Gisteren kregen we een brief van de gemeente Apeldoorn. Een speciaal aan ons op naam gestelde brief. Rats, rats, gauw openmaken, want ik was natuurlijk hartstikke benieuwd wat voor verandering of bezuiniging ze nu weer voor ons in petto hadden.
Maar nee, het was een aanbod! Of we een senioren-adviseur op bezoek wilden hebben, die ons kon inlichten betreffende allerlei voorzieningen, regelingen en hulp, waar we anders niet van geweten zouden hebben en dus ook geen gebruik van zouden maken. Ik heb de brief goed doorgelezen, want er is van alles. Thuiszorg, huursubsidie, vervoersregelingen, maaltijdvoorziening, activiteiten waar je heen kunt als je niks te doen hebt. En je kunt bij het aanvragen daarvan hulp krijgen. Als je bejaard bent, zoals wij, dan kun je daarvoor in aanmerking komen.
Alle punten langs lopend kwam ik tot de conclusie, dat wij eigenlijk al van alles zelf geregeld hebben. Thuiszorg hoeft niet. We hebben een schoonmaakengeltje, dat al zeven jaar controleert of we de boel een beetje netjes houden en ze klaagt nergens over. Haar man is onze handige Harry en hij heet ook nog eens zo. Ook handig voor een bejaarde, dat vergeet je niet zo makkelijk.
We eten elke dag erg lekker, want mijn zoon houdt van koken en zelf heb ik er ook geen hekel aan dus dat zit wel goed. Geen tafeltje-dek-je nodig. Onze mobiliteit is ook nog goed. We carpoolen. De auto staat zelfs nog op mijn naam. Ik rijd nog naar genoegen van mijn kloris. Nou ja, dat even te korte bochtje in de parkeergarage vorig jaar, maar echt ernstig was dat niet. En het grote werk laat ik sowieso over aan mijn zoon. Als ie tijd heeft.
Verder vervelen wij ons nooit. Dus activiteiten? Niet nodig. Druk zat. We zijn niet eenzaam ook. Gelukkig. Op het praktische vlak hebben we de glazenwasser voor de ramen en de tuinman voor de tuin. We hebben op dit moment niks nodig. Ja, lente graag, maar dat is wat anders.
We hoeven niet echt op ’n houtje te bijten al zijn we niet rijk. Genoeg is ook rijk. Geen subsidie nodig. Ik ben me ervan bewust dat dat niet voor iedereen geldt. En als ik het voorgaande overlees hebben we die senioren-raadgever dan ook niet nodig. Dat kon je aangeven op een antwoordformulier dat bij het gemeentelijke schrijven zat. Dat je “geen prijs stelt” op dat bezoek. Dat is niet waar, maar het is in ons geval niet nodig. Ik heb op het formulier op de plek waar je ‘opmerkingen’ kwijt kon dan ook geschreven dat ik het áánbod zeer op prijs stel. En dat is ook zo. Het gevoel, dat je in een gemeente woont waar, zo nodig, voor je gezorgd wordt, is in deze mallotige tijd best goed. Moet je ’t wel willen natuurlijk…..