naar een Engels televisieprogramma over luchtvaartopleidingen. Tenminste, ik denk, dat het daarover ging, want ik viel er maar zo in. In ieder geval ging het over een Britse vrouwelijke piloot, die in opleiding was voor verkeersvlieger. Dan moet je grote kisten onder de duim kunnen houden, ook als die duim van vrouwelijke afmeting en gemanicuurd is. Als laatste onderdeel van die opleiding moest ze een verkeersvliegtuig aan de grond zetten op Schiphol en dat werd dus gefilmd.

Veel mensen vinden, als ze een vliegreis maken, het moment van opstijgen en landen het spannendst en vaak ook het vervelendst. Zo ook een paar Engelse mannen, aan wie ze om een of andere reden hadden verteld dat het vliegtuig aan de grond zou worden gezet door een vrouw. “Mijn god!”, riep een van de mannen, “vrouwen kunnen nog niet eens een auto behoorlijk in een parkeergarage zetten!”

De man, die naast hem zat, hád al vliegangst en de mededeling over die vrouwelijke piloot bracht hem zonder meer in paniek. En dat was natuurlijk allemaal práchtige televisie! Want dat gebrek aan vertrouwen en die vliegangst, dat was niet gespeeld, dat kon je zien. Hij zweette peentjes! De mannen gingen, toen ze de landing inzette, met hun voorhoofd tegen de stoel voor hen zitten, de voorgeschreven positie als je een crash verwacht. Maar natuurlijk ging het vlekkeloos, zelfs zonder de “bonk”, die je nog wel eens voelt als er een stoere man aan de stuurknuppel zit.

Zodra het toestel over de baan reed ontspanden de heren, werd er opgelucht gelachen en geapplaudisseerd en er werd zelfs een ontmoeting met de pilote geregeld. Ze kreeg een “hug” omdat ze het zo netjes bonkloos had gedaan en ze was nu helemaal geslaagd volgens de gezagvoerder, die haar landing had moeten beoordelen. Daar was ze blij mee. “Well, maybe till next time!” zei ze olijk tegen de bangeriken.

Die mannetjes toch. Ach ja, ik weet ook nog dat er mensen waren, die voor geen goud de bus instapten als ze zagen dat er een vrouwelijke chauffeur achter het stuur zat. Nu toch ook heel gewoon. Girlpower, ha, ha……..


De ballenbak……

In Almere is een Kinderparkeergarage geopend. Het is precies wat het zegt. Voor € 7.50 per uur kun je daar je kind kwijt als je wilt gaan winkelen zonder gejengel, naar de kapper wilt of naar de notaris moet. Van 10 minuten tot maximaal 3 uur. Ja, duurder dan je auto parkeren waarschijnlijk, maar ” ’n Gat in de markt!”, zegt de uitbaatster.

In diverse winkels is al jaren gratis zo’n dumpmogelijkheid mét ballenbak, wat ik altijd een beetje ’n onhygiënische uitvinding heb gevonden. Hoewel de ballen heus wel regelmatig een sopje zullen krijgen, neem ik aan. De bekendste is natuurlijk de kinderopvang van Ikea. Dat lijkt me nog wel een vrolijke toestand vanwege het kleurige imago, maar ik moet stiekem altijd erg lachen (met leedvermaak, ik geef het toe!) om de oproepjes die te horen zijn, dat “Floortje en Robert Jan graag opgehaald willen worden uit het Kinderparadijs”. De reactie van hun ouders zie je natuurlijk nooit, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. “Verdorie, nóu al?! We zijn nog niet halverwege! Nou, ga jij of ga ik?”

Ik las, dat ’t heel goed is voor kinderen als ze gewoon mee gaan winkelen met hun ouders. Voor hun ontwikkeling als consument, hoewel dat ook aan hun leeftijd ligt natuurlijk. En als een kind met z’n vader meegaat naar de Gamma leert ie van alles over timmeren en zo, zeggen ze. Dan moet je vanzelfsprekend wel ’n beetje klusserig type als vader hebben. Als je een enorme rij treft bij de kassa leert een kind, dat iedereen op z’n beurt moet wachten in het leven. Nou, dan is Ikea alvast een leerzaam oord.

Winkelen met kinderen is een vak apart. Maar gelukkig zijn opa en oma d’r ook nog, maar ja, dat geluk heeft dan weer niet iedereen…….