Kan dat? Nette zooi? Ja, hoor. Ik heb zaterdag namelijk rondgelopen op een brocante-markt. We hebben hier in Apeldoorn een locatie waar heel lang de Zwitsal-fabriek, jullie allemaal bekend van o.a. de bepoederde babybillen en aanverwante artikelen, gevestigd was. Het heet ook nu nog het Zwitsalterrein, waar de degelijke fabrieksgebouwen niet zijn afgebroken, maar huisvesting bieden aan een brouwerij, waar ze het “Schavuit”- bier maken. Als je er langs rijdt kun je de glimmend gepoetste ketels zien staan. Mooi gezicht, hoor! En er is een hele grote Kringloopwinkel. Zijn we ook nog geweest. Die ziet er keurig uit, daar kunnen de medewerkers trots op zijn! Ook is er een soort theaterschool, waar veel activiteit is en de allergrootste hal wordt gebruikt voor allerlei evenementen en concerten én dus een brocante-markt bijvoorbeeld. En misschien is er nog wel meer ondergebracht. Veel vrijwilligers bij betrokken en een voorbeeld van hoe je ‘oude’ gebouwen, die gewoon nog hartstikke goed zijn, kunt hergebruiken voor een gemeenschap. Met behoud van een oude vertrouwde naam, die iedereen kent. “De Zwitsal”.
Mijn jongste dochter ging daarheen met een collega en ik mocht mee. De dames gingen vroeg omdat het dan nog niet zo druk zou zijn en we de auto wat makkelijker kwijt zouden kunnen. Dat was slim. Een brocante-markt is wat anders dan een rommelmarkt, hoewel ik ook wel spullen heb gezien, waarvan ik dacht…..Maar ik kom nooit op een rommelmarkt en ben alleen in Frankrijk, toen mijn broer daar een huis had, een keer bij een brocante-toestand geweest dus ik heb niet zoveel verstand van het verschil. Maar dat is persoonlijk. Ik heb ook héle mooie antieke spullen gezien, die mijn budget dan ook te boven gingen. Je moet er oog voor hebben.
De verkopers achter de kraampjes maken veel werk van hun uitstallingen. En er liggen visitekaartjes, want de meesten hebben ook een winkel of in ieder geval een website. En soms vallen de prijzen dan weer mee. Ik wilde niet met lege handen naar huis natuurlijk. Droogzwemmen doe ik wel weer ’n andere keer. Ik heb zes zilveren lepeltjes gekocht, die ik bij thuiskomst meteen heb gepoetst en een balalaika voor mijn muzikale kloris. Hij ging meteen googlen hoe hij ‘m moest stemmen. Er zitten maar drie snaren op (dat hoort zo, niet dat er drie ontbreken of zo) dus dat moet geen probleem zijn.
En ik kan onderhandelen, zeg! Nooit gedacht, dat ik dat kon. De verkoper noemde een prijs en ik keek goed zuinig kennelijk. Daar ging ik niet voor. Toen deed ie d’r flink wat van af en toen vond ik het redelijk. Ik kreeg een hand en hij ging op zoek naar een tas waar hij in paste. Dat werd er een van Albert Heijn, beetje ordinair eigenlijk voor een gemerkte Russische balalaika, maar alla. Kloris heeft een gitaar, een banjo en nu ook een balalaika. Mooi voor een, van huis uit, blazer. Blokfluit, klarinet, saxofoon, you name it. Soms, doch zelden, speelt ie nog piano ook. Die Rus is in goed gezelschap, waar of niet? Stuur moeder maar naar een brocante-markt.
Nou, tenslotte liepen we nog even door de mooie kringloopwinkel. Heb ik een leuke vaas en een barometer, zo’n ouderwetse, die mijn oma ook had, op de kop getikt. Voor tezamen een bedrag van zeven euro vijf en negentig. Ja, kringloop of brocante, dat scheelt wel, hoor! Maar ze hebben allebei hele nette zooi…..