Van miljonair tot krantenjongen…..

In de Telegraaf van vandaag stond een foto van een top-man van Heineken, die bezig was met een krantenwijk. Dat was geen bijbaantje omdat hij anders niet kon rondkomen, maar hij had ’t even overgenomen van zijn dochter van 16, die met vakantie is.

Vooropgesteld dat ik het mooi vind dat kinderen van rijke ouders ook krantenwijken moeten lopen om hun zakgeld bij te spijkeren, vind ik het ook een aardige vader. Hij zei dan ook:”Vroeg je bed uit (het was de Telegraaf namelijk) laat je weer eens voelen hoe de euro verdiend moet worden”. Dat was ie even kwijt kennelijk. Maar dat er dan een foto voor de krant tegenaan moet vind ik dan weer minder. Alleen omdat het een “dure” jongen is.

Want het is namelijk heel gewoon, hoor, dat je je kinderen helpt bij zoiets. Mijn zoon had ook een krantenwijk van de Telegraaf, waar hij ontiegelijk vroeg z’n bed voor uit moest. Daar had hij op zich helemaal geen moeite mee. Hij vond het zelfs wel lekker, zo ’s morgens vroeg als het nog zo rustig was overal.

Hij is wel eens aangehouden door de politie in de buurt van het winkelcentrum, omdat er was ingebroken in de buurt en ze vermoedden dat hij zijn fietstassen vol had zitten met gestolen waar. De dieven deden zich ook voor als krantenbezorgers namelijk. Maar dat vond ie wel spannend eigenlijk.

Op een dag was het zó verschrikkelijk koud, meer dan 20 graden onder nul, dat ik met de auto met ‘m mee ben geweest. Dat bleek verschrikkelijk onhandig. Hij moest telkens naar de auto terug om nieuwe kranten te halen en hij heeft die ochtend drie keer zoveel moeten lopen als anders. Ik mocht dus niet meer mee, ondanks mijn goede bedoelingen.

Hij kwam trouwens ook nog al eens kranten tekort. Daar werd hij steeds op aangesproken, terwijl na onderzoek bleek, dat mensen op weg naar hun werk gewoon kranten meepikten van de stapels die bij de apotheek voor de deur klaarlagen om opgehaald te worden door de bezorgers. Ik heb me erg opgewonden over de beschuldigingen dat hij wel verkeerd bezorgd zou hebben.

Het leven van een krantenbezorger gaat niet over rozen. Je moet het dan ook niet te lang doen, maar zorgen dat je zo snel mogelijk een dure jongen wordt……..


Oog voor detail……

Onze dochter fietste afgelopen zondag met man en kinderen naar Vaassen. Vanuit Apeldoorn is dat een leuk ritje. En als je er dan toch bent, kun je net zo goed eens even kasteel De Cannenburgh aan de binnenkant bekijken. Ze was daar voor het laatst geweest met school toen ze in de zesde klas van de lagere school zat.

Er was een rondleiding in het kasteel en alles was nog zoals toen en zo hoort het natuurlijk ook in een historisch pand. Alleen een schilderij, voorstellende het Salomonsoordeel ( een beetje bijbelkenner weet, dat dat het verhaal is van die twee moeders met die ene baby) hadden ze verhangen naar een andere ruimte.

Onze dochter vroeg dan ook aan de gids: “Dat schilderij hing eerst toch ergens anders?”. Dat was inderdaad zo en de vrouw was dan ook heel verbaasd. “Dat u dat wéét!”, zei ze. “Nou, ik was twaalf toen ik hier voor het laatst was en toen hing het in een andere kamer”, zei Karin. “Dat u dat dan onthoúden hebt!”, zei de gids, “goed, hoor!”. Ze was onder de indruk.

“Nou, en dat na twee-en-dertig jaar!” riep mijn schoonzoon enthousiast, trots op een vrouw met zo’n olifantsgeheugen. Die zei: “Ja, ja, je wordt bedankt, nu weet iedereen precies hoe oud ik ben!”. Toen is ze haar kinderen maar gaan uitleggen wie koning Salomo was, want ze is eigenlijk ook heel wijs, hoor, dat kind van mij……….!


Gehoord……

* Moeder en zoon van ’n jaar of 12 passeren gelijk met ons een winkel met “woonaccessoires”, je weet wel: lampjes, kussens, kaarsjes en véél frutsels. Moeder blijft staan, kijkt in de etalage en wil eigenlijk wel even naar binnen. Zoon heft zijn handen ten hemel en roept theatraal: “Nee moeder! Doe me dit niet áán!”. Talentje, hoor, rijp voor de toneelschool……


Zondag….

Een buurman aan de overkant is z’n huis aan het schilderen. De man heeft een eigen bedrijf, daardoor weinig tijd, denk ik, dus hij schildert ook op zondag.

Vroeger had je een paar uitdrukkingen zoals: “Zondagswerk is niet sterk” of “Een zondagsteek houdt geen week”. Bij hem is het een zondagstreek, maar eerlijk gezegd zie ik geen verschil met gisteren, hoor……..


Bruispaar……

We hadden ’t even over chemische processen. Niet diepgaand, hoor, gewoon over wat er gebeurt als je ergens suiker ingooit. Sommige substanties gaan dan bruisen en dat bracht mij op een gebeurtenis uit onze prille huwelijksdagen. Lang geleden dus.

Ik weet niet of dat nu nog zo is, maar destijds kreeg een bruidspaar dat in ondertrouw was bezoek van een juffrouw in ’n soort stewardessenuniform namens “de felicitatiedienst”. Ze kwam dan een pakket brengen met artikelen erin, die ze ook moest aanprijzen. Nou, en wat nu geldt was toen ook al: wat je voor niks krijgt daar ga je wel even voor zitten. Dus wij hadden ook zo’n doos.

Er zat van alles in waarvan ze hoopte, dat de kersverse huisvrouw het ook ging gebruiken, schoonmaakmiddelen en zo en voor de kersverse bruidegom was er ook wel wat, hoor. De Avrobode ( als Vara-kind opgevoed hebben we daar verdorie nog een half jaar ’n abonnement op gehad ook!), de krant “De Gooi-en Eemlander” en ja, ook een flesje bier. Ik geloof dat het “Amstel” was. Om het waarschijnlijk standaardgrapje van de juffrouw, dat je geen ander merk in het bijbehorende glas mocht schenken, omdat het anders knapte, hebben we beleefd gelachen. Enfin, mijn man had nog nooit bier gedronken dus het flesje heeft een hele poos onaangeroerd gestaan.

Maar op een avond vond hij, nadat hij in ons piepkleine keukentje een kastje had opgehangen, dat hij nu eigenlijk wel een biertje had verdiend. Als ’n soort bouwvakker. Let wel, het was dus zijn állereerste biertje van zijn tot dan toe hele leven! Twee-en-twintig was ie en ach, zo onschuldig en onbedorven….

Hij nam een slok, trok een vies gezicht en zei: “Getverderrie! Wat is dat spul bitter, zeg!”. “Nou, dan doen we d’r toch een schepje suiker in”, zei ik, ook onschuldig en vooral onwetend. Tjee, wat ging dat aan het bruisen! Er bleef helemaal niks meer van over! En tot overmaat van ramp bleek de keukenmuur zo slecht, dat ook het kastje met veel geraas weer naar beneden kwam.

Ik moet zeggen, dat het na zesenveertig jaar helemaal goed gekomen is, hoor! Mijn man is thans een kenner. Schenkt ook rustig een Jupiler in een Amstelglas en weet dat het dan niét knapt. Mooi, toch, hè? Proefondervindelijk vaststellen der dingen is de basis van wetenschap. En je kunt beter geen suiker in bier doen, dat ook. Zónde, zeggen ze…….


Plaatje….

Dat is het leuke van zo’n vakantie als je ze allemaal bij elkaar hebt: je kunt ze es even mooi op ’n rijtje zetten. Voor ’n paar tellen…..


Overwerk……

Een opmerkelijk verhaal. In de locatie Lukas van het Gelre Ziekenhuis hier in A’doorn werkte een technische man, die het na twintig jaar dienstverband en het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd welletjes vond. Hij zei iedereen gedag, ondanks dat er nog niet echt een opvolger gevonden was voor zijn functie.

Het nog vrij nieuwe ziekenhuis, dat ook nog niet klaar is, kon hem eigenlijk niet missen, omdat hij op de hoogte was van alle technische bijzonderheden met name met betrekking tot de operatiekamers en de IC’s. Dat lijken me ook zeer belangrijke locaties in een groot ziekenhuis.

Ze vroegen hem dan ook of ie op een zogenaamd “nul-uren”-contract nog niet even wou blijven en dat deed hij toen maar. Op ’n gegeven moment ging hij toch wel definitief weg om de dingen te gaan doen, die een gepensioneerde doorgaans van plan is: reizen, tuinieren en klussen bijvoorbeeld. Laat ie nou bij dat klussen van een ladder afdonderen, zeg! Heup gebroken, pols gebroken, scheur in z’n bekken en daar ging hij: naar zijn eigen ziekenhuis. Direct geopereerd en daarna in revalidatie in het aanpalende verpleeghuis Randerode. En nou zijn ze ‘m komen halen met rolstoel en al en vergadert hij weer vrolijk mee met de technische staf, die nog het e.e.a. te vragen had. “Nou ja, ik ben d’r nou toch”, zegt hij.

Ze zeggen, dat niemand onmisbaar is, maar daar begin ik nu toch wel een beetje aan te twijfelen. Gebrek aan technische mensen op niveau is kennelijk een groot probleem. Hij heeft tussen de fysiotherapie door weer even wat te doen, maar eigenlijk moet je het toch griezelig vinden voor zo’n groot regionaal ziekenhuis, dat ze de ouwetjes uit het verpleeghuis moeten halen.

Ik ben gisteravond naar een oude ambachtenmarkt in Beekbergen geweest. Heb ik weer eens een smid, een stoelenmatter, een touwslager, een ouderwetse wasvrouw, een imker en een klompenmaker aan het werk gezien. Die waren wel oud, maar stonden allemaal nog recht overend……..


Pet……

Willem van Hanegem vond ik altijd wel een amusant figuur. Hij heeft een apart soort humor en daar hou ik wel van. Nu hij trainer van FC Utrecht is geworden (en dat werk zal hij uitstekend doen, hoor, daar twijfel ik niet aan) doet hij ook een beetje raar eigenlijk.

Na een wedstrijd houden de coaches van de clubs, die elkaar net bestreden hebben, altijd een “persconferentie”. Of dat nou per se zou moeten, weet ik niet, want ik vind het een groot woord voor een boel gejeuzel en dat vindt Van Hanegem ook. Ik ben dat dus wel met ‘m eens. Elke journalist, die daar zit, heeft de wedstrijd nét gezien, weet wat er allemaal is gebeurd en gaat er dan vragen over stellen. Willem vindt die vragen onnodig en bovendien van een zodanig gehalte dat hij ze niet wenst te beantwoorden.

Sterker nog: hij gaat er niet eens zitten en laat ’t zijn assistent doen. Dat schijnt dus te kunnen omdat het in zijn contract met FC Utrecht staat. Maar wat ie dan wél doet: om half tien ’s avonds bij een club “nabeschouwers” gaan zitten bij RTL-4. Daar kreeg hij natuurlijk ook vragen over zijn wedstrijd en ook daar deed ie raar.

Jongens, Willem is in de war. Hij doet z’n bijnaam eer aan: De Kromme. Hij weet niet meer wélke pet ‘m nou precies past en wannéér, want hij moet nog een column schrijven voor het AD ook. Weet je wat ik denk? Dat Willem een hele hoge hypotheek heeft en dat hij er met z’n trainerssalaris alléén niet komt. Dat is natuurlijk best zielig. Zo’n man raakt dan letterlijk verknipt. Misschien moet er met een van z’n petten rondgegaan worden voor ‘m. Mag je zelf kiezen met welke…….


Bel…..

Toen ik nog een kind was gingen mijn ouders vaak met ons naar “Ons Honk”, een natuurvriendenhuis in Lage Vuursche. We logeerden dan in het huis of kampeerden op het bijbehorende kampeerterrein. En ik heb goede herinneringen aan die tijd.

Het was er gezellig, ’n tikkeltje cultureel ook, er waren lezingen over de natuur en zo, gegeven door mannen in manchester broeken en met slipovers en er was aan het einde van de week altijd ’n “bonte avond”. Met muziek van Mienen met mandolines en gitaren, met gedichten en sketches. Ik doe er nu een beetje laatdunkend over, maar het was toén, hè, en ik mocht later opblijven en dat alleen al was mooi.

We gingen als kinderen ook vaak het bos in. Niet gestuurd, maar gewoon zelf: eikels zoeken, dennenappels of beukennootjes. De grote kinderen letten op de kleinere en niemand was bang, dat er ook maar iéts met ons zou gebeuren. En brámen plukten we! Emmers vol.

Er was één restaurant in het dorp, maar daar kwamen we natuurlijk nooit. Véél te duur. Mijn moeder kookte op de primus ’n éénpansgerecht bij de tent of wat uitgebreider in de grote keuken van het huis.

Ik herinner me ook, dat elke vertrekkende familie altijd werd uitgeluid met een grote bel, die aan de buitenkant naast de deur hing. Die hoorde je door het hele bos als je weer naar huis ging en dat gaf een beetje troost bij het “jammer, alweer voorbij”-gevoel. En niks geen gezeur over decibellen, hè! Dat had je toen nog niet.

Er stonden ook nergens hekken. Het kasteeltje Drakestein kon je tijdens een wandeling gewoon zien liggen en er woonde in die tijd ook nog niks koninklijks. Dat kwam pas toen prinses Beatrix het in 1959 van haar zakgeld kocht. Lage Vuursche is nu boos en trekt aan de bel, omdat de koningin er een groot zwart hek van 3.30 m hoog omheen heeft laten zetten. Al zegt ze, dat ze het zelf ook niet mooi vindt. Ondertussen staat ’t er wel, dat hek. En het ziet er duur uit. Ik zag een foto en het is zoals de dorpsbewoners zeggen: géén gezicht.

Maar ja, tijden veranderen en je moet er toch niet aan denken, dat de koningin iets overkomt of dat ze wegens gebrek aan privéruimte rekening met de buren moet gaan houden. Of met het volk. Nee, dat hek moet.

“Ons Honk” schijnt er trouwens niet meer te zijn. Zeker weet ik dat niet, maar ik ga niet kijken. Stel, dat er een hek omheen staat………


Zijn we weer….!

Dat was een gezellige week in een gezellig huis. Een oude boerderij met veel authentieke kenmerken, lekker ruim ook, we zaten elkaar niet in de weg. We hadden, behalve een grote tuin met gras, ook een zwembad buiten. Dat zag er mooi uit.

In de beschrijving stond, toen we het huis boekten, dat het zwembad verwarmd werd door zonne-energie. Daar was geen woord aan gelogen. Maar dan moest de zon wel schijnen, want de door ons verwachte zonnepanelen bleken er niet te zijn. En de zon heeft, vooral de eerste dagen van ons verblijf heus wel uitgebreid geschenen, hoor, daar niet van, maar het water was en bleef stérvenskoud!

Nou hebben wij, sportief gezien, best wel een stoere familie, hoor, maar de oudste generatie heeft het wat het zwemwater betreft maar bij kijken gehouden, zodat de familie ons niet met een hartstilstand naar het ziekenhuis hoefde te vervoeren. Hetgeen dan sowieso weinig zin meer heeft natuurlijk, nou ja…. De kindertjes kwamen na tien minuten trouwens ook rillend en blauw van de kou maar weer op de kant om even op te warmen door middel van zonne-energie. Maar de verhuurders hadden duidelijk alvast een voorproefje op de klimaatsverandering genomen in hun aanprijzing. Maar we hádden een zwembad, dat wel!

Als tegenwicht was er in het huis ook een enorme antieke open haard en het was bijzonder gezellig om daar, als het jonge volk naar bed was, een vuurtje in te stoken. Met al die authentieke stenen vloeren kon je dat best hebben vanwege de ’s avonds wat opkomende rillerigheid. En we blijken dus een paar behoorlijk met pyromanie behepte figuren in de familie te hebben.

Nou en er is “gesport” ook, hoor! Behalve dat Syberische zwemmen dus, is er ook gebadmintond, gevoetbald, ge-jeu-de-bouled, gevolleybald én gesjoeld, dat toch ook enige lichaamsbeweging vereist. De rest was hersengymnastiek.

En we zijn natuurlijk nog aardig op stap geweest in de prachtige omgeving. Limburg is een mooi land. Kortom: de week was maar zó voorbij. Maar nu is iedereen weer in z’n eigen huis, z’n eigen bed, z’n eigen ritme en dienstregeling. En zo hoort het ook, maar zo even ’n weekje met de hele familie bij elkaar is hartstikke leuk, hoor….!