Troost….

Mijn zus uit Australië belde me om te vragen of ik kon zorgen dat er bloemen worden bezorgd bij haar schoondochter, zoon en hun kinderen, die hier niet zover vandaan wonen, omdat zij afgelopen zondag respectievelijk hun vader, schoonvader en opa zijn verloren. Dat is uiteraard voor mij makkelijker te regelen dan voor haar.

Ze stuurt dus bloemen aan de familie om ze te troosten bij hun verlies. En dat vind ik een heel goed idee. Het is eigenlijk vreemd, dat het hier de gewoonte is om bloemen te sturen naar de overledene, die er tenslotte weinig aan heeft voor zover we weten. Ik vind niks zo triest als het zien van een pas gedolven en gesloten graf, waar na een paar dagen de verlepte boeketten symbool liggen te zijn van hoe het de overledene zal vergaan. Letterlijk.

Bij crematoria zie je al helemaal niets van wat er met de bloemen gebeurt. Ik heb wel eens horen vertellen, dat die zó de container ingaan of als dat wel een beetje érg zonde is, dat een bejaardenhuis ze dan krijgt. Dan mogen ze wel niet vergeten om de linten er af te halen.

Nou ja, ik zal zorgen dat ze een prachtig boeket troost ontvangen, want volgens de verhalen was het ook een prachtige vader en een dijk van een opa……


Voor paal…..

Een creatief bureau op het gebied van reclamemaken heeft een nieuwe vorm bedacht om dat te doen. Op lantaarnpalen. Op zich is dat natuurlijk niet nieuw, er hangt al van alles aan de straatverlichting, maar nieuw is wel, dat de paal zélf onderdeel uitmaakt van de afbeelding op het reclamebord. Op de foto’s kun je zien hoe ze dat hebben gedaan.

Die giraf vind ik geinig, het Vrijheidsbeeld leuk gebruikt, maar die naakte vrouw heeft natuurlijk alweer voor de nodige opschudding gezorgd. Het woord ‘smakeloos’ is al gevallen en daar zal lang niet iedereen het mee eens zijn. Ik vind het ’n beetje zielig, dat ze d’r zo koud bij staat bij deze temperaturen, maar ik vind het een mooie foto en een mooie vrouw.

Maar ze zeggen wel, dat ze een gevaar is voor de verkeersveiligheid, omdat mensen gaan omkijken hoe ze er van achteren uitziet. Dat ligt dan aan hun eigen dirty mind en ze komen sowieso van een koude kermis thuis, want ze ziet er aan de achterkant hetzelfde uit als aan de voorkant. Jammer dan.

Ik ben het helemaal eens met de woordvoerder van de gemeente die zegt dat die paaldanseres best kan en dat mensen hun kop maar bij de weg moeten houden en daar zelf verantwoordelijk voor zijn. Vooralsnog is trouwens niet bekend voor wie of wat de reclame-uitingen bedoeld zijn en van wie ze komen. Daar kun je nog even over fantaseren. Douchegel, de Playboy, Slimfast, ’n dierentuin vanwege die giraf of in vrijheid een tripje naar New York? Wie zal het zeggen. We wachten in spanning af en dat zal precies de bedoeling zijn. Slim, hoor……!


Ondermijning van het geloof…..

Gôh, gisteren hadden we een aparte ervaring, hoor, en hartstikke vermoeiend ook nog. Wat was namelijk het geval? Speelgoedgigant Bart Smit was jarig, zei hij, en daarom hield ie van gistermiddag 5 uur tot ’s avonds 9 z’n feestje. Door fikse kortingen te geven op allerlei speelgoed. Er was ook een Playstation 3 in de aanbieding, zodat het vanwege die korting de moeite was om even langs te gaan. Het apparaat stond al een poosje op het verlanglijstje van de mannen hier in huis, want je schijnt er van alles mee te kunnen. Vraag me niet wat allemaal, want ik heb er geen verstand van. De games die voor het ding te krijgen zijn, zijn behoorlijk aan de prijs, dat weet ik wel, maar daar gaat het ze ook niet om, geloof ik.

Ik werd aangesteld als de vrouw van het geld en moest daarom ‘even’ mee. Nou, Bart mocht dan jarig zijn, z’n klanten waren dat allerminst. Toen wij even na vijven aankwamen stond er al een rij, die buiten de winkel begon. Mijn man had er telefonisch een laten reserveren, dat kon namelijk, maar e.e.a. was slecht georganiseerd. Even een aparte balie voor de reserveringen was een handig iets geweest. Maar nu moest iedereen dus in de rij.

Onderwijl liepen mensen overal tussendoor, met het reclamefoldertje in de hand, de spullen te verzamelen, die ze met het Sinterklaasgebeuren in ’t achterhoofd, wilden aanschaffen. Ik wist dat speelgoed prijzig is, maar wat mensen allemaal kópen voor hun vee, je wilt ’t niet weten. Er waren klanten, die voor een paar honderd euro aan speelgoed afrekenden en dan was die prijzige PS3 daar nog niet eens bij.

Babyborn-poppen, Barbies met hun accessoires, PlayMobil en Lego in gróte dozen gingen over de toonbank alsof die ouders het cadeau kregen, zeg! De kindertjes, voor wie het bestemd was, en die er vanwege het vroege uur dus naast stonden, uit hun buggy gerukt, omdat moeder die nodig had om de dozen te vervoeren, zullen een verhipt goed verhaal voorgeschoteld moeten krijgen om nog aannemelijk te maken, dat het toch echt van Sinterklaas komt.

Ik ben bang, dat veel kinderen vanaf gisteravond hun geloof in Sinterklaas verloren zullen hebben, omdat ze hun moeder of vader dit hectische koopgevecht hebben zien leveren. Bij de toonbank stond namelijk ook: “Inpakken doen we niet vandaag”.

Nou ja, wij kwamen dus ‘alleen maar’ voor die PS3, maar hebben evengoed 1 uur en 40 minuten in de rij gestaan voordat we ons geld mochten ruilen voor het apparaat. De korting was de moeite wel waard, maar dat moet je tijdens zo’n wachtsessie wel constant in je gedachten houden. We hadden al ‘zoeklichten’ boven Apeldoorn vanwege de opening van een nieuwe school (zie vorige post), maar deze wachtrij deed denken aan de gaarkeuken in de winter van ’44. Het verschil was, dat nu iedereen stond te bellen naar het thuisfront: “Gaan jullie maar vast eten, want ik ben d’r nog lang niet!”.

Achter ons stond een Poolse familie en vóór ons stond een Chinese mevrouw, die allemaal in hun landstaal stonden te kakelen, dus Bart kan tevreden zijn. Bart goes international. Ondanks de korting had ie dan ook een wereldomzet…….


Geborgenheid…..

Het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) in Apeldoorn zat tot voor kort verspreid over de hele stad in diverse gebouwen. De automonteurs, de ict-ers, de administratievelingen, de timmerlieden in spé, de recreatie/toerisme-afdeling en de zorgsector, ze zaten allemaal ergens anders. Dat is nu verbeterd: alles is geconcentreerd op één plek. Het afgelopen weekend mochten de Apeldoorners komen kijken in het nieuwe onderkomen van het ROC, vlak achter het station op een prominente locatie. En honderden mensen hebben dat gedaan.

Het is van afmeting een mega-school, een overdekte campus eigenlijk. Veel kleur, veel kunst, heel veel glas, veel licht, het ziet er prachtig uit. Maar het is wel gróót, zeg! Wandelschoenen aan en brood mee om van de ene naar de andere kant te komen. Er waren ouders die kwamen kijken en zich afvroegen of hun kind zich wel “geborgen” zou voelen op zo’n enorme school.

Nou is “geborgen” niet direct het woord dat me te binnen schiet als ik aan mijn middelbare school denk. Bij de lagere school, die in mijn tijd nog geen basisschool heette, maar dat natuurlijk wel was, heb ik dat wel. Ik had vroeger een heel gezellige school, mooi in het groen met lichte lokalen. Maar toen ik naar de middelbare school ging daarna, was álles anders. Sowieso veel groter, niet ongezellig, maar minder “basis” en ik werd zelf anders en dat was maar goed ook.

Maar om op die nieuwe maxischool terug te komen: prinses Margriet is ‘m komen openen en vanwege de feestvreugde heeft Apeldoorn al dagenlang zicht op laserstralen, die van het dak van de school komen en langs de hemel scheren, zodat je precies weet waar de school staat. Ik moet erg denken aan de zoeklichten in de oorlog, maar van die associatie heeft niet iedereen last natuurlijk.

Ik hoorde trouwens een opmerking van een leerling van de opleiding autotechniek, die zei, dat ie heel blij was met al die glazen wanden. Omdat hij dan de meisjes van de kappersopleiding kon nakijken als ze langs liepen. In het oude gebouw kon hij alleen maar auto’s nakijken. Een hele verbetering toch, voor zo’n jongen. Gezellig ook, maar dáár heeft zo’n moeder het niet over als ze het over geborgenheid heeft, neem ik aan……


Prent……

Snelheidsduivels komen in onze familie niet echt voor, hoewel de meesten wel van ’n beetje opschieten houden. Dat ligt ook wel wat aan het merk auto dat gereden wordt, want die hebben zo hun eigen imago. Maar e.e.a. heeft tot gevolg dat er best wel es ’n bekeurinkje op de mat ligt.

En dan niet, dat je bijna je rijbewijs kwijt was geweest of zo, nee, “wegens overschrijding van de ter plaatse toegestane snelheid”. En dat dan met 4 tot 6 kilometer. Ja, ja, ná correctie, dat wel, maar de reactie van het ‘slachtoffer’, de misdadiger zogezegd, is vrijwel altijd: “Jee, wat lúllig, zeg! Een boete voor viér kilometer!”. Een bedrag van € 20,–, waarvan we ons afvragen of het de kosten dekt van de administratieve rompslomp. Soms weet je helemaal niet meer waar en wanneer, want echt vlot met het toesturen van de bekeuring zijn ze ook niet, en moet de beschrijving van het gepleegde delict je uit de droom helpen. “O ja, dat was toen we die en die naar huis brachten!” of “O ja, toen kwamen we terug van….”.

Natuurlijk moet je betalen, te hard is te hard en de verhoging als je te laat betaalt is procentueel ook niet misselijk. Maar het blijft lullig, wanneer je je misdrijf pleegt op een praktisch uitgestorven snelweg na middernacht of op de doorgaande weg in onze wijk, waar de fietspaden door een brede berm gescheiden zijn van het autoverkeer, de voetgangers beschermde oversteekplaatsen hebben, kortom een hartstikke veilige voorrangsweg, waar na twaalven geen mens meer te vinden is, omdat men slaapt. Dan een bekeuring wegens een paar kilometer te hard vinden wij lullig. Gewoon spekken van de kas.

En ach, in Duitsland mag je binnenkort ook al geen gas meer geven op de Autobahn. Dat vind ik vooral ‘loelig’ voor mijn zoon…….


Rozen verwelken, schepen vergaan…….

Mijn kleinkinderen hebben, zag ik, een ‘vriendenboekje’. Het Kruidvat had ze laatst zelfs in de aanbieding, de vriendenboekjes. Ik dacht eerst, dat het net zoiets was als ons ‘poëziealbum’ van vroeger. Wij zeiden trouwens ‘poesiealbum’. Daar schreef iedereen iets in. Eerst je vader en je moeder natuurlijk, dan je opa en oma, eventuele tantes, vriendinnetjes van school en de juf of de meester en dat was het dan wel zo’n beetje. Of je moest een aardige buurvrouw hebben of zo.

Als je veel vriendinnen had troefden die elkaar af met plaatjes van engelen, bloemstruiken, hartjes en viooltjes, hoe zoeter, hoe mooier en liefst met glitters. De bijbehorende versjes getuigden ook van eeuwige vriendschappen, die verwelkende rozen en vergane schepen zouden weerstaan. En hoe meer vriendinnen, hoe dikker je album. Zonder meer een statussymbool. Om die reden lieten meisjes er ook wel eens iemand in schrijven, die nou niet direct ’n vriendinnetje was, maar dat wás er dan weer een.

Mijn album was dun, want ik kon niet lobbyen en ik ben het ook kwijt. Het was een soort schrift met een bruine harde kaft en daarom zag het er ook niet uit als een echt poesiealbum. Dat zal dan ook de reden zijn, dat het er niet meer is. Gewoon niet als zodanig herkend door een opruimerig persoon. We zijn met mijn ouders een paar keer verhuisd en ach, dan had ik er maar beter op moeten passen.

Je ziet, in de Libelle bijvoorbeeld, wel eens oproepjes van mensen, die een poëziealbum in hun bezit hebben van iemand en dat nu dan eindelijk eens willen teruggeven aan de eigenaar, of haar familie, want als het een oud album betreft kon het maar zo zijn, dat diegene is gaan hemelen natuurlijk. Rozen verwelken tenslotte ook. Ik zag bij de boekhandel dat er nog wel poesieplaatjes zijn en ze zijn nog niks veranderd. Mierzoet, nog steeds. Dus het fenomeen ‘poëziealbum’ zal dus ook nog wel bestaan.

Maar mijn kleinzonen hebben dus vriendenboekjes. En poëzie hoeft daar niet in, want er staat al van alles ( voorgedrukt) in. Je hoeft ’t alleen maar in te vullen. Ben je zelf nog te klein en qua schrijven ’n beginneling dan doen de moeders dat. Soms met een ouderlijke kwinkslag erbij. In plaats van een poesieplaatje is het de bedoeling dat er een fotootje van de vriend in komt, leuk voor later, vind ik. Hij heeft zijn lievelingseten ingevuld ( pizza of patat staat er vaak!), zijn hobby’s (voetballen of playstation-en) of ie broertjes of zusjes heeft of allebei. Nou ja, van alles dat je van je vriend wilt weten en op een andere manier kennelijk niet te weten kunt komen.

Maar leuk, hoor, zo’n vriendenboekje. Je kunt toch niet weten hoe het er in je verdere leven aan toe zal gaan en dan is het toch mooi om te weten, dat je ( ooit of altijd) vriénden hebt gehad. Patat- en pizzavrienden……!


Modeprinsesje…..

Mijn zus heeft, net als wij, vier kleinkinderen. Drie jongens en één meisje, terwijl wij alleen maar jongens hebben. Dat ene meisje tussen al die boys heeft ouders, die haar er altijd erg leuk uit laten zien volgens de laatste kindermode.

Zo had haar moeder een halflang schattig wit jurkje gekocht, met zo’n roesje langs de onderkant. Met die makkelijk te wassen stofjes van tegenwoordig kan dat dus, een wit jurkje. Ik had er niet aan moeten dénken vroeger. Bovendien is het ook geen kind, dat meteen met zo’n jurk aan in de zandbak gaat zitten en dat moet je als moeder ook mee hebben, natuurlijk. Hoewel…., nou ja, gisteren deed ’t kind dat niet in ieder geval.

Maar ze zei gistermorgen, toen haar moeder haar ’t nieuwe kleedje aandeed, wel: “Moet ik weer naar bed?”.

Nou ja, ze is pas drie, dus het gevoel voor mode komt nog wel, denk ik………


Verkameren……

Er zijn interne verhuizingen aan de gang in ons huis. Dat lijkt eenvoudiger dan het is. Kamers worden geruild, krijgen andere bestemmingen, moeten behangen of geverfd en vloerbedekt worden. En er dient gewerkt te worden volgens een strak schema, anders wordt het niks.

Ik vind interne verhuizingen veel moeilijker dan externe. Als je een huis uit gaat pak je alles in dozen, je zet alles klaar richting de uitgang en op een bepaald moment is alles weg. Dat is logica. Maar als jij en je spullen in huis blijven en er “alleen maar” het een en ander omgezet moet worden in kamers, dan is dat verhipte lastig. Je loopt elkaar constant in de weg, omdat óveral zooi staat.

En kasten, waaraan je aan de buitenkant niks ziet, moeten ineens leeg om verplaatst te kunnen worden. Daar blijkt dan héél veel in te zitten. Dat wist je natuurlijk wel, maar ook weer niet. Iedereen is er maar druk mee. Ik wil graag helpen, maar ik kan dat beter laten, daar ben ik wel achter. Ze zéggen het niet, hoor, maar ik heb zo mijn antennes. Mijn tijd komt nog. Nou ja, tot dan zorg ik voor de catering, dat blijkt ook heel nuttig te zijn…….


Stil protest….

Nu het milieu wereldwijd zo bemoedigend in de belangstelling staat en het lijkt, dat iedereen toch wel enorm z’n best er voor doet, is er desalniettemin alweer een groep die problemen signaleert in de vooruitgang. Hoewel er in ons land nog maar zo’n 8600 van rondrijden, maken blinden en slechtzienden zich ernstige zorgen over de ontwikkeling van de hybride-auto, lazen we in de krant. Hij is te stil. Ze horen ‘m niet aankomen.

Hoe ze dat dan al die jaren met die miljoenen fietsers op de weg hebben gedaan, daar zijn geen statistieken van. Als een fietser ziet, dat een blind persoon een oversteek wil maken en hij vindt dat ie daar beter even mee kan wachten, dan klingelt hij even met z’n fietsbel. Al eeuwen gaat dat zo. En auto’s hebben claxons. De een wat vriendelijker dan de ander en dat geldt ook voor de berijders, maar toch. Is een blinde een beetje pienter, en z’n hond liefst helemaal, dan wacht hij. Of misschien krijgen ze wel voorrang, want ook dat komt voor, hoor! Het is een kwestie van samenspel in het verkeer. Het is geen Bangkok hier.

Er zijn geen meldingen dat er al moeilijkheden zijn veroorzaakt door zo’n hybridevoertuig, dat zeggen de blinden zelf. Bovendien kun je toch het beste gebruik maken van een oversteekplaats, hoewel, zegt de belangenvereniging van blinden in het verkeer, die zijn er niet genoeg. Nou, als we daar dan eerst eens wat aan doen. Dat is dan meteen handig voor de rest van de bevolking: kinderen, ouwe mensen en wie d’r verder allemaal niet zo vlot ter been is. Safety first. En dan kan de rest gewoon verder met de ontwikkeling van milieuvriendelijke, schone, zuinige en heerlijk stille auto’s.

Mijn privé-blinde vond het maar weer gezeur, dat bericht. “Je hoort ze misschien minder aankomen, die auto’s, maar de mensen moeten zelf ook maar eens uitkijken”, zegt ie. En dát schijnt nou juist ’t probleem te zijn bij blinden en slechtzienden. Ik lach wat af met die man……


Vergeten…..

Zo nu en dan hoor je een mopje, dat eigenlijk te flauw is voor woorden, maar toch leuk. Dat kan namelijk.

Er stond op vliegveld Heathrow een man in de rij voor de paspoortcontrole die tegen zijn naast hem staande vrouw zei: “Ik wou, dat ik de piano had meegenomen!” “Hoezo dat dan?”, vroeg ze verbaasd. “Daar ligt mijn paspoort op”, zei de man.

Nou…..?