In de Varagids staat deze week een interview met Mark de Hond. Er staat bij dat ie presentator is, schrijver en zoon van Maurice. Dat laatste had er van mij nou niet bij gehoeven. Ik ken hem verder niet, maar misschien van hem ook niet.
Zes jaar geleden liep hij na een operatie aan zijn rug een dwarslaesie op waardoor hij in een rolstoel terecht kwam. Uit het verhaal blijkt, dat hij zich uiteraard beperkt voelt, maar goed met een en ander kan omgaan. Er zijn mensen, die er een heel leven over doen om hun handicap een plaats te geven en er als ze doodgaan nog niet mee klaar zijn. Mark is dus goed bezig.
Ze vroegen ‘m of hij zich anders is gaan kleden nu hij in een rolstoel zit. Nee dus, hij draagt alleen geen lange jassen meer, want waar laat je zoiets? Verder maakt hij zich vrolijk over mensen die tegen hem zeggen: “Loopt u maar even mee!” als hij in een winkel vraagt waar hij iets bepaalds kan vinden. Een mooier compliment kun je niet krijgen. Hij geniet van decolleté’s van meisjes die zich voor een praatje naar hem vooroverbuigen. (Nou, over “inkijk” hebben de heren bij de huidige mode sowieso niet te klagen, toch?).
Het enige waar Mark ’t moeilijk mee heeft is pijn. Dertig procent van de mensen met een dwarslaesie heeft behoorlijk last van zenuwpijn en hij dus ook. Dat went dus niet. “Maar”, zegt Mark “daar kan ik wel overheen stappen……”