Samen met mijn kloris was ik vanmorgen even bij onze huisarts. Mijn man mankeerde niks, hoor, maar ging mee voor de gezelligheid en omdat we nog verderop moesten met de auto. Ik moest mijn bloeddruk laten meten, omdat ie de vorige keer nogal was gestegen.
Maar het veranderen van de dosering van de pillen bleek succesvol. Mooi dus. Niet, dat ik ook maar iets merk van die bloeddruk, maar volgens onze geneesheer is dat juist het verraderlijke. Ik hoef pas over drie maanden weer terug te komen.
Toen ik zei, dat ik voor een nieuwe afspraak in de zomer dus wel even op z’n website zou kijken wanneer hij precies met vakantie was, zei hij, dat hij hoopte op een vakantie van minstens een jaar of twintig. Hij houdt er per 1 juli mee op. Hij is 62 en vindt het na 35 jaar welletjes. Er komt nog een afscheidsreceptie, maar daar krijgen we nog bericht van.
De nieuwe jonge dokter die hem opvolgt neemt sinds een half jaar al ’n paar dagen in de week van ‘m over, maar die heb ik dus nog niet getroffen. Die heeft er zin in en we kunnen het volste vertrouwen in hem hebben, zegt onze dokter.
Dat geloof ik graag. maar het zal toch even wennen zijn, na meer dan 25 jaar. Onze huisarts is er een zonder witte jas en met het geven van medicijnen is ie zuinig als het ook anders kan. En daar hou ik wel van, al ben ik blij met m’n bloeddrukpillen, die toch maar mooi helpen. Onze familie is ook niet zo, dat we hem vaak zien. Bij ons thuis is ie nog nooit geweest. Of ja, toch één keer! Toen had mijn man een saxofoon te koop gezet in de krant en die kwam hij halen voor z’n dochter. Was zeer verbaasd dat wij patienten van hem bleken en wij natuurlijk, dat de koper van het instrument, die zich telefonisch had gemeld en het adres horend zei: “Gôh, dat is bij mij om de hoek!”, onze dokter was. Onze oudste zoon was zelfs nog nooit in de praktijk geweest, toen ie er laatst even moest zijn. En dat na zoveel jaar.
Nou ja, we gunnen onze dokter van harte zijn rust en we hebben hem als ervaringsdeskundigen verzekerd, dat het best lekker is: niet meer te hoeven, te moeten en werkdruk te hebben. En dat je daar in no time aan gewend bent. Maar dat vermoedde hij al……..