Terwijl ik vanmiddag met m’n gedachten in Amsterdam was, maar lijfelijk in Apeldoorn een wasje stond te strijken, luisterde ik op de radio naar het verslag van de demonstratie tegen elke oorlog en die tegen Irak in het bijzonder. Een en ander werd afgewisseld met een verhaal van een archeoloog uit Leiden, die onder andere vertelde, dat de bakermat van onze westerse beschaving uitgerekend in Irak ligt.
Zo werden aan de Euphraat en de Tigris de eerste echte steden gesticht, ontstond in die contreien de eerste geschreven taal, het spijkerschrift en kwam er handel tot bloei. Hij had voorwerpen bij zich, die daar gevonden waren en de interviewer deed aandoenlijk zijn best alles zo duidelijk mogelijk voor de luisteraar te beschrijven. Radio is tenslotte televisie zonder beeld.
De archeoloog gaf hem een aardewerken kom in handen. “Hoe oud is dit ding nou?”, vroeg de radioman. “Zo’n 2200 jaar voor Christus”, zei z’n gast. “Dat is lang geleden! Eh…even een vraagje: hoeveel is zoiets in deze tijd nou waard?”. “In géld, bedoelt u?”. De vragensteller kon er geen draai meer aan geven, want ja, dat bedoelde hij wél!
Maar de oudheidkundige wilde er wel een gooi naar doen. “Hier in Nederland niet zoveel, want dit soort materiaal hoort in een museum en niet bij een particulier, maar in Londen of Parijs…nou, toch gauw zo’n vierhonderd euro”. “Dan zet ik ‘m maar gauw neer”, zei de interviewer. “Histórisch gezien onbetaalbaar!”, zei de archeoloog, “en er ligt nog zoveel interessants in Irak, dat nog niet is ontdekt en als ze bommen gaan gooien…”.
Er wóónt ook nog zoveel interessants in Irak en daar waren al die mensen voor bij elkaar in Amsterdam en in Londen en in Berlijn en in Madrid en in New York enz. enz……..