Wraakneming…….

vieze pootjes maker.....

Je hebt hondenmensen en je hebt kattenmensen. En als je een hekel hebt aan katten is dat vaak niet ’n béétje hekel, maar een grote. Ik had een collega, die ook zo bang was voor ze , dat ze verstijfd op visite zat ergens als ze wist, dat zich in dat huis een kat bevond, ook al was hij helemaal niet in de kamer. Ik vind katten geweldig en val als een blok voor ze. Dat onberekenbare, eigenwijze, onafhankelijke in hun karakter spreekt me erg aan. Het onafhankelijke laten ze net zo makkelijk even varen tegen etenstijd, want als het kon maakten ze het liefst zelf de blikjes open, maar kom, je moet het personeel te vriend houden dus spinnen en kopjes geven tegen de benen van de voedselverschaffer dat moet dan maar even. En wat willen we graag te vriend gehouden worden, ongelooflijk!

Er zijn veel webloggers met katten en die schrijven er ook over, want ze zijn niet alleen foto-maar ook verhalengeniek. Dat kunnen mensen, die niks hebben met katten niet begrijpen. Maar lees het stukje van Puck van gisteren er maar op na. Zij beschrijft perfect hoe het werkt met katten en hoe je op een gegeven moment toch plat kunt gaan voor ze. Terwijl je zelf niet snapt hoe dat kan.

In onze Apeldoornse krant schrijven ze ook over katten. Hoe mensen in een buurt ze afschieten met een buks. Omdat ze een hekel hebben aan het gedrag van een kat. Hij loopt los rond en komt dan in je tuin, terwijl je dat niet wilt. Want hij dóet wel eens wat en begraaft dat heel netjes. Dat heb ik overigens een hond nog nooit zien doen en z’n baas nog minder. Maar als je net nieuwe bloemetjes in je tuin hebt gezet dan vind je dat niet leuk. Dat kan ik heel goed begrijpen, maar een paar keer een plens water over z’n harige bast en dan ben je écht wel een boze buurman, hoor! Dan mijdt hij je tuin heus wel. Geregeld zonder buks.

De allernieuwste uiting van kattenhaat las ik vanmorgen. Iemand had een pvc-buis schuin in de grond gegraven met een lekker kattenhapje onderin. Daar was een kat op af gekomen en die was fataal klem komen te zitten. Na een ongetwijfeld afschuwelijke strijd om los te komen was het beest dood. De eigenaar van de kat had de dader aangesproken op zijn handelen en die had zijn excuus aangeboden. Alsof zoiets te verontschuldigen is! Hij vertelde, dat het ook nog de verkéérde kat was, die hij te grazen had genomen! Hij moest een andere buurkat hebben, want die maakte altijd “vieze pootjes”op zijn auto!

Er is gelukkig aangifte gedaan bij de politie. Ik wou, dat ik een straf mocht verzinnen. PVC-buis om armen en benen voor, wat zullen we zeggen?….een weekje of vier…..?


Radioactief…….

mooi drenthe.....

Neneh raakt, zo vertelt ze, per auto rijdend van afspraak naar afspraak voor haar werk, gemixt met de fietsers van de Drentse Rijwielvierdaagse. Een evenement, dat al heel lang bestaat. In de tijd, dat wij in Groningen woonden, had ik een echtgenoot (ja, dezelfde als vandaag) die allerlei sporten beoefende. Aan het “uitproberen” was eigenlijk, want behept met een visuele beperking, wilde hij wel eens weten wat er ondanks dat nog mogelijk was.

Dus heeft hij een poosje geroeid, een tijdje paard gereden, een blauwe maandag hard gelopen en dus samen met een náást hem rijdende maat, die hem soms even aan zijn schouder bijstuurde of waarschuwde voor de scherpe bochten, gefietst op een racefiets. En zo deden ze ook mee aan, jawel, de Drentse Rijwielvierdaagse!

We hadden toen vier kinderen in jeugdige leeftijden dus moeder bleef thuis. Ik vind dat nu ’n beetje lijdzaam klinken, maar zo was het nu eenmaal geregeld in die tijd en het handigst. Ik vond het niet erg, want ik gunde ‘m zijn sportieve plezier. Terzijde: ‘k ben wel eens jaloers geweest op de leuke studie, die hij deed naast z’n volledige baan en dat voor ons aller toekomst, hoor, laten we wel wezen! Maar dat kriebelde weleens, mag je best weten!

Maar…de Drentse Rijwielvierdaagse kwam op de radio! Een reportage! Mijn man belde op: “Zet de radio aan! Ik ben geïnterviewd! Het wordt zo uitgezonden!”. En ja, hoor! Zo’n keurig sprekende reporter: “Ik ben thans in gesprek met een visueel gehandicapte deelnemer uit Groningen. En meneer, vindt u dit een geschikt evenement voor andere blinden om aan mee te doen?”. Want daar ging het natuurlijk om, hè, fietsers genoeg daar, maar een blinde in het wild, dat was iets bijzonders.

En daar klonk pappie door de ether, heel ontspannen en losjes, maar toch zenuwachtig, maar dat hoorden alleen wij natuurlijk: “Jazeker, zonder meer!”. Die uitdrukking gebruikte hij nóóit: “zonder meer”! Nou, verder bla, bla, bla, wat hij nog meer zei weet ik niet meer en het duurde natuurlijk ook maar een halve minuut, maar toch. De Drentse Rijwielvierdaagse zal voor altijd verbonden blijven met het radio-optreden van ons vader……..


Lekker weg in eigen land…..

Goudkust.....

We zapten net langs de Postcode-loterij en zagen hoe een ouder echtpaar een prijs won. Martijn Krabbé kwam ‘m brengen en hij zei, dat meneer en mevrouw maar eens even op de bank moesten gaan zitten. Hij begon met te vragen hoelang ze al meededen. Nou, dat was al vanaf het begin. Niet om te winnen, maar omdat er veel zielige kinderen waren die geholpen moesten worden. En dat méénde die man, dat zag je. Ze hadden dan ook zeven loten.

Op elk van die loten was zoiets als tweehonderd-drie-en-twintigduizend euro gevallen en op één ervan ook nog eens de jackpot! Ze wonnen bij elkaar opgeteld een bedrag van ruim drie-en-een-half miljoen. Ze waren er stil van en mevrouw keek eigenlijk alleen maar ongerust naar haar man om te zien of hij die mededeling wel aankon. Voor Martijn kon er nog wel een kusje af als dank, maar daar moest hij wel om vragen! Hij vroeg ook nog of ze wisten wat ze gingen doen. Meneer leefde helemaal op en zei, dat het goed uitkwam allemaal, want ze hadden net een reis geboekt! “Waar naar toe?”, vroeg Martijn. “Naar Appelscha!”, zei de multimiljonair…………Ach, lief, hè?


Kast van een huis….

zoiets dus...

Nu moet ik toch éven melden dat de linnenkast staat! Na veel geheister, maar toch. Onze oudste zoon heeft wel even laten zien, dat hij, behalve van computers, ook erg veel verstand van zelfbouwmeubelen heeft. Hij kan namelijk van die tekeningen lezen en snapt ze dan ook. Daar heb ik drie volledige studiedagen voor nodig. Dan kom ik er ook best wel uit, het duurt alleen wat langer.

De moeilijkheden begonnen echter toen we moesten vaststellen, dat onze slaapkamer te klein is om “ter plekke” een zelfbouwkast in elkaar te zetten, want hij bleek uit erg veel gróte onderdelen te bestaan. Uiteraard hadden we onze oude kasten verwijderd om plaats te maken voor dit nieuwe exemplaar, maar dat bleek niet voldoende. Er was te weinig vloerruimte eigenlijk en de wastafel zat in de weg, maar toen na passen, meten en in elkaar schroeven het ding rechtop gezet moest worden was het plafond te laag om te kunnen manoeuvreren.

Ons bed moest uit elkaar en gedeeltelijk de kamer uit! We hebben namelijk een groot bed. Qua bed horen we eigenlijk in een kasteel te wonen, maar ja, dat is er nooit van gekomen en het was dus even behelpen. Maar toen de kast eenmaal langs de muur stond: geweldig! Wat er niet allemaal in kan! Misschien kunnen we nu nóóit meer verhuizen, maar dat is van later zorg.

Morgen moeten we nog even de laden van de kast in elkaar deuvelen en lijmen, maar voor vandaag was het even genoeg zo. We hadden tenslotte ook nog een bed in elkaar te zetten. In alle knutseldrukte hadden we ook gemist wie de Tour-etappe had gewonnen vandaag, kun je nagaan. Maar we zijn weer bij en zullen straks lekker slapen.

Trouwens, alle schroeven, handgreepjes, glijders en deuveltjes waren er en alle voorgeboorde gaatjes zaten op de juiste plaats en we hebben maar één verkeerd gemonteerde plank hoeven losschroeven, goeie score, toch? En we mogen elkaar ook nog steeds……


Liefde……

liefde is...samen zonder heibel een kast in elkaar zetten...

Onze jongste dochter kwam vanmiddag met haar jongens even een kopje koffie halen. Toen ze de dozen van het linnenkast-bouwpakket zag en hoorde van onze plannen om het e.e.a. in elkaar te gaan zetten, zei ze bij het weggaan: “En dénk erom, hè? Jullie houden héél veel van mekaar!”. Nu maar hopen, dat de handleiding klopt en alle schroefjes aanwezig zijn……


Vroege vogels…..

op losse schroeven.....

Het feit, dat wij ons niet meer elke morgen naar een werkkring hoeven spoeden maakt dat we, en ik zeker, er soms een rare dagindeling van maken. Ik kan laat naar bed en hoef ook niet vroeg op. Laat wordt het eigenlijk elke avond wel. Dat is niks nieuws, want dat heb ik m’n hele leven al gehad. Gewoon een nachtbraker. Toen de kinderen nog klein waren was ik er ‘smorgens ook nog eens vroeg uit en heb daar nooit last mee gehad. Veel uren slaap waren kennelijk niet nodig.

Vanmorgen echter werd er om even over achten gebeld. En nog eens gebeld. Pratende mannen voor de deur. Vraagtekens in ons nog wazige hoofd. “Wie is daar zo vroeg?”. Nou, ze kwamen een zelfbouwlinnenkast brengen. Ja, zélf besteld, ook bericht van gehad, maar totaal vergeten. We hebben een kaartje gekregen waarop stond, dat we vanaf 8 uur konden bellen om te vragen hoe laat we in de rit zaten. Dat bellen hoefde dus niet meer, want dat stonden ze zelf al te doen.

Het waren vrolijke en vooral wákkere jongens, die bezorgers, die onze slaperige koppen wel geinig vonden. “Wat zijn jullie vróeg!”, zei mijn man. “Ja, meneer, we moeten érgens beginnen! Wilt u hier even tekenen? Veel plezier d’r mee! Goeiemorgen!”. En weg waren ze.

In onze gang staan drie grote en vooral zware pakken en dat moet dus een linnenkast worden. D’r kan geen mens meer in of uit bij de voordeur, maar dat is niet erg. We hebben nog een achterdeur. En dan moet die kast in elkaar gezet. Maar daar gaan we eerst even een nachtje over slapen……


Jarig……

Onze kleinzoon nummer twee wordt drie jaar vandaag. Het is toevallig ook één van z’n crèchedagen, maar in principe kan een kind niet jariger zijn dan daar! Er wordt altijd veel werk gemaakt van een jarig kind. In het middelpunt van de belangstelling, zingen, tractaties (waar zijn moeder zich voor heeft uitgesloofd!) en ( tot nu toe) heeft ie erg lekker weer dus fijn buiten spelen zit er vandaag ook helemaal in.

Wij gaan om een uur of half zes naar zijn ouderlijk huis. Met de cadeautjes natuurlijk en met een grote stapel pannenkoeken, die ik straks hier thuis ga bakken. Ik houd ze warm in de oven en tegen de afgesproken tijd sjezen we als een pizzakoerier, maar dan op vier wielen en niet door het rode licht of over het fietspad, naar hun huis. Dan hoeven zij niet voor het eten te zorgen en alle visite is ook om die tijd besteld. Het wordt vast gezellig.

Vanmorgen hebben we de ingrediënten voor de bakkerij gehaald bij de supermarkt waar de caissière zei: “Nou, ú gaat pannenkoeken bakken!”. Dat zit er wel in als je vier pakken pannenkoekenmeel, 3 liter melk en een fles stroop op de band zet. En een paar ons bacon, want er zitten liefhebbers van spekpannekoeken bij!

Ik ga dus zo maar eens even beslag maken, eieren er bij. Ik bak wel eens meer pannenkoeken, maar voor vanmiddag moeten het er wel erg veel zijn. Ik heb er zin in! Of ik dat straks ook nog heb in pannenkoeken is de vraag, maar voor een jarige kleinzoon….daar doe je je best voor…..!


Le Tour de Panne…..

De Tour de France is weer begonnen en dat inspireert. Dus mijn echtgenoot ging vanmiddag met één van zijn onmisbare voorrijders een eind de weg op met de racetandem. Hij heeft voor zijn verjaardag een zwarte fietshelm gekregen, een keurig kleurtje voor een vijfenzestigplusser, en omdat zijn metgezel er ook een draagt, een blauwe, zien ze er als koppel best wel professioneel uit. Dat rondje Frankrijk is er niks bij. Ze laten zich niet weerhouden door een dreigend buitje en trappen lekker door. Ze zijn zo maar een eind weg.

Het was daarom érg handig, dat mijn man een mobieltje in de zak van zijn regenjack had gestopt, want ze kregen een niet te repareren klapband! Het was een big bang! Onze auto werd op slag gepromoveerd tot bezemwagen en ik voelde me net een ploegleider. En het klinkt ook zo lekker “rescue-achtig” als je zegt: “Oké, ik kom er aan!”.

Ze waren gestrand langs het Apeldoorns Kanaal ter hoogte van Vaassen. Waar verschrikkelijk hard wordt gereden, door de auto’s dan. Dat merk je pas als je een tweepersoonsfiets achterin een auto staat te schuiven. Ze zóéven langs je heen. De achterklep kon niet helemaal dicht en moeders was bovendien effe een touwtje vergeten om ‘m dicht te binden. Ja, weet ik veel, ik ben Jan Raas niet! Dus ging de voorrijder áchterin de bak zitten om de klep dicht te houden en de fiets vast. Gelukkig is het een lenige jongen. We reden in gematigd tempo, maar in ieder geval harder dan een fiets, naar huis.

Wij hebben tegenwoordig contact met een “rijdende fietsenmaker”, die hier in Apeldoorn behalve een gat in de band ook een gat in de markt heeft ontdekt. Hij werkt óf aan huis of hij neemt in zijn vrachtwagentje je fiets mee en brengt hem gerepareerd weer keurig thuis. Ideaal! Hij is ook (nog) niet eens duur. In ieder geval scheelt het gezeul met een kapotte fiets naar een fietsenwinkel, waar je hem bij de verzamelde reparatiegevallen mag zetten en vaak maar es moet bellen of ie al klaar is. Goed geregeld voor de mini-equipe……..


Er staat een paard in de gang….

Herhalingen waren er altijd al in de zomer op de televisie, maar dit jaar maken ze er gewoon programma’s van. Met presentatie door mensen, die ook op herhaling zijn. Toen de dienstplicht nog bestond moesten er militairen op herhaling en die bleken wel eens niet meer in hun uniform te passen. Omdat ze in hun burgerbestaan teveel waren uitgedijd. Datzelfde gevoel krijg ik bij die “nostalgische” programma’s ook. Het past niet meer.

We zagen zaterdagavond het door Jos Brink gepresenteerde programma, dat het “zaterdagavondgevoel” weer zou moeten terugbrengen. Ze zonden o.a. een sketch van Toon Hermans uit. “Geweldig!”, vond gast André van Duin. Ik vond het langdradig, traag en eigenlijk niet zo erg leuk. Terwijl het dat in de oorspronkelijke uitvoering in negentienzoveel waarschijnlijk wél was!

Het was trouwens helemaal onvoorstelbaar waar de mensen om láchten vroeger. Ja, ik ook, denk ik, hoewel….Van Duin was aan mij nooit besteed, hoor! Gekke bekken, rare typetjes, valpartijen, lachen, gieren, brullen was het. En dat op zaterdagavond.

Ik voel me een beetje ontheemd, hoor, want lang niet alle moderne cabaretiers en theatermakers spreken me aan, maar de ouwe hap óók niet! Het past niet. Ik ga maar een boek lezen…….


Europa United……

draadverbinding.....

Nou, alle ouders die een dvd-speler hebben aangeschaft voor achterin de auto, zodat het kroost zich zou vermaken op weg naar het warme zuiden, hebben zeker de scoubidou-rage gemist. Een baal van die plastic touwtjes en je hebt geen kind aan ze! Goedkoper ook. En in de krant stond een foto van een hele schoolklas, die onder leiding van een 14-jarige met handelsgeest, want haar moeder heeft een winkel in hobby-artikelen, een mini-workshop volgde. Die zijn alvast voorbereid op lange ritten.

Er zijn trouwens in heel Apeldoorn geen touwtjes meer te krijgen en menig speelgoedhandelaar slaat zich voor z’n kop, dat hij de rage niet heeft zien aankomen! Het schijnt trouwens in Frankrijk begonnen te zijn met kinderen, die het koperdraad uit elektriciteitsdraad trokken, de holle plastic touwtjes overhielden van die actie en daarmee aan het knopen sloegen. Met bovengenoemd resultaat. Het breidt zich als een olievlek uit over Europa! Misschien verbroedert het wel! Zijn die kinderen in hun vakantie bezig om landen aan elkaar te knopen!

Nederland is voorzitter van de Europese Unie en zou deze hobby zonder meer moeten promoten. Jan Peter is er priegelig genoeg voor. Zo raakt ie de draad niet kwijt, moet met goeie voorstellen voor de draad komen, landen genoeg die tegen de draad in zullen zijn, maar als hij de draad goed opneemt, zullen ze niet aan een zijden draad hangen met het hele parlement, maar aan een stevige scoubidouknoop, want die krijg je maar niet zo los!

Wat me wel opviel in mijn Prisma-woordenboek uit 1982, dat ik nog gebruik omdat het handzamer is dan de dikke Van Dale, maar waarover ik uiteraard zelf mijn kennis uit het groene boekje moet heenhalen, is, dat het woord “scoubidou”daar al in staat! “Knoopwerk van plastic draden” staat er. Wát nou: nieuwe rage……?