“Hoe zag uw buurt er vijftig jaar geleden uit?” was de vraag die het AD stelde om je ertoe te bewegen actiepunten te gaan sparen voor een foto daarvan. Het is opvallend hoe dat leeft, die hang naar ‘hoe het was’. Er zijn veel mensen bezig met het verzamelen van gegevens, foto’s en herinneringsverhalen tegenwoordig over gebeurtenissen en situaties in hun stad, dorp of vereniging. Net alsof men zich bewust is van de vergankelijkheid. Met name van de mensen die alles hebben gezien, meegemaakt en erover kunnen vertellen. En het is bovendien prachtig, dat de technieken om al die wetenswaardigheden op te slaan en te bewaren, zo handig zijn en toegankelijk. Een website en je hebt geen museum meer nodig.
Ik herinner me nog van vroeger dat er door ons geluisterd werd naar het radioprogramma “Onder de groene linde” van Ate Doornbos. Die man ging met een recordertje langs bij oude mensen, die zich de liedjes herinnerden van hún ‘vroeger’. Die nam hij dan op, zo voor het vaderland weg, zonder begeleiding. Ik vond het altijd een beetje aandoenlijk om zo’n bibberig stemmetje van een bejaarde te horen zingen, vaak nog in een dialect ook. Soms was het ook wel lachwekkend, hoor. Maar zo is e.e.a. wel bewaard gebleven. En dan kun je zeggen: moest dat nou? Ja, ik vind van wel. Waarom de Mattheus na al die eeuwen wel? Mooier, ongetwijfeld, maar Bach was geen oude boerin uit de Achterhoek, die die ouwe liedjes van haar moeder had geleerd. Die misschien ook niet kon zingen. Maar het is een kwestie van doorgeven en ik ben blij, dat er mensen zijn die daar gevoel voor hebben. Bewaren en je verbazen over toen en je ook verbazen over wat je nu hebt. Dat doe ik dagelijks.
Ik las trouwens nog een leuk prietpraatje van ’n meisje van een jaar of zeven. Ze zag op de tv hoe iemand aan het werk was op een ouderwetse typemachine. “Dát is handig”, zei ze, “nu is het meteen uitgeprint!”………