Inpakken en wegwezen…..

We zijn het jaar goed begonnen. Twee januari, hup, meteen ’n verhuizing. Niet de onze, maar die van onze Utrechtse nazaat.(Waarom zou nazaat eigenlijk met ’n t zijn, vraag ik me ineens af. Nazaad zou toch veel logischer zijn? Nou ja, dat heeft weer niks met verhuizen te maken). Onze zoon gaat van een bovenhuis met meer verdiepingen naar een benedenhuis. Nadat er door de vrijwilligersbrigade al een dagje gesjouwd was via de trap is er de volgende dag een verhuislift gehuurd. Oké, dat had beter meteen op de eerste dag gekund natuurlijk, maar we zijn geen erkende verhuizers. Er wás toen al klem gezeten in de bocht van de trap met een kast, die bij aankoop ook over ’t balkon het huis in was gekomen, en in het gebruik niet bleek te zijn gekrompen. Dat was een leermoment. Het is een vak.

Verhuizen in de binnenstad van een grote stad is niet minder dan een kunst. Bij het plaatsen van de verhuislift stond er nét geen geparkeerde auto in de weg, waarvan je op het moment suprême de eigenaar niet kunt vinden, het soms dubbel parkeren van de verhuisbus leverde nog net geen verkeersopstopping op, men kón er nog langs en over een stukkie tegen de verboden rijrichting in met de hele handel, omdat keren geen optie was, daar deden we niet moeilijk over. Het moest allemaal maar kunnen want er werd verhuisd.

Inmiddels staat vrijwel alles in het andere huis en weet onze nazaat wat ie te doen heeft. Morgen gaan we nog wat klein spul overbrengen, gordijnen, wat plantengedoe van het balkon, een finishing touch met de sopdoek en dan hebben we de verhuizing gehad. In het nieuwe huis komen we wel kijken als alles staat, dat moet ie toch zelf doen.

Wij zijn zelf met ons gezin een keer of tien verhuisd en elke keer vond ik het wel weer spannend: leuk ’n nieuw huis! Nu vond ik het vooral inspannend en spierpijn heb ik ook, hoor! Het is dan ook al bijna 22 jaar geleden, onze laatste verhuizing, dan raak je d’r een beetje uit, hè? Maar ik vond bij thuiskomst ons eigen huis wel erg netjes eigenlijk, dat is dan wel weer leuk natuurlijk……


Weergaloos weer……

Hoeveel was er ook alweer besteed aan vuurwerk? Zestig miljoen euro of zo? Nou, hier was het gisteravond zó verschrikkelijk mistig dat er niks van te zien was. Heel wat euro’s gingen letterlijk de mist in. Ik vond geld uitgeven aan vuurwerk altijd al zonde, maar na gisteren helemaal.

Je kon vanavond merken, dat veel mensen hun dure speeltjes gisteravond niet hadden afgeschoten! Dat deden ze vandaag toen de mist weer was opgetrokken. We zijn een zuinig volkje. Nog steeds hoor ik van alles knallen en het is al bijna negen uur ’s avonds. De zestig miljoen zijn nog niet op. We zijn na twaalven ook maar niet naar buiten gegaan omdat ons dat erg ongezond leek, die combinatie van mist en niet optrekkende kruitdampen.

Andere jaren is er altijd druk autoverkeer van mensen die, na een hele avond thuis wachten op twaalf uur, vertrekken om het nieuwe jaar elders voort te gaan zetten. Nu reed men met de alarmlichten aan stapvoets, vaak met bezorgde mensen met een zaklamp voorop, als een begrafenisstoet de straat uit. Wij wonen op een hoek en we zagen auto’s de stoep niet missen, maar onze voortuin gelukkig wel. Het was erwtensoep, die mist. Geen hand voor ogen te zien en het was een rare toestand.

Om twaalf uur, toen het bij haar al 8 uur in de morgen was, werden we gebeld door mijn zus uit Australië. Zij vertelde, dat bij hen het Oudejaar ook bijzonder raar was verlopen, want ze hadden een cycloon! Alle stranden, waar anders altijd grote feesten zijn, waren voor het publiek gesloten en de barbecues die in de tuinen met Oudjaar altijd uitgebreid in gebruik zijn, mochten vanwege het brandgevaar niet in actie komen. De hamburgers zouden sowieso zijn weggewaaid, zei m’n zus, die ook niet in haar ( kleine) autootje kon rijden, omdat dat zonder meer van de weg zou zijn geveegd. En in Melbourne, waar haar oudste zoon woont, was het gisteren 43° Celcius. Ook niet echt lekker dus.

We gaan morgen onze zoon in Utrecht helpen verhuizen, dus de mist moet dan wel even wegblijven. Want er zijn twee soorten weer waar ik een gloeiende hekel aan heb: mist en ijzel. Verder kan het me niet zoveel schelen, kwestie van aanpassen en ik rij al zo lang dat ik het allemaal wel eens ’n keertje heb meegemaakt.

Ik ben wat die mist betreft eens ’s avonds laat in m’n dooie eentje van Uithuizen naar de stad Groningen gereden, waar we toen woonden, in net zulke mist als die van gisteravond. Ik was op ’n bepaald moment het spoor totaal bijster, er was geen mens op de weg, en zette toen de auto maar es stil en stapte uit. Toen bleek ik midden op een kruispunt van een autoweg te staan ergens bij Bedum of zo. Ik ben de gehele Groningse bevolking nog steeds dankbaar dat ze die avond allemaal thuis zijn gebleven.

Uren later bleek bij thuiskomst mijn man, die op de slapende kinderen paste, een theaterprogramma op de televisie gevolgd te hebben van Toon Hermans. Gezellig, gezellig. “O, bén je d’r al?”, zei hij vrolijk. Toon, hè, altijd leuk. Ja, ik wás d’r al. Omdat zíjn blik constánt mistig is kan ik ‘m zijn gebrek aan medeleven nu moeilijk kwalijk nemen, maar tóen! En hij had me niet eens ’n béétje gemist…….!


Vergankelijkheid…..

Gistermiddag waren we even bij IJzerwarenhandel Reerink aan de Sleutelbloemstraat te Apeldoorn. We komen daar niet zo vaak, want het is een zaak waar je je als eenvoudige doe-het-zelver wat minder zeker voelt. Er komen professionals, die onbewust alleen al door hun woordkeuze de wat minder ervaren klusser imponeren. Ze weten altijd precies wat ze hebben moeten en de verkopers begrijpen dat dan ook meteen. Ze gebruiken verkleinwoorden voor speciale maten schroeven en moeren, goochelen met inches en zo, nou ja, ik ben hevig impressed. Heb ik alleen in die winkel. In een bouwmarkt nooit.

Maar ze hebben natuurlijk wel alles, ’n speciaalzaak is het. Daarom bestelde mijn echtgenoot daar een paar weken geleden een paar nieuwe accu’s voor zijn elektrische schroefboormachine. Dat is een Skil, een merk dat inmiddels niet meer bestaat, omdat ’t Bosch is geworden. We kregen een telefoontje dat e.e.a. was aangekomen dus we gingen er heen en namen de boormachine mee.

In de winkel bleek, dat de accu niet paste en dat de machine ook wel erg bejaard was. Dat kan wel uitkomen, mijn man heeft ‘m al een aardig poosje en je gebruikt zo’n ding niet drie keer in de week. “Nou, dan mag je ‘m wel hebben voor het Reerink-museum!”, zei mijn man royaal.

“Reerink-museum?”, zei de man “loopt u maar es even mee!”. We liepen met hem een trap op en werden binnen gelaten in een chique directiekamer. En daar stond langs de muur in glazen vitrines een prachtige verzameling antiek gereedschap. Blokschaven, hamers, tangen en van alles waarvan ik de naam en de werking niet weet. Er lag zelfs een tang uit het einde van de vijftiende eeuw.

“Eigenlijk mag hier niemand komen”, zei de medewerker “maar omdat u het zo over een museum had, dit lijkt er wel op, toch? Hobby van de baas. Alleen is uw boormachientje er nog niet aan toe!.” Toen we weer beneden waren zei hij: “Wilde u ook ’n nieuwe? En waar moet u ‘m eigenlijk voor gebruiken?.” We vertelden dat we er als zwaarste werk zelfbouwmeubelen mee in- en uit elkaar schroefden of een schroefje in de muur deden en dat we verbouwingen altijd aan anderen overlaten.

“Dan moet u er gewoon een bij de bouwmarkt halen, bent u twee tientjes kwijt” zei de verkoper. “Die van ons zijn duur.” Kijk, dat is dus het verschil. We waren best in een ontvankelijke stemming door dat leuke museumbezoek dus hij had er ons zó een verkocht misschien. Maar hij adviseerde ons de concurrent omdat hij ook wel wist, dat diens vergankelijke assortiment, pijler van de hedendaagse economie, beter bij ons paste. Toch ’n mooie vijftiende-eeuwse tang, hoor, daar in de vitrine van de directeur……


Oudejaarsloterij, deze kant op graag……!

Wat kan een mens zich toch verkijken, zeg! Dat bedacht ik me, toen we gisteren de hele familie rond de kersttafel zouden hebben. Rond één tafel, had ik bedacht. Maar de laatste keer, dat we in ons huis met de complete club een kerstmaaltijd nuttigden was nogal wat jaren geleden en de tijd vliegt, dus ik had me grotelijks vergist in de beschikbare zitruimte.

De vorige keer was één kind nog niet eens geboren, hoewel al wel aanwezig, maar daar had alleen z’n moeder wat meer ruimte door nodig, en dan niet eens in de breedte maar naar voren. Verder was er ’n wipstoelgebonden kind nog niet aan de rollade toe en weer een ander kind had z’n eigen zitplaats in de kinderstoel.

Dat alles scheelde gisteren dus nogal wat zitplaatsen aan de tafel. We moesten de kamer ’n beetje verbouwen en de tuintafel naar binnen halen om er een gezellig restaurantje van te maken. Maar gezellig was het en iedereen heeft oma’s dis eer aan gedaan en dat is leuk voor d’r. Maar het wordt wel tijd voor een landhuis óf een grotere tafel. Of allebei, mag ook…….


Goedgeefs….

Na het doen van de laatste boodschappen werden we aangesproken door een jongeman, studententype, met een sweatshirt aan van een goed doel in Brazilië. Of hij met ons mee mocht lopen naar de auto en dan ons geleegde winkelwagentje mee terug mocht nemen en het verlossende muntje mocht hebben voor zijn goede doel. Onder het meelopen vertelde hij over het project voor de sloppenwijkkinderen en met hoeveel jongeren ze dat deden. Zelf kwam hij uit Noord-Holland. “Waarom komen jullie dan naar Apeldoorn, in Amsterdam bijvoorbeeld haal je toch veel meer op?”, vroeg mijn man. Ze deden het hier met een Apeldoornse vriendenclub en vandaar.

Terwijl wij de ineens wat overdreven hoeveelheid kerstboodschappen in de auto laadden spraken wij onze waardering uit voor hun inspanning. Want het doet je toch goed als je een leuk jong mens tegenkomt met zoveel enthousiasme voor ’n goede zaak. Vertrouwen in de mensheid hadden we heus wel, hoor, maar ja, zo nu en dan krijgt die wel es wat deukjes, dat heeft iedereen.

En we hoefden het karretje niet meer terug te brengen, dat was ook aardig. Met dat armzalige 50-centmuntje vonden we dat trouwens slecht betaald dus kreeg hij er ons terugontvangen statiegeld bij. Dat is toch wel het minste dat je kunt doen voor de sloppenwijken van Sao Paulo: je leeggedronken flessen doneren. Gelukkig zijn we dorstige types…….


Kerstmis-t…..

Donderdagavond was ik op een ijzig koud schoolplein getuige van de kerstviering op de dorpse basisschool van twee van onze kleinkinderen. De uit de kluiten gewassen kerstman, die naar goed agrarisch gebruik aankwam op een tot arrenslee omgebouwde boerenkar met paard, werd ontvangen door het hoofd der school of ie Sinterklaas zelf was.

Ze vroeg of hij een goeie reis had gehad en of ’t niet koud was geweest. Nou, dat konden al die blauwbekkende kinderen met hun ouders zelf wel bedenken. Er was een plaatselijk bandje met een zangeres, die Amerikaanse kerstliedjes zong op Nederlandse tekst. Dus niks geen stille nacht of herdertjes bij nachte.

De kinderen mochten daarna de school in om een gesponsorde boerenkoolmaaltijd te nuttigen mét worst. De ouders moesten buiten blijven dus weet ik niet hoe de viering binnen verder verlopen is, maar toen ik de jongens later ophaalde (omdat hun moeder, lid van de ouderraad, moest helpen de rommel op te ruimen) vertelden ze dat het heel gezellig was geweest en dat ze lekker hadden gegeten. En dat ze nú vakantie hadden!

Maar nog even over die kerstman, hè….Er zijn veel ouders, die na Sinterklaas óók nog es cadeautjes onder de kerstboom leggen. Omdat kinderen in de televisiereclame, die nou eenmaal over de grenzen gaat, zien dat dat elders ook gebeurt. Door die kerstman dus.

Onze dochters doen het ook. En de kinderen weten wel, dat er hier geen kerstman aan te pas komt en dat hun ouders voor ’n verrassing zorgen. Onze oudste dochter heeft haar kinderen verteld, dat de kerstman alleen komt voor kinderen in landen waar ze Engels spreken. Of onze kleinzonen al Engels aan het oefenen zijn weet ik niet en ze zijn ook nog niet zo slim geweest om te vragen hoe dat dan in Duitsland zit.

Globalisering is mooi, hoor, maar knap verwarrend als je nog kind bent. Hoewel ( gek hè?) ik niet het idee heb, dat ze d’r erg mee zitten…..


Aanhalig…..

Nog even over het Groot Dictee der Nederlandse Taal, waarin ik, niet zo onaardig zoals bleek bij de uitslagen, 14 fouten had. Bij het voorlezen van de tekst werden de leestekens door Philip en Martine heel klantvriendelijk steeds genoemd, maar nou zit ik eigenlijk met een probleem. Ik heb altijd gedacht, dat een zin, die met aanhalingstekens begint, bij de afsluiting daarvan éérst de “aanhalingstekens sluiten” kreeg en daarná pas de punt. Ik vind het veel logischer dat je de zin “inpakt” tussen de aanhalingstekens en daarna pas afsluit met een punt.

Maar ze dicteerden: “punt, aanhalingstekens sluiten”.(Deze laatste zin zou ik dus verkeerd afgesloten hebben, dat moet zijn ….”punt, aanhalingstekens sluiten.”).
Maar zo hangen die aanhalingstekens toch maar ’n beetje in de ruimte? En als je volgende zin met ’n apostrophe begint heb je d’r drie op ’n rijtje.

Het is een pietluttig probleem als je het vergelijkt met het gebrek aan drinkwater voor een groot deel van de wereldbevolking, ik geef het toe. Maar stel, dat ik het mijn hele leven al verkeerd doe? Dat is dan al láng, hoor! Wie redt mij? En als je toch bezig bent, denk dan even aan het glazen huis…….


Energielabiel….

De Vereniging Eigen Huis heeft bezwaar tegen de invoering van het energielabel voor koopwoningen per 1 januari. Dat is veel te snel, zeggen ze, want de boel is nog niet betrouwbaar geregeld. Ze adviseren hun 700.000 leden dan ook om het certificaat in voorkomende gevallen gewoon nog niet aan te vragen, want het slaat nergens op. Het is “verplicht”, maar je kunt als verkoper en koper het label volkomen negeren, als je daar zin in hebt, en daar doet niemand dan wat aan en er volgt geen enkele sanctie.

Waarom ook? Ik kan me namelijk heel goed voorstellen, dat het je absoluut niet kan schelen of een huis energiezuinig is. Je kunt als een blok vallen voor een huis. Voor een plek, voor de omgeving, je let op kindvriendelijkheid of juist op de afwezigheid van kinderen. En of het huis van je dromen dan een paar kieren heeft, volgens mij is dat vaak het laatste waar mensen op letten. Dat komt dan wel. Bij het kopen van een huis denk je sowieso financieel anders dan bij het doen van de wekelijkse boodschappen. Het zal niet bij iedereen zo werken, maar bij ons is dat zeker een paar keer zo gegaan. Zo’n label is dus hoogstens een kleine indicatie.

Trouwens, het feit dat maatschappijen als Nuon je zo heel graag willen helpen om het label te verkrijgen vind ik ook verdacht. Het is commercieel een leuke nieuwe dienstverlening. Ik las dat ze maar één gecertificeerde medewerker in dienst hoeven te hebben om een heel legertje uitzendkrachten, en dat dan ook letterlijk, op pad te kunnen sturen. Een goede uitvoering van die energiecontrole is dus nog helemaal niet gegarandeerd en een klachtenmogelijkheid als je het niet eens bent met de constatering dat je stulp niet meer dan een D verdient, terwijl je net alle ramen bent langsgeweest met de kitspuit en toch minstens een B had verwacht, is er niet.

Iedereen is vandaag de dag bezig. Met het water, met de uitstoot, met de manier waarop de energie moet worden verkregen, verdeeld en verbruikt. En dat moet ook als we nog een poosje wat aan Moeder Aarde willen hebben, maar een ménsenlabel, zou dat wat zijn? Dat je een A krijgt in je paspoort of op je identiteitskaart als je je glas netjes wegbrengt, je papier bewaart voor de voetbalclub, je afval scheidt, spaarlampen gebruikt, onbespoten voedsel eet, uitsluitend met het openbaar vervoer reist, en vooruit: lief bent voor mens en dier? Want de ménsen moeten het toch doen. Maar dan heb je natuurlijk weer een bigbrothersysteem nodig dat het controleert en het wordt wel érg ideaal ook. Onmenselijk eigenlijk, nou nee, doe maar niet dan…….


De grote wijzer…….

We hadden vanmiddag een blinde vriend op bezoek met z’n jolige geleidehond Rex, die hartstikke serieus is als hij dat moet zijn. We hadden het heel gezellig en na de gezamenlijk genuttigde maaltijd gaf onze bezoeker de wens te kennen, dat ie wel even naar het station gebracht wilde worden, omdat hij de trein van drie minuten voor half acht wou halen.

We brachten hem dus met de auto even weg, liepen voor het gemak en de gezelligheid nog even mee naar het perron, waar de trein, die hij had moeten hebben, zich op het moment dat wij boven aan de trap waren in beweging zette. Gemist dus.

“Hoe kán dat nou? We zijn hartstikke op tijd en nou is ie weg!”, zei onze vriend en hij bevoelde z’n horloge. Het was op dat moment zeven minuten voor half acht.

We zochten een vertrektijdenbord en zagen, dat de héle dag alle treinen vertrekken om drie minuten voor half, behalve om half acht en half negen, dan gaan ze ineens om zeven minuten voor half. Daar kan je als gewoon mens toch niet bij? Zo’n zotte dienstregeling. Verder dus geen enkele trein om zeven, de hele verdere avond niet.

Voor onze visite en z’n hond betekende dat een half uur wachten in de kou, want zo geriefelijk is station Apeldoorn nou ook weer niet, terwijl in Amersfoort waar hij moet overstappen datzelfde nog eens. Hoezo, klantvriendelijk?Je moet dus als treinreiziger maar beter elke trein even nakijken, anders héb je ’t nakijken. En als blinde dát niet eens.

We hebben onze vriend in onze warme auto maar naar huis gebracht. Hij moest naar Nijkerk en dat is vanuit Apeldoorn niet het einde van de wereld. Maar hij is een zeer zelfstandige man, die samen met z’n hond graag zélf z’n routes uitstippelt. Maar dan moet de NS niet zo wispelturig doen met die vertrektijden…..


Kopje koffie, krantje lezen….

M’n op zondag altijd kalm beginnende ochtend werd weer opgeluisterd door ’n paar leuke, rare, opmerkelijke en onbegrijpelijke berichtjes in de zondagse krant. Want moet je maar kijken:

* Een echte kerstboom in huis is ongezond. Vanwege de schimmels. Je dacht dat alleen Sinterklaas met een schimmel in verband gebracht kon worden, maar nee, een kerstboom ook. En als je nou het idee had dat een kunstboom dan beter was. Neen, ook die is ongezond, want het is een stofnest. Dat wordt dus je ballen afstoffen als je gezond wilt blijven. Dat we na al die jaren kerstmis nog léven, hè? Het is gewoon een kerstwonder.

*De spelcomputer Wii trekt kakkerlakken aan. Het stond er echt. Het ding produceert een geluid op een bepaalde frequentie en dat vinden die beesten leuk en aantrekkelijk. Als je dus iets voorbij ziet wandelen, weet je waar het van komt.

*Het Spaarne Ziekenhuis in Haarlem heeft een aan het beroep verwante Botoxbon van een kliniek voor plastische chirurgie in z’n kerstpakket gedaan. De zusters zijn not amused. Ze vinden zichzelf mooi genoeg en zijn van plan hun kerstpakket terug te sturen aan de Raad van Bestuur. Kan die zich laten verbouwen.

*Toeristen, die in Johannesburg uit ’t vliegtuig stapten, werden op het elektronische welkomstbord verrast met de mededeling “Fuck you!”. Ze zijn aan het uitzoeken wie van de medewerkers, die toegang hadden tot het systeem, die dag met z’n verkeerde been uit bed is gestapt.

*Het Openluchtmuseum gaat eigen bier brouwen in de historische (uiteraard Brabantse) brouwerij, die op het terrein staat. Nu maar hopen, dat ’t Openluchtbier ook binnen gedronken mag worden!

*De kroon in de selectie maf nieuws spant wel het ‘Open Nederlands Kampioenschap Kerstkribbeliggen’ in Zevenaar, dat tot vanavond 10 uur duurt. Wie het minst uit z’n kribbe stapt, omdat het stro zo prikt of om iets sanitairs te gaan regelen of zo, die wint. Ik weet wel wie er met glans gaat winnen: Jezus natuurlijk…….