Onze Utrechtse zoon “appte” op de zogeheten ‘familie-app’, dat z’n internet eruit lag. Dat krijgt hij aangeleverd via Ziggo en daar was iets mis. Met toestemming van de buurman mocht hij gebruik maken van diens Wifi. Hij noemt dat ‘de 21e eeuwse variant van het kopje suiker’!
Een zaak van gewicht…..
Als we wat doordeweekse boodschappen doen en we moeten kiezen voor een mandje of een kar, is dat uiteraard afhankelijk van wat er meegenomen moet worden. Met een kratje Grolsch ga je niet lopen sjouwen. Ik sowieso niet, maar het manvolk denkt er ook zo over. Vast meer dan 15 kilo, toch? Ik heb er niet zoveel verstand van.
We liepen de winkelwagens nu dus voorbij, want er was kennelijk nog voldoende voorraad, ondanks de warmte. Ik zag een vader met een jochie van een jaar of vier een kar pakken en zijn zoon zag het wel zitten om in het kinderzitje vervoerd te worden. “Dat mag niet”, zei z’n pa. “Waarom nou niet?”, vroeg de jongen met zijn gezicht in de zeurstand. Zijn vader legde uit: “Op dit stoeltje staat: “tot 15 kilo” en jij bent al 22 kilo!”
Het joch klaarde helemaal op, omdat hij ergens te gróót voor was. Dat was zó leuk om te zien! Hij zal meestal het tegendeel horen. En hij kan al aardig tellen ook, denk ik. In ieder geval tot 22. Grote jongen…..
Niet zomaar gast…..
‘k Las dat zondagavond onze minister-president als gast aanwezig is in het programma Zomergasten van de VPRO. Eigenlijk vind ik dat een beetje vreemd. Niet dat ik Mark Rutte geen aardige man vind, hij valt best mee als ie niet teveel lacht, maar met de verkiezingen in aantocht, waarvoor partijen
campagnegewijs al aardig bezig zijn (foldertje hier, plannetje daar) hoort zo’n partijgebonden overheidsdienaar als een premier toch niet in een programma van een paar uur aan het woord te zijn.
Ja, ik hoor het iemand al zeggen: die man kan best interessante hobby’s hebben, een mooie muziek- of filmsmaak hebben, gezellig kunnen vertellen over wat hem bezighoudt en ik neem direct aan, dat hij zich zal onthouden van politieke uitspraken. Dat mag ik van harte hopen. En dat de interviewer hem daar ook niet toe zal verleiden. Ik vraag me af of dat te vermijden zal zijn.
Maar goed, laten we ervan uitgaan, dat dat lukt. Dat Mark Rutte geportretteerd zal worden als een gewone Nederlander met een goeie baan, geen makkelijke baan, maar dat wou hij zelf. Dan nóg zal hij zich als persoon kunnen neerzetten als iemand die je best zou kunnen kiezen als dat weer aan de orde komt. Een aardige, leuke, intelligente man, die lief is voor z’n moeder. Nou, daar zijn er een heleboel van. Maar die krijgen geen podium in Zomergasten…..
Out-of-the-box…..
Als ik op de radio wel eens van die vraaggesprekken hoor, met name van wat jongere mensen, dan besef ik dat als ik een beetje mee wil blijven doen in het blogwezen, me van wat moderner taalgebruik zal moeten bedienen. En me vlotter zal moeten uitdrukken. Uit mijn ‘comfortzone’ zal moeten komen, zal ik maar zeggen. Cool, toch?
Nou heb ik laatst een paar makkelijke linnen schoenen gekocht, ’n soort gympies, die ze ‘sneakers’ noemden. Dat is het Engelse woord voor “sluipers”, stiekeme schoenen dus. Begin ik toch goed, met mijn modernisering, waar of niet? Van vroeger herinner ik mij trouwens het woord “bordeelsluipers’, dat waren van die lage mannenschoenen zonder veters, waar ze nogal makkelijk in en uit konden stappen, vandaar, denk ik, die naam…. Maar mijn sneakers lopen lekker en dat was de bedoeling.
Ach, al die nieuwe uitdrukkingen, ik zal proberen ze een beetje op te slaan en ze er nonchalant tussen te gooien zo nu en dan. Je moet zoiets maar ‘een plekje zien te geven’. Als me dat lukt…..
Baltisch…..
We reden van de week achter een busje met een Litouws kenteken. Er wordt heel wat geklust en gebouwd in Apeldoorn en je ziet dus nogal eens een kenteken dat uit Letland, Estland of Hongarije komt of zo. Niks bijzonders meer. Zoals in dit geval een auto met een stel Litouwers er in.
“Dat schijnen heel goeie kraandrijvers te zijn!” zei onze zoon. Nou, dat wil ik best geloven als ze in de bouw zitten, maar toen zag ik mijn zoon grijnzen. En dan word ik achterdochtig. Toen, wel na enige tijd, het kwartje viel bij ons vond ik ‘m wel leuk. Hoe komt ie d’r op, hè? Lee Towers…..
Niks meer aan de hand…..
‘k Hoef niet meer terug voor die vinger! Ik voel er ook niet veel meer van. Het voorste kootje van mijn vinger schijnt niet meer bediend te worden door het bijbehorende gewricht en dat blijft een stijve toestand. Ik denk niet dat ik daar veel last van zal hebben, het gevoel in de vingertop is gewoon zoals altijd. Nou, als dat alles is mag ik niet mopperen. Ik heb mensen zien rondlopen en vooral rondrijden daar op die chirurgische afdeling waar wel wat meer mee aan de hand was én de voet én het been en wat er verder nog allemaal aan een mens vastzit. Heeft mijn antibiotica toch z’n werk gedaan en daar ben ik nu ook mooi vanaf.
Van mijn arm en schouder voel ik ook weinig meer. Nog een keer naar de fysio en dan is dat ook klaar! Geen medische molen meer, hiep hoi! Bij het bloedprikken moeten ze extra testen of er ergens geen ontstekingen de kop op steken, zei de chirurg. Dat heeft ie aan de huisarts doorgegeven door een paar toetsen op z’n computer te gebruiken en dat was het dan. Iedereen, die er belang bij heeft (en eigenlijk ben ik degene die daar het meeste belang bij heeft, nietwaar?) weet weer van alles over mij en in dit geval vind ik dat heel prima.
We gaan weer over tot de orde van de dag. Het weer wordt ook wat beter, zeggen ze. Hoewel ik erg vaak zeg: “Eerst zien, dan geloven!” ga ik er nu gewoon van uit. In Rio gaat het niet allemáál even gesmeerd, maar een hele hoop toch ook wel. Het moest alleen een beetje meer in onze tijdzone liggen, dat Olympische gedoe. We blijven er niet voor op, hoor! Maar dan hoor en zie je wel veel uit de tweede hand en niet live. Dat brengt mee, dat we lang zo enthousiast niet zijn, tenminste ik niet, als toen het in Londen was. Raar, maar waar. En die bankzitters op de televisie, ik vind er eigenlijk niks aan, práten over sport. Nou ja, mijn ongemakken zijn aardig over dus ik kan ook weer allerlei andere dingen gaan doen…..
Molen…..
Deze vrouw zit nog gevangen in de medische molen, vooral het ziekenhuis wil me nog niet missen met mijn linkerwijsvingertje. Aardige mensen allemaal, daar niet van, maar ik zit verdorie al vier weken onder de antibiotica. En dat is niet minder dan oorlog in je lijf, denk ik dan.
Ik ben alweer terug geweest voor foto’s en het was nog niet goed, zei de chirurg vorige week en hup! tien dagen antibiotica in de verlenging.
Vrijdag weer terugkomen.
Wat de fysiotherapie voor mijn gescheurde schouderpees betreft gaat het uitstekend. Ik kan van alles wel weer doen. Niet gaan sjouwen en tillen, zegt de therapeute, want hij hangt aan een draadje, maar ze is erg tevreden en ik ook natuurlijk. Sjouwen en tillen, daar heb ik zo mijn personeel voor. Onwillekeurig doe je wel es iets dat je beter had kunnen laten, maar dat is dan al gebeurd, dus tja. Ik denk dat ik sterke draadjes heb. Maar bij de fysio zijn we dus aan het afbouwen, daar ben ik blij mee.
Pianospelen met mijn stijve vinger moet ik nog even proberen, maar de therapeute vond dat wel een goeie oefening. Zij vond dat ik die vinger vooral moest blijven bewegen. Rechtop zitten tijdens het spelen, schouders omlaag is weer goed voor mijn pees aan een draadje. Ik zal wel blij zijn als ik niet meer zo nadrukkelijk met mijn body hoef bezig te zijn.
Ik word er zo zoetjesaan kriebelig van en als ik nou ook nog in behandeling moet vanwege mijn onvoorspelbare humeur.De zorgverzekering ziet me aankomen, zeg…..
Rommeltje…..
Hebben jullie dat nou ook: dat je bij alles wat je leest aan onrust, aanslagen, afwisselend opgeëist door IS of een gevolg van psychische problemen in de kop van de dader, dood gevonden mensen in een huis of in het water, zoekgeraakte kinderen vanwege dat stómme Pokémon Go, Rio, dat de boel nog niet goed in orde heeft voor de toevloed aan sporters, die het nogal goed gewend zijn, enge muggen en blauwalg, en weet ik wat nog meer, dat je dan denkt: wat zullen we vandaag nou weer eens eten? Je houdt het toch niet meer bij?
Ik heb wat afleiding door mijn lichamelijke ongemakjes waar ik druk mee ben. En ik niet alleen, omdat moeders nog vervoerd moet worden ook. Het gaat al beter, hoor. Ik kan al veel meer doen dan eerst, dus ik mag niet mopperen. Doe ik dan ook zo min mogelijk. Ik ben blij dat onze oudste dochter en haar gezin weer veilig thuis zijn uit Griekenland, toch de buurman van Turkije.
We krijgen heel veel reclamefolders op de mat. Alsof ze het wéggeven allemaal! Ja, de economie, net wat u zegt. Er valt ook nog wel wat te lachen zo hier en daar. Een reclame met “Bh’s 50% korting. Voor die prijs kunt je ze niet laten hangen!” Het zal best een oud mopje zijn maar dat vind ik dan leuk. En daar moet je je dan maar mee vermaken. Maar ik vind het er niet eenvoudiger op worden om optimistisch te blijven en toch moet dat. Er zijn ook zoveel goeie initiatieven. Ik hoop dat de kranten die op de voorpagina blijven zetten en dat de humor onder de mensen blijft, zolang het niet teveel galgenhumor is…..
Wachten…..
Die ontstoken linkerwijsvinger bezorgt me toch meer toestanden dan ik gedacht had, zeg! Ik ging er toch maar weer even mee naar de huisarts, niet mijn eigen, want die is met vakantie, en ze stuurde me door naar de Spoedeisende Hulp. Er moest wat aan gedaan worden. Ze belde de dienstdoende chirurg en ik moest meteen komen. Mijn zoon was gelukkig bij me dus we konden direct door.
Nou, we waren daar niet de enigen. Berendruk. De verpleegkundige die we na het eerste wachten troffen nam mijn gegevens op en bracht ons naar een tweede wachtruimte, die knap vol zat. Daar had ze me al voor gewaarschuwd. Kinderen met gebroken armpjes, een jongen met een gebroken elleboog. Dat moest allemaal in het gips. Er waren allerlei onderzoeken aan de gang, waarvoor echtgenoten zaten te wachten en dan kwamen er tussendoor ambulances binnen met mensen, die meteen werden doorgereden natuurlijk. In die ruimte hebben we twee uur gezeten, want mijn vinger had logischerwijs geen voorrang. Snap ik, hoor, maar het duurde wel lang. Ik mocht geen koffie of zo, want niks eten of drinken voordat de dokter me gezien had.
Nou, eindelijk werden we opgeroepen en in een ander hok gezet met gordijnen eromheen. Die zijn niet geluiddicht en mijn zoon die bionische oren heeft hield me gezellig op de hoogte over wat er allemaal plaats had. Onderwijl werd er een parachutist binnengebracht, die wat raar was neergekomen, een allochtone man, die met zijn fiets over de kop was geslagen en nogal wat had gebroken, zo te horen, een meneer was in een parkeergarage gestruikeld en had zijn schouder uit de kom. En daar zat ik met mijn vingertje.
Nou ja, na zo’n klein uurtje kwam er een dokter. Die keek en voelde en zei dat de trauma-chirurg erbij moest komen en dat ik er op moest rekenen dat ik naar de operatiekamer moest. Daar word je niet blij van, maar wat moet, dat moet.(Oud Apeldoorns gezegde.)Na drie kwartier kwam de traumadokter (hij was even bezig geweest) en die voelde (ik ook) en keek en zei toen, dat ik eerst nog maar eens een fikse antibioticakuur moest krijgen. Moeder best blij uiteraard. Over tien dagen moet ik weer terug om te laten zien of dat heeft geholpen. Honger en dorst geleden voor niks, want vanaf half vier’s middags tot ruim negen uur ’s avonds, terwijl je d’r niet op rekent na alleen een laat ontbijt, dan lust je wel wat.
Maar eerst moesten we bij de dienstapotheek die antibiotica-pillen nog halen. Die was uiteraard op slot. Maar er deed al snel iemand de deur open en die maakte, na even wachten, de spullen klaar. En toen gingen we, na een paar boodschappen, net op tijd, want de winkel ging al bijna dicht, eindelijk naar huis! Hulde aan mijn lieve zoon, en ik kreeg een warme knuffel van kloris toen ik thuis kwam. Hij had vijf keer gebeld, maar mijn zoon had zijn telefoon wel bij zich, maar geen ontvangst, op het moment dat vader belde. Dat kan in een ziekenhuis. Nou, ik ben dus braaf aan het kuren en hopelijk met goed gevolg, zodat er geen blikopener aan te pas hoeft te komen.
Geen enkele klacht over de plaatselijke gezondheidszorg, hoor, alleen dat wáchten en ik had mijn telefoon thuis gelaten, anders had ik nog een spelletje kunnen doen of zo. Dom, want dat kan best met vier vingers…..
Zielig…..
Zo voel ik me ’n beetje. Nadat de echo van mijn schouder werd gemaakt, een paar dagen na de foto, waarop geen breuk te zien was en alleen een beetje slijtage, bleek dat ik een scheur heb in een schouderpees. Dat beperkt een mens enorm in het gebruik van een arm. Dat heb ik dus. Ik kan er wel wát mee, mijn vingers doen het uitstekend, maar verder is het lastig en pijnlijk als het je rechterarm is en je rechts bent. Verder aardig links, maar dat terzijde. Ik leg met mijn linkerhand mijn rechter op het toetsenbord. Zie hier het resultaat.
Het had geopereerd kunnen worden, maar de dokter zei dat het, gezien mijn leeftijd, handiger was om het via fysiotherapie aan te pakken. Dat gaat dus gebeuren en ik kijk er niet naar uit. Bovendien heb ik als kers op de taart een ontstoken linkerwijsvinger die klopt, veegt en zuigt. Daar heb ik antibiotica voor gekregen, de kuur is bijna voorbij en het schiet geen meter op. Zeer pijnlijk. Een paar keer per dag in de ouderwetse soda, maar nee. Dus daar moet ik ook weer achteraan. Vervelend, vervelend. Maar goed, vergeleken met wat andere mensen overkomt is dit natuurlijk peanuts. Maar wel míjn peanuts! Nou, genoeg gezeurd.
Leuke sport gezien! En veel succes ook nog. Max natuurlijk, Tom in de Tour, en Dafne en Churandy en hun collega’s, de meerkampster Vetter niet te vergeten. Prachtig allemaal. Dat ze fitter zijn dan ik neem ik niemand kwalijk. En dan Portugal natuurlijk! Frankrijk in rouw, jammer maar helaas. Ik was eigenlijk voor niemand, dat ben ik meestal nooit als Nederland er niet bij is. Maar Ronaldo, aan wie ik een beetje ’n hekel had, heeft wel veel goed gemaakt bij mij. Ik vond het ongans zielig dat ie moest afhaken en horizontaal het veld verliet. Verticaal stond hij zich later wel naast de coach uit te leven. Toen vond ik ‘m alleen niet meer zo zielig. Alleen mezelf een beetje. Over hulp en medeleven van mijn huisgenoten en familie heb ik absoluut niet te klagen. Ze dragen me op handen. Niet letterlijk natuurlijk, dat hoeft nou ook weer niet…..