We dachten een paar dagen geleden dat de mussen van het dak zouden
gaan vallen, maar dat viel gelukkig mee. We hebben hier een heg vol mussen dus dan maak je je toch wat ongerust, hè? Zo’n uitdrukking is er toch niet voor niks, denk je dan.
Maar nou hoorde ik dat die helemaal niet op vogels slaat! Het is, zoals wel vaker gebeurt in taal, een verbastering. Vroeger hadden de mensen vaak mos op het dak. En als het dan uitzonderlijk warm was dan droogde dat uit, liet los, en viel van het dak. Het is dus “de móssen vallen van het dak”.
Die slimme vogeltjes van ons zorgen wel, dat ze zich rustig houden, komen zo nu en dan lekker badderen in de vogeldrinkbak en van het dak vallen? Ben je gek, mussen vallen niet van het dak. Die vliegen gewoon weg en gaan lekker in de schaduw zitten in de heg.
Dat was een paar dagen geleden, want het is weer voorbij die mooie zomer. We waren gisteren net in de stad toen het begon te hózen. En niet zo’n klein beetje ook. Met de temperatuur was niks mis, maar er kwam heel wat water naar beneden.
Dan zie je mensen lopen en fietsen, die het op ’n gegeven moment geen moer meer kan schelen of ze nat zijn en daar heel ballorig van worden. Daar moet het hárd voor regenen. Voor een béétje regen steken mensen gauw een pluutje op, maar als je die tóch niet bij je hebt omdat je dacht dat het zomer was, nou dan wordt ’t alleen maar leuk al dat water. Het duurde trouwens niet zo lang ook. Kort maar hevig. De auto is weer lekker schoon en het zonnescherm van de buurman ook. Was ie zelfs blij mee. Zo heb elk nadeel ze voordeel……