Je zult als vrouw toch maar voor de voeten geworpen krijgen dat je ‘teert’ op je man! Minister Jet Bussemaker van Onderwijs beweert dat vrouwen die niet economisch zelfstandig zijn, dat doen.
Mevrouw Bussemaker zelf is een zeer slimme dame, die via ongetwijfeld hard studeren doctor in de politicologie en nog wat aanverwante onderwerpen is geworden en mede daardoor zit waar ze nu zit. Onderweg naar de top is ze zelfs ’n keer van politieke partij veranderd en dan denk je toch na, zeg nou zelf. Ik ken haar persoonlijke omstandigheden niet en dat hoeft ook niet, maar ik weet wel zeker dat ze op niemand hoeft te ‘teren’. Dat ze tijdens het uitbreiden van haar kennis wel financiële bijstand zal hebben gekregen, zoals voor studenten gebruikelijk, is wel waarschijnlijk, maar om dat nou ‘teren’ te noemen is natuurlijk flauw.
Wat mij stoort in haar bewering is dat ze vrouwen over één kam scheert. Zo praat ze de minder fortuinlijken ( en dat in de dubbele betekenis) die niet hebben kunnen leren of studeren door omstandigheden waaraan ze weinig konden doen, een schuldgevoel aan. Schuldgevoel, daar weten veel vrouwen toch al alles van. Omdat ze, ook van de minister dus, van alles tegelijk moeten doen. En dat ook nog es allemaal goed willen doen.
De tijden zijn natuurlijk al veranderd. Een mán in z’n eentje achter een buggy of kinderwagen is allang geen gek gezicht meer. Ideaal zal het niet altijd zijn, maar dat mannen huishoudelijk gezien op hun vrouw ‘teren’ is niet altijd het geval meer. Taken delen is gewoon.
Ikzelf ben zo’n veertien jaar thuis geweest bij de kinderen. Hoe dat ánders had gemoeten in die tijd, zou ik niet eens weten. Ik ben alleen maar jaloers geweest op de studiemogelijkheden van mijn kloris, die hij had toen we de kinderen al hadden. Maar ik had de baby-, peuter-, en kleutertijd van ons viertal niet willen missen. Ik ‘teerde’ natuurlijk enorm, Jet, dat wil je niet weten. En dat veertien jaar lang. Ik was huishoudelijk gezien niet eens zo’n ster, hoor!
Aan de andere kant had ons vader een min of meer rustig thuisfront, waardoor hij aan onze gezinseconomie kon werken. En dat was ook best nodig. Ik had wel het geluk, dat ik ‘m nogal eens dingen moest voorlezen, omdat ze dat bepaalde studieboek niet hadden bij de bibliotheek of dat het niet zo snel kon worden omgezet in braille. En het was interessante stof ook nog.
Dat voorlezen deden we meestal ’s avonds voor het slapen gaan. In bed dus. Nou, en dan zat ik allerlei interessants te vertellen over gesprekstechnieken en zo (Sociale Academie, hè) en dan moest ik regelmatig vragen : “Wat was het laatste woord?”, want dan dreigde onze student in slaap te vallen. Evengoed had ie ’n prima eindlijst bij z’n diploma.
Z’n conservatoriumstudie heeft ie trouwens ook tijdens ons huwelijk gedaan. Was ook leuk, hoor, want dat ging over muziek en daar ben ik van. Toen heb ik veel geleerd over componisten en stijlen en zo. Hebben we met z’n tweeën nog dagelijks plezier van. Al was het maar bij quizzen.
Dus achteraf gezien heb ik meer geleerd dan geteerd toen ik economisch geheel afhankelijk was van mijn echtgenoot. Een heel apart soort economie was dat. Omstandigheden kunnen dus zeer verschillen per economisch oninteressante vrouw.
Ik denk, dat de minister dat maar goed in de gaten moet houden wanneer ze knuppels in kippenhokken gooit…..