Het is alweer ruim een jaar geleden, dat onze kat doodging. We hebben nog geen nieuwe en waarschijnlijk zal dat er ook niet meer van komen, hoewel je daar als kattenliefhebber nooit zeker van kunt zijn. Komen ze op je weg, dan pakken ze je in met boter en suiker. Onze nu in de kattenhemel verblijvende Tommie was negentien jaar geleden ook zo’n inpakker. Tijgerde, bij kennissen met een nest jonge poezen, tegen m’n been op, nestelde zich op m’n schoot en we hadden er een kat bij. Zo doen ze dat. Hij was zes weken oud, pikzwart en aanbiddelijk om te zien, zoals te doen gebruikelijk. Moeder was een grijze Karthuizer en vader was, eveneens zoals te doen gebruikelijk, onbekend. Voor zo’n dellerig type was moeder trouwens behoorlijk hooghartig, zat in de vensterbank en bemoeide zich zo min mogelijk met het grut.
Onze gastvrouw was er als de kippen bij om te zeggen: “Neem ‘m maar mee, hoor! Je mag hem hebben!” Ze had al wat huizen voor een paar poesjes, maar wou er best nog eentje kwijt. Ik moest in m’n eentje terug naar huis en had dus niemand om het beestje vast te houden, maar dat was volgens de kattenleveranciers geen bezwaar: hij kon wel in het handschoenenkastje. Daar zaten ook wel ventilatiegleuven in, maar zielig vond ik ’t wel. Nou ja, handdoekje er in, katertje erin, klepje dicht en ik ging.
Eerst mauwde het beest ontzettend zielig, ik zat heel geruststellend tegen ‘m te doen: “We zijn d’r zo, stil maar, dan mag je er uit!” Mijn pratende hoofd moet toen nog een raar gezicht zijn geweest, zonder handsfree telefoneren. Maar het was toch wel zo’n twintig minuten rijden en toen ik op een gegeven moment niks meer hoorde, dacht ik dat het dier de geest had gegeven. Auto aan de kant, kastje open en toen bleek, dat ie gewoon lekker had liggen slapen en dat ik hem nu wákker had gemaakt! Hij wou d’r uit en het kastje kreeg ik niet meer dicht!Telefonerend rijden met één hand, niet doen, is gevaarlijk. Rijden met één hand aan het stuur terwijl je een handschoenenkastje probeert dicht te houden met een worstelend beest erin, nou, dat is pas écht spannend!
Het poesje is juichend binnengehaald natuurlijk. Flip, onze reeds aanwezige kater gebruikte het zwarte mormeltje als speelbal en mepte hem van de ene kant van de kamer naar de andere. Even laten zien wie de oudste rechten had. Goochem, onze zwarte labrador, aanvaardde zijn aanwezigheid gewoon en beschermde van het begin af aan dat kleine hoopje kat tegen de boze Flipse buitenwereld. Als we ‘m kwijt waren, drie tegen een dat ie tussen Goochems zwarte poten onzichtbaar lag te slapen. Later, toen ie op stap ging om buurtconcerten te geven, zullen we maar zeggen, was Goochem ook niet eerder gerust dan dat ie binnen was ’s nachts.
Leuk, hoor, beesten in huis. Goed en leuk voor kinderen ook, maar voor alles is een tijd. Het kathouderloze tijdperk is aangebroken. Denk ik……