Mis(s)…..

* In Saudi-Arabië hielden ze ’n miss-verkiezing. ’n Meisje in een burka heeft gewonnen. Nou, dat opent perspectieven. Wáár kan ik me melden…..?


’n Hele toer…..

Het is dat we even boodschappen moesten doen, maar verder zaten we televisiegewijs gekluisterd aan de Mont Ventoux vandaag. Een tour-etappe volgen vind ik doorgaans niet zo bijster interessant. Het laatste sprintje vind ik meer dan genoeg en als steeds dezelfde wint zelfs dát niet eens.

Maar er is de laatste dagen zoveel gepraat over die ‘mysterieuze’ berg, waar heel veel mensen, ook hele gewone, die ik tot dan toe als heel normaal beschouwde, minstens ééns in hun leven tegenop willen. En ze kunnen niet eens uitleggen waaróm precies. Ik hoorde gisteren zelfs over iemand, die dat in de nacht ging doen. Dat is dan wat je noemt een ** ” Nacht op de kale berg”. Want kaal is ie, hoor. De weg er naar toe niet helemaal, maar die is dan weer ontiegelijk steil, vooral het laatste stuk.

De rit vandaag was spannend. Hoewel ik moeite heb met het feit dat degene, die kans heeft de rit te winnen dat niet mag proberen. Vanwege “stalorders” oftewel: hij mag niet van zijn baas. Anders loopt de podiumplaats van een ploeggenoot gevaar. Ik zeg dan met mijn huisvrouwenverstand: dan had dié vent maar harder moeten rijden om zijn podiumplaats zeker te stellen. Maar die redenering schijnt dom te zijn.

Morgen is de laatste dag van de Tour. Dan zijn ze in Parijs. Wie ‘m gewonnen heeft, die Tour, dat weten ze al, daar kan niets meer aan veranderen. Iemand kan alleen de laatste etappe nog winnen en wie dat zal zijn is nog een verrassing. Toch nog ’n verrassing. Als ik ’t goed begrepen heb, hoor, want al die truien: geel, groen, wit, bolletjes en dat gegoochel met minuten en seconden, met klassementen, het kan me allemaal gestolen worden. Maar dat er een Rabo-renner won op die kale berg, ook al is ’t ’n Spanjaard, dat vind ik dan toch wel weer leuk. En het is niet eens mijn bank.

Nou, ik ga maar eens naar beneden. Een salade maken. Inderdaad ja, stalorders……..

(** “Een nacht op de kale berg” is de titel van een symfonisch gedicht van Modest Moessorgski, voor wie dat even was ontschoten……)


Maandag…..

Ze hebben het vandaag de hele dag over de maanlanding gehad. Ik kan het me nog heel goed herinneren trouwens. Dat we op ons zwartwit-teeveetje zaten te kijken. Ik vond het wel een hele gebeurtenis, hoor, maar ergens vond ik het jammer voor de kinderen. Ik had er toen nog maar twee, maar voor het slapen gaan nog even naar de maan kijken werd na die dag toch anders. De mythe was weg.

Het mannetje op de maan, tja, daarvan wist je nu hoe die er uit zag. Een wit pak aan en een helm op. En hij zei hele diepe dingen zoals : “That’s one small step for a man…one giant leap for mankind”.

Het maanliedje, dat ik al van mijn moeder leerde (en dat ik nog steeds ken!), nou dat hoefde toen ook niet meer, want het sloeg, bewezen en wel, nergens meer op:

“Maantje tuurt, maantje gluurt,
al door de vensterruiten.
’t Is alsof hij zeggen wil:
’t is in de kamer zo stil, zo stil.
Zijn de kindertjes al naar bed?
Of lopen ze nu nog buiten?

Lieve maan, kijk eens aan!
Ze liggen allang in de veren.
Mooi, zegt ’t maantje, en lacht en lacht.
‘k Wens jullie allen een goede nacht.
Morgen komt er een nieuwe dag.
Dan kun je weer spelen en leren.”

We zagen van de week op de televisie dat de politie een jochie van zeven, dat om over tienen ’s avonds nog vrolijk op straat speelde, maar es naar huis bracht. Die liep dus nog buiten. Je ziet ’t : de maan let er niet meer op. Z’n ouders zouden ze moeten manen, dat ze hun koter op tijd in de veren leggen. Maar dat zal wel janken naar de maan zijn…….


Tour d’Achterhoek….

In een artikel las ik over het probleem dat je hebt als je kind niet meer met z’n ouders mee wil op vakantie en pa en ma daar nogal moeite mee hebben. Meestal omdat ze het kind nog te jong vinden om al eigen plannen te hebben. Wij hebben er wel eens meer dan één gehad, die onze vakantieplannen hoegenaamd niet zagen zitten, maar vanwege hun jeugdigheid toch mee moesten.

We zouden , samen met nog een andere familie, op de fiets een trektocht maken door de Achterhoek langs zogeheten ‘paspoortcampings’. Dat waren vroeger, en misschien is dat nog wel zo, van die kampeerterreinen waarvoor je moest bewijzen een verantwoordelijke kampeerder te zijn, anders kreeg je geen verlof om daar je tentje neer te zetten. Het waren campings midden in de prachtige natuur, maar er wás niks. Ja, vogeltjes, eekhoorns, bomen en struiken. Met zo hier en daar ’n waterkraan en een toilet dat bestond uit een gat in de grond met een hok er omheen. Terug naar de basis van het bestaan zal ik maar zeggen.

Wij vonden dat toen leuk en onze jongens ook nog wel, hoewel de jongste het verplichte fietsen niet zo geweldig vond, meen ik me te herinneren. “Dat noemen ze vakantie!” vertolkte hij mopperend en peddelend de gevoelens van zijn puberzussen, die het al helemáál drie keer niks vonden. Misschien zelfs wel vier keer. We hebben nog foto’s van de ‘opgewekte’ tronies.

Daarbij kwam nog, dat we gedurende de tocht van tijd tot tijd slecht weer hadden. Net zoiets als nu eigenlijk. Temperatuur was best, maar het regende nogal eens. Er zijn dus ook foto’s van in regenpakken gehulde vakantiegangers op de fiets.

Natuurlijk was het niet alléén maar kommer en kwel, maar als kind, ik geef het nu toe, moest je wel van goeden huize komen om het constant leuk te blijven vinden. Nu kwámen ze dat ook, maar toen tijdens het zoveelste spelletje Yatzee in de tent het water door de naden van het grondzeil kwam, vonden ook wij wel dat we genoeg hadden afgezien. Ondanks die schattige koolmeesjes op de scheerlijn.

We fietsten naar huis en er was niemand van onder de zestien die zei: “Ach, wat jammer nou!” We hebben als afsluiting met de twee families pannenkoeken gegeten in ’n Apeldoorns restaurant. In onze nette kleren en we gingen met de auto. Weer terug in de beschaafde wereld…..


Lijn…..

Vandaag las ik, dat een vrouw met veel geduld en moeite aardig wat kilo’s aan gewicht had verloren met lijnen. Samen met haar zus ging ze de stad in en beloonde zichzelf door in een kledingwinkel een nieuw shirtje te kopen. Oké, het zát nog wat strak, maar het was toch mooi een maatje minder dan voorheen.

Tevreden liep ze naar de kassa om af te rekenen. Het shirtje kostte twintig euro en ze overhandigde de verkoopster een briefje van vijftig. Die vroeg: “Hebt u het gepast?” “Waarom moet u dat weten?” vroeg de vrouw beledigd “dat gaat u helemaal niks aan!” Aan haar in een deuk liggende zuster zag ze, dat die wél begrepen had dat het over geld ging.

Toch zó kwetsbaar, hè, die aan de lijn doende vrouwen. Daar heb ik nou toch helemáál geen last van, zeg…….


Kort Amerikaans……

De volgende maand vertrekken we naar America. Iedereen aan wie we dat vertellen reageert enthousiast. Mooi toch, zulke ondernemende mensen en dat op die leeftijd! “Leuk, zeg! Naar welk gedeelte gaan jullie? En hoe lang blijven jullie weg?”

Als we dan zeggen, dat we in vier dagen uit en thuis zijn, vallen de monden open. Da’s ook de moeite niet! Nou ja, je kunt ook niet hóren dat we voor ’n midweekje naar Limburg gaan……


Nood…..

Het was al in het nieuws gisteren: de Wegener-kranten hadden een storing en zouden vandaag een noodeditie uitbrengen. Hij lag niettemin keurig op de mat vanmorgen, ons krantje.

Alleen weten we nu alle nieuwtjes uit Deventer, zodat het lijkt of er in Apeldoorn nooit wat gebeurt. En er is dit weekend hier ook niemand doodgegaan. In Zutphen wel, twee bladzijden vol rouwadvertenties.

In tijden van nood leer je de zogeheten ‘stedendriehoek’ wel kennen! Maar ons dagelijkse puzzeltje stond er wel in en dat is dan toch eigenlijk veel belangrijker, nietwaar? ’n Storing….ach……


Wie het eerst komt……

We waren even in de stad vanmiddag. Ja, naar die KPN-ex-Primafoonwinkel dus, die niet telefonisch bereikbaar is, maar te voet wel. Het door mijn man op naam bestelde Digitenne-starterspakket, dat er had moeten zijn, was er niet.

Maar de verkoper had wel een oplossing, hoor! We kregen gewoon het pakket van iemand anders mee, die het zijne nog niet had opgehaald. Geen probleem. Zo stop je het ene klantvriendelijke gat met het andere.

Als de betreffende klant vijf minuten na ons de winkel binnenkomt hebben ze de ene klant tevreden gesteld en komt de andere voor niks. Zo kan het ook. Ons probleem natuurlijk niet, maar het blijft wel een rare handelwijze voor zo’n grote business. Wij hadden geluk deze keer. ’t Casino is er niks bij…….


Dierbaar…..

Een droevig voorval in het gezin van onze oudste dochter, want hun kat is slachtoffer geworden van het verkeer. Dat gaf veel verdriet natuurlijk. Hij is, nadat hij was gevonden, meegenomen door de dierenambulance, die hem zolang in de koeling legde. Door z’n chip wisten ze al snel waar hij woonde en kon de familie worden ingelicht. Gisteren hebben ze hem opgehaald en begraven in de achtertuin. Hij is dus weer thuis.

Zo’n gebeurtenis is erg naar. Vooral voor de kinderen heeft een en ander nogal wat impact. We waren er gisteren even en ze zijn er erg mee bezig. Niet, dat ’t het eerste dier is dat ze hebben moeten begraven, want ’n hamster, twee parkieten en een aantal goudvissen gingen Kees al voor.

Maar een kat is tóch anders. ’n Hond ook. Ik heb ’t grafje van Kees gezien en het ziet er mooi uit. Kees was en had een ‘karakter’. Hij was er eentje, die z’n gang ging en hij mocht je of hij ging je uit de weg. Wat mij betreft was ie ook geen schootligger. Aaien mocht nog net. Een huisgenoot om rekening mee te houden. Jammer, dat hij er niet meer is. Helaas, zo is het leven ook……


Boosdoener……

‘k Heb ’n hele boze man in huis. Dat komt zo: hij bestelde iets in de Primafoonwinkel. Je moet me niet vragen wat, want daar heb ik geen verstand van. Van boze mannen wel. Het bestelde was niet in voorraad. Vervelend, maar ja. Ze zouden vrijdag bellen. Maar dat deden ze niet en er werd wél op gewacht.

Wat doe je dan? Je gaat zelf even bellen hoe of wat. Een telefoonnummer van de Apeldoornse vestiging was niet te vinden. Wel een landelijk nummer. Dat kan, er zijn wel meer bedrijven die dat zo hebben geregeld. Maar toen mijn man, na lang wachten op de verbinding, vroeg of ie even naar Apeldoorn kon worden doorgeschakeld, mocht dat niet. Hij zei, dat hij het sowieso raar vond, dat een winkel in telefoons zelf niet telefonisch bereikbaar was voor klanten. De juffrouw aan de telefoon zei, dat ze in de winkel wel wat anders te doen hadden dan telefoon aannemen. Klanten helpen. En als je wat te vragen had moest je er maar gewoon langs gaan. Niks aan te doen. “Dag, meneer!”.

“Wát een service! Hartelijk dank!” brieste vader. Dus de winkel blijft in gebreke door je niet terug te bellen en als ze het flodderige papiertje met je telefoonnummer kwijt zijn hoor je nooit meer wat. Je zult er zelf achteraan moeten met het gevaar dat het bestelde er nóg niet is en je voor niks je auto in de dure parkeergarage hebt gezet.

Dienstverlening, klantvriendelijkheid, beschaving aan de telefoon, wat een móóie begrippen waren dat toch. Hoewel vader P. echt heel beschaafd bedankte voor de verleende service, hoor! Ik was trots op ‘m. Alleen wij merkten dat hij ’n beetje op de hulk begon te lijken. Voor die zus aan de telefoon was ie gewoon één van de velen….kan haar wat schelen……