Nog even over het Groot Dictee der Nederlandse Taal, waarin ik, niet zo onaardig zoals bleek bij de uitslagen, 14 fouten had. Bij het voorlezen van de tekst werden de leestekens door Philip en Martine heel klantvriendelijk steeds genoemd, maar nou zit ik eigenlijk met een probleem. Ik heb altijd gedacht, dat een zin, die met aanhalingstekens begint, bij de afsluiting daarvan éérst de “aanhalingstekens sluiten” kreeg en daarná pas de punt. Ik vind het veel logischer dat je de zin “inpakt” tussen de aanhalingstekens en daarna pas afsluit met een punt.
Maar ze dicteerden: “punt, aanhalingstekens sluiten”.(Deze laatste zin zou ik dus verkeerd afgesloten hebben, dat moet zijn ….”punt, aanhalingstekens sluiten.”).
Maar zo hangen die aanhalingstekens toch maar ’n beetje in de ruimte? En als je volgende zin met ’n apostrophe begint heb je d’r drie op ’n rijtje.
Het is een pietluttig probleem als je het vergelijkt met het gebrek aan drinkwater voor een groot deel van de wereldbevolking, ik geef het toe. Maar stel, dat ik het mijn hele leven al verkeerd doe? Dat is dan al láng, hoor! Wie redt mij? En als je toch bezig bent, denk dan even aan het glazen huis…….
Irene
december 21, 2007 at 4:00pmEr zijn twee gevallen:
“Als de hele zin tussen aanhalingstekens staat, staat de punt voor het sluitteken.”
En als maar een deel van een zin wordt aangehaald, dan “staat de punt na het sluitteken”.
Voilà. 🙂
karin
december 21, 2007 at 10:00pmo gut, was het vanavond? nouja, oefenen voor volgend jaar dan maar.
els
december 22, 2007 at 12:20am@Irene: Hartelijk dank. Ben ik dus maar half dom.
cockie
december 22, 2007 at 8:12am14 fout? Dat is klasse. (Ik 23…)
Jij lijkt me wel iemand die ‘te Betel’ goed had geschreven…
els
december 22, 2007 at 5:15pm@ Cockie: Nou nee,hoor, ik had een ‘h’ te veel en alle Jakobs met ’n ‘c’!
cockie
december 22, 2007 at 8:04pmIk ook! 🙂