Stemming……

Naar aanleiding van de afgelopen verkiezingen zegt De Razende Bol: “Nee, dan had u toch beter de piano kunnen laten stemmen”……Leuk gevonden en daar ben ik ’t wel mee eens als je de gecompliceerde uitslag bekijkt. Maar wij hebben een beetje ’n aparte piano.

Het stemmen van de piano was bij ons thuis vroeger een happening. Niets meer en niets minder. Als de pianostemmer kwam was hij er om te beginnen nooit onverwacht, maar volgens afspraak op tijd, zodat mijn moeder de richeltjes van de piano waar ze niet dagelijks kwam van tevoren nog kon afstoffen. Vervolgens haalde hij alle kleppen er af waarna het instrument in z’n blote nakie stond. Als kind vond ik dat een beetje zielig, maar ik wilde wel altijd kijken.

Onze stemmer was geen pianist maar een pianeur. Als zijn stemkarwei, dat toch wel gauw anderhalf uur duurde, er op zat, controleerde hij z’n werk door een serie indrukwekkende gebroken akkoorden te produceren en nog ’n stukje te spelen waaraan je kon horen dat hij een pianeur was. Maar ik vond het gewéldig!

Dan zette hij het onttakelde instrument weer in elkaar en vertelde mijn ouders wat er eventueel in de toekomst misschien, maar nog niet direct noodzakelijk vervangen dan wel gerepareerd moest worden. Waarop zij geschrokken vroegen wat dat dan moest kosten, waarop de stemmer altijd zei, dat het geen haast had.

En inderdaad: het had geen haast. Ik heb de piano meegekregen toen ik trouwde, inmiddels 45 jaar geleden en we hebben hem, meestal wegens financiële prioriteiten, zeker niet regelmatig laten stemmen en er is bovendien nooit iets aan gerepareerd hoeven worden. En hij stamt uit 1928!

Zo’n jaar of wat geleden hebben we hem eens helemaal laten nakijken door een pianohandel en behalve een pedaal dat piepte mankeerde er praktisch niks aan. Van de vilten zijn er twee vervangen en dat was het. De klank is nog steeds geweldig. In de zomer ontstemt de diskant, de hoge-tonen-kant dus, een beetje, maar zodra de kachel aangaat trekt dat vanzelf weer bij. Voor de Sinterklaasliedjes is hij weer keurig op toon. Omdat we dat weten, laten we ‘m dus niet stemmen. Niet nodig, het is een doe-het-zelver, die piano van ons. Ideaal, zulk stemgedrag…….


Verrassing!

Dat Hans Teeuwen gestopt is met cabaretprogramma’s maken, omdat hem dat volgens eigen zeggen te veel uitput, daar kan ik eerlijk gezegd niet zo rouwig om zijn. Het was niet helemaal mijn stijl wat ie deed. Dat die jongen supermuzikaal is liet hij wel horen als hij de vleugel bespeelde. Hij kan d’r een houtje van.

Maar dat hij zo goed zingt! Verdorie, dat maakte al dat gepraat rond die lijsttrekkers bij Pauw & Witteman helemaal goed, zeg! Wat een timing, wat een uitspraak en ook wat een combo als begeleiding! Ik hoop dat ie dit blijft doen of dat ie in ieder geval een cd’tje maakt. Wil ik wel voor m’n verjaardag dan of voor moederdag of zo maar, kan ook. Gôh, die Hans…..


Weekendje in de bak…..

Zo hé, ’t is waar, hoor, van die nachten in Brabant. Lang. Hoe ze het volhouden, die Brabanders! Dat moet training vereisen. Het was er erg gezellig. We waren in “Den Beerschen Bak”, een klein bungalowpark in Westelbeers. Leuk huis, waar iedereen goed de ruimte had. ’n Pietsie gedateerd: bedden met lakens en donkerbruine dekens, zodat wie in dienst is geweest een déjà vu moet hebben gehad.

Verder was er op het park een leuke speeltuin voor de kinderen, geen autoverkeer en het was er erg rustig. We hoefden dan ook niet naar een tropisch zwemparadijs. Bij de receptie waren alleen wc-rollen en vuilniszakken te koop en dat getuigt ook van een praktische aanpak: boodschappen doe je maar ergens anders.

Er was een flinke open haard in het huis en die hebben we gestookt dat het een lieve lust was. En wat waar is, is waar: die kinderschoentjes, neergezet voor Sinterklaas, komen toch leuker uit bij zo’n haard dan bij de centrale verwarming thuis. En laat die ouwe Sint nou ook de weg weten in Brabant, zeg! De Pieten hadden er evengoed een rotzooitje van gemaakt, omgevallen stoelen, modder bij de deur en zo. Ouderwets door de schoorsteen, zoals het hoort, is er niet meer bij tegenwoordig. Zal de Arbo wel weer wezen. Maar…de schoentjes waren gevuld en daar ging het om!

Verder hebben we gewandeld, spelletjes gedaan, tv gekeken ,(de X-factor wil je toch niet missen, nietwaar?) goed gegeten, nog beter gedronken en het weekend was zó maar om. Ook in Brabant kent gezelligheid dus geen tijd. Vandaar die doorgehaalde lange nachten natuurlijk……


Effe weg…..

We gaan even een paar Brabantse nachten beleven. Die zijn lang, zeggen ze. Tot later dus………


Schaars…..

Vanavond zat VVD-er Gerrit Zalm bij Pauw & Witteman. Op de vraag waarom hij niet wat vaker in beeld kwam om campagne te voeren voor zijn partij zei hij: “Je moet jezelf een beetje schaars houden”. Dat vind ik een fraaie uitspraak van iemand tegen wie iedereen kennelijk “u” zegt.

Want laten we wel wezen: de overkill aan lijsttrekkers op de televisie maakt dat je, elke keer als je die aanzet en je ziét er weer een, denkt: “Néé, hè, niet wéér die verkiezingen!”. Je zapt snel verder naar zinloos vertier, terwijl je diep zou moeten nadenken over wat je aanmoet met je kiesrecht.

Dit negatieve effect van hun gejakker van hot naar her, van programma naar programma, van debat naar debat kan toch de bedoeling niet zijn van de partijleiders. En ze worden moe, hoor, een campagnestrateeg die ook bij P&W in het programma zat, zei het zelf. Alleen Marijnissen is verstandig, denkt om z’n hart, en neemt een dag rust.

Wij hoeven alleen maar om onze stem te denken en dat is verdorie al moeilijk genoeg, zeg…..


Heilige ernst…..

De krant had het vandaag over de Sinterklaasgekte, die nú al toeslaat, terwijl de man nog helemaal niet in Nederland is. Dat is ie nooit, maar dat weten wij alleen. Onze oudste kleinzoon heeft ‘geruchten’ gehoord op school. Dat ie niet bestaat. Zijn moeder heeft hem gerustgesteld, want ze wil ‘m nog niet kwijt als gelovige. Dat kan ze nou wel willen, maar de twijfel is gezaaid. Maar het is ’n slim jongetje, die zoon van haar, dus die houdt op zijn beurt z’n moeder nog wel een poosje in de waan.

Maar het grote toneelspel rond Sinterklaas is dus begonnen. Vanavond beginnen ze op de televisie met het Sinterklaasjournaal en dat vind ik ook redelijk vroeg trouwens. Zolang Sinterklaas er nog niet is gaat dat over feiten zoals: ‘Zijn de bruggen wel hoog genoeg om de boot door te laten? Waar moet Sinterklaas straks slapen? Is het Grote Boek eigenlijk wel correct bijgewerkt?’ en meer van dat soort prangende vragen.

Onze kleinzoons weten dat Sint a.s. zaterdag aankomt, maar wij zijn dan met de hele familie van alles aan ’t vieren in Brabant en “hoe moet dat dan met onze schoen?”, vroegen de mannetjes zich af. Mama moet maar even bellen naar het Sinterklaasjournaal, dan kunnen ze even doorgeven waar Sinterklaas moet zijn. Zou ze doen. En met de moderne communicatiemiddelen van tegenwoordig moet dat goed komen.

Ik las in dat Sintartikel in de krant over een moeder die haar kinderen rustig hun schoen liet zetten en die vervolgens leeg liet. Om ze te leren dat er ook wel eens niks in komt. Dat vind ik wel stoer. De prinsjes en prinsesjes zijn zó verwend, dat ze dat niet verwachten. En verwende kinderen kennen geen grenzen, zei een pedagogische mevrouw in dat krantenverhaal dus ook niet de grenzen van de portemonnee van Sinterklaas. Lijkt me wel handig om kinderen zich daar bewust van te maken. Daar hebben we met z’n allen nog een week of drie de tijd voor. Dat moet lukken en het is goed voor de mystiek rond 5 december, want die mystiek moeten we in stand zien te houden. Hoewel onze oudste kleinzoon wellicht zijn laatste jaar als volbloed-gelovige beleeft, hoe jammer z’n moeder dat ook vindt.

Die lege schoen lijkt trouwens verhipte veel op de ‘boterham met tevredenheid’ die mijn moeder ons vroeger regelmatig voorzette. Pedagoogje, hè……?


Kunststuk……

Toen onze kleinzoon van vijf met een op school vervaardigd schilderachtig kunstwerk thuiskwam en zijn moeder, geïnteresseerd in schildertechnieken, vroeg of hij dat met ‘ecoline’ had gedaan, zei hij: “Nee, met juf Heleen”……..


Juffrouw Kikkerbil tegen wil en dank…….

Kijk, als ik er van uit ga, dat we nu aardig wat jonge gezinnen in de buurt hebben wonen, zodat ik minstens een optochtje had verwacht van kinderen met lampionnetjes en daar dus van alles voor in huis heb gehaald, want ik vind dat leuk en er kómt dan niemand, tja dan is het over, hoor! Dan maak ik het volgende jaar zelf wel een snoepreisje naar Sint Maarten!

Dat houdt voor dit jaar wel in, dat we dertig pakjes tattoo-kauwgom over hebben. Wat moeten we dáár nou mee? Er liggen ook nog doosjes rozijntjes. Ik moet maar eens overleggen met de moeders in mijn familie. Ik heb geen verstand van tattoo-kauwgom, maar vond het wel prettig, dat het iets “ingepakts” was. Ik vond vroeger, toen mijn jeugdige volkje langs de deuren ging, niets zo erg als al die aan mekaar geplakte snoeptroep, die ze dan ook nog eens gingen zitten tellen en ruilen en waar iedereen dus al met z’n handen aan had gezeten. Ze zijn er nooit ziek van geworden dus waar zeurde ik over.

Een vader elders in het land vertrouwde zaterdag trouwens een in plastic ingepakt stukje snoep niet, likte er aan en dacht dat het een blokje vaatwasmiddel was. Hij sloeg alarm en de politie onderzocht e.e.a., maar het bleek toch gewoon snoep te zijn. Wel afkomstig uit Duitsland en over het algemeen maken ze daar toch nette spullen, maar misschien smaken ze Duits. Boven het berichtje stond: smaken verschillen en zo is het dus.

En daarom zit ik waarschijnlijk op Sint Maarten op 11 november 2007. Dan hadden ze maar langs moeten komen, de lampionnetjes……..


Briefje……

Er is net een schrijven de deur uitgegaan aan de personeelsvereniging van onze oude werkgever. Mijn man, die nog geholpen heeft die personeelsvereniging op te richten, en ik werkten tientallen jaren voor dezelfde baas, een revalidatiecentrum voor visueel beperkten hier in Apeldoorn. Leuk werk, leuke collega’s, tenminste de meeste, leuke werkomgeving zowel binnen als buiten, we hadden niks te mopperen.

Van de personeelsvereniging zijn we lid gebleven, want dat kon, ook toen we al gestopt waren met werken. Gewoon om niet alle banden te verbreken met collega’s met wie we een goede tijd hadden gehad. En in het begin hebben we nog diverse activiteiten bezocht.

Maar er werd gefuseerd, gereorganiseerd, verbouwd, directies wisselden, er kwamen collega’s bij en er gingen collega’s weg en als we, sporadisch, eens op de oude vernieuwde werklocatie rondliepen, kenden we van de tien mensen, die we tegenkwamen er zeker acht niet meer. En dan moesten de wel bekenden gaan uitleggen wie we waren en zo. Dat was niet erg, zo gaat dat nou eenmaal en beweging in een organisatie is niet verkeerd. Dat gebeurde in onze tijd misschien wel te weinig. Andere tijden.

Maar terug in de onze zijn we tot de conclusie gekomen, dat we ons lidmaatschap gaan opzeggen van de personeelsvereniging. We waren laatst bij de begrafenis van een oud-collega en de “reunie” die toen onstond was eigenlijk veel te gezellig. Er is de vereniging wel eens voorgesteld een sectie op te richten voor de letterlijk oud-collega’s, maar dat kwam niet van de grond. Wij doen het dan maar met begrafenissen.

Bovendien zijn de activiteiten, die de jonkies van tegenwoordig organiseren ook niet altijd geschikt voor ons, hoor, dat is het ook natuurlijk. Een “ijs”-feest op een indoorskibaan, wadlopen, survivaltochten al dan niet op de fiets, een banketbakker, die een workshop “chocola” komt geven. Dat is allemaal niks voor ietwat gezette oma’s die op de lijn moeten letten en zich niet meer op glad ijs wagen.

Hetgeen niet wil zeggen, dat ik achter de geraniums zit, hoor! Ik zit alleen even in een ander circuit met de kleinkindertjes en ’n andere tijdsindeling in huis. Maar ‘k ben ook gemakzuchtiger geworden, dat geef ik ruiterlijk toe. Als iets verder dan een paar kilometer weg is neem je al gauw de auto. En vanwege de tijd zou dat niet hoeven. Want dat is het ook: we hoeven niet meer zo nodig en dat is toch ook wel heel erg lekker…….


Spreuk……

We hadden ’t laatst over tegelwijsheden. ’t Is gelukkig uit de mode nu, maar er was een tijd dat mensen hun toilet volhingen met van die tegeltjes met wijze spreuken er op. Dat gaf wel wat te lezen als je daar toch zat, maar wijzer werd je er niet van. En je kreeg er een stijve nek van als ze áchter je hingen. Bovendien was de humor plaatsgebonden en van minder allooi. Het ging over ‘heren, die de bril omhoog moesten doen, omdat de dames droog wilden zitten’ of ‘dat je alle hoop moest laten varen’ en zo meer. Behalve die bril die omhoog moest, weinig verheffend.

Dan is : ‘niet klagen, maar dragen en bidden om kracht’ wel andere koek. Die spreuk hing geborduurd in de kamer van iemands christelijke tante. Die persoon vertelde over een andere christelijke familie, waar de zoon des huizes weinig uitvoerde, waarop zijn vader hem de spreuk toevoegde: ‘aan het werk en naar de kerk, godverdomme!’. Beide spreuken dus van christelijke oorsprong.

Nee, dan mijn oma! Niet christelijk. Zij had in de hal van haar huis de spreuk hangen: ‘Wie niet als vriend hier binnenhuppelt, wordt er onverwijld weer uitgeknuppeld’. Kijk, dat is duidelijk. Evengoed had ze véél aanloop……