Met verbazing zie ik het zo nu en dan aan. Het zijn gewoon onze eigen kinderen, maar onze zoons zijn een soort nerds. Verder niks mis mee, want het zijn aardige jongens. Maar luister: dan zitten ze hier op de bank. Met, pak ‘m beet, een afstand van anderhalve meter tussen de een en de ander. Ze hebben ieder een telefoon in de hand en dan….gaan ze mekaar béllen!
En zitten te gniffelen over wat er allemaal kan en wat het bij de één wel doet en bij de ander niet en zo zitten ze elkaar vliegen af te vangen en technisch te doen. Ze roepen van alles waar ik niks van snap. So wie so al hoe het mogelijk is, dat ze met hun telefóón op hun computer kunnen kijken, die heel ergens anders staat!
Ik krijg er zo erg de kriebels van, want ik voel me zó dom! Eigenlijk wil ik het ook helemaal niet weten, hoor! Wij vergéten vaak zelfs onze mobiele telefoon, waar je ook mee bellen kunt, als we weggaan. Zoiets zou voor hen lijken alsof ze op hun sokken de deur uitgaan.
Aan de andere kant zitten we op de voorste rij als er iets mis is met onze computers en dan zijn we toch zo blij met ze! We hink-stap-springen wel over de generatiekloof……..!