Afspreken…..

Het vergeten van een afspraak overkomt iedereen toch wel eens? Of je moet zo’n georganiseerd figuur zijn met een echte agenda of misschien wel een secretaresse die je aan alles herinnert. En tegenwoordig kun je ook je computer of je telefoon als zodanig instellen, dat je tijdig gewaarschuwd wordt. Ondanks dat kregen wij nog wel es de tandarts aan de lijn (dat regelde hij toen nog zélf!) met de barse vraag: “Waar wás u?” Dan moest je snel een smoes bedenken of, dat kan ook, eerlijk opbiechten: “Sorry, helemaal vergeten, die afspraak!” Maar dat gebeurt je alleen als je niet bang bent voor de tandarts. Of juist wel, nou ja, het overkwam ons vaak omdat we zo druk waren. Onze tandarts was wel altijd zo aardig om het consult niet te berekenen. We hebben, ook nu nog, de afspraken meestal laat in de middag. Indien vergeten kan iedereen lekker vroeg naar huis dus het is eigenlijk heel aardig. Alleen over dat niet berekenen ben ik niet meer zo zeker.

Echt heel strikt een bezoek afspreken voor een visite van kennissen of zo, doe je nog maar zelden, toch? Wij klaverjassen elke veertien dagen en dat spreken we wel af, zo van : “Your place or mine”, maar verder komt iedereen maar zoals het uitkomt. Kom je onverwacht dan heb ik wel koffie,  de cake of de appeltaart moet je er dan maar bij denken.

Ik herinner me trouwens een vergeten afspraak, toen we hier pas woonden , met oude buren, die er speciaal voor waren gekomen en ’s avonds plotsklaps voor de deur stonden. De hele familie met de benen op de bank voor de televisie en de kamer was nou niet direct opgeruimd, want we hadden de hele dag gewerkt en ik schrok me uiteraard wild. Want ik had ook nog eens niks in huis, waarmee je doorgaans visite pleegt te verwennen. ’n Droog biskwietje was het wel zo ongeveer. We lieten natuurlijk niets merken dus: welkom, welkom!

Er werden, na wat opgewonden gesmiespel in de keuken, spoorslags kinderen op uit gestuurd (toch makkelijk, dat je die dan hebt, hè?) om bij een benzinestation, want de supermarkt open tot 10 uur was toen nog niet, iets koekerigs, chips en borrelnootjes te halen. Mijn kloris hield onderwijl de visite bezig, terwijl ik héél lang deed over het koffiezetten. De meegebrachte bloemen moesten natuurlijk ook nog in het water gezet worden. Onderwijl was het reddingsteam weer terug van hun missie en kon eindelijk de koffie geserveerd.

Ik kan me eigenlijk niet voorstellen, dat onze ex-buren niks gemerkt hebben van de consternatie die hun komst teweeg bracht. Zo dom waren ze niet. Maar het werd heel gezellig en we hadden een leuke avond met veel verhalen en ze vonden ons huis ook leuk. We hadden een wijntje er bij, want dát hadden we natuurlijk wel in huis en dan de chips en de borrelnoten. Nou, er was op ze gerekend, hoor!

Ik weet wel dat als me nú zoiets zou overkomen, we gewoon zouden zeggen: “Verrek, dat is waar ook! Jullie zouden komen! Nou, kom d’r in, gezellig! Er is geen taart, maar waarschijnlijk zijn jullie toch aan de lijn, ha, ha! Hoe is ’t er mee? Koffie? O, je drinkt thee tegenwoordig. Kan ook. Rooibos of groene? ” En wijn en bier is er sowieso. Eigenlijk zijn we steeds voorbereid op onverwachte visite. Je leert van zo’n ervaring, hè? Zonder afspraak……


Genieten…..

‘k Ontdekte dat het alweer twaalf jaar geleden is, dat ik met Elswhere.org begon. Dus zolang, eigenlijk al ’n jaar langer zelfs, genieten mijn kloris en ik van ons pensioen. Zo heet dat dus, hè: van je pensioen genieten. Nou vind ik het ‘niks te hoeven, niks te moeten’ en je eigen tijd kunnen indelen ook een niet te versmaden voordeel van deze periode, hoor. Maar verder is het gewoon een fase in je leven natuurlijk. Met de nadruk op natuurlijk.

Als ik in oude dagboeken wel eens nalees wat we destijds allemaal moesten doen en hoe stervensdruk we het eigenlijk hadden, dan is het tegenwoordig maar rustig. En evengoed gaat een week maar zó voorbij! Alsóf je het toch druk hebt. Soms is dat ook wel zo, maar lang niet altijd. Als je ouder wordt gaat de tijd langzamer, zeiden ze vroeger wel eens. Nou, mooi niet. Morgen alweer oktober, mensen!

Vanmiddag hebben we trouwens twee staatsloten gekocht, omdat ze morgen élk kwartier honderdduizend euro gaan verloten. Dat leek ons wel spannend onder het motto JKNW. (Jekannieweten….) Misschien, heel misschien zal ik het laten weten als het wat wordt. Maar het kan ook wel zijn, dat we op een cruiseschip zitten. Dat zal pas genieten worden, zeg…..!


Sleutelrol…..

Gisteravond in het tv-programma “Radar” had Antoinette Herzenberg een onderwerp over sleutels. Gebleken was, dat in een wijk een hele serie woningen precies dezelfde sleutel hadden, waarmee men de zogenaamde veiligheidssloten op de diverse ramen  kon afsluiten. ’n Beetje slimme inbreker had op die wijze eenvoudig toegang tot maar liefst 67 woningen. Er was ook al ingebroken bij verschillende huizen en getoond werd hoe dat was gegaan. De bewoners waren er bij toeval achter gekomen dat de raamsleutels allemaal hetzelfde waren.

De directeur van de slotenfabriek werd bij Antoinette op het matje geroepen. “Dat is toch raar?” zei ze.  “Nee, hoor” zei de slotenman “de sloten zijn bedoeld als veiligheid voor bijvoorbeeld kinderen, dat ze de ramen niet open kunnen doen. Veiligheid vanuit de binnenkant. Voor veiligheid vanaf de buitenkant moeten de mensen zelf zorgen. De politie kan je precies vertellen hoe je dat kunt doen.”  Nou ja, uiteraard kwamen ze er bij “Radar” niet uit. Allemaal dezelfde sleutel was bij de nieuwbouw ook goedkoper.

Dat gedoe met een sleutel deed me denken aan wat wij meemaakten, toen we zo’n veertig jaar geleden in Groningen woonden. We hadden toen een gehuurd rijtjeshuis in een straat, waar de buurt niet echt nieuw was, maar de huizen waren aardig modern. Tegenover ons woonde een familie: man, vrouw en drie kinderen.  Aardige mensen.

De vrouw was een huisvrouw van de oude stempel. Elke week werden de ramen gewassen, de stoep geschrobd en elke dag om zes uur stond de maaltijd op tafel. Zo was ik niet eigenlijk en ik keek mijn ogen uit, hoor, en ergens schaamde ik ze ook wel es uit mijn hoofd omdat ramen wassen niet zo op mijn prioriteitenlijstje stond. De man was verbonden aan de universiteit. Wat ie precies deed, weet ik niet, maar het was wel iets waar hij voor had gestudeerd en thuis veel moest lezen en werken.

Op een dag vertelde de buurvrouw met rode ogen dat ze gingen scheiden. Haar man zou vertrekken en de twee oudste kinderen hadden ervoor gekozen met hem mee te gaan. Het jongste kind, dat toen een jaar of acht was, wou ook met z’n vader mee, maar moest bij zijn moeder blijven. Vader vertrok op een zaterdag met een volgeladen auto en twee kinderen, terwijl het jongetje op de stoep hard huilend met de auto mee holde. Het was een regelrecht drama. Recht tegenover ons, het was niet te missen.

De volgende dag kwam de overbuurvrouw bij ons. Voor een beetje troost, dachten wij en gingen er alvast recht voor zitten. De tranen zaten natuurlijk nogal los, maar er was ook erg veel kwaaiigheid in haar verhaal. Ze had het niet zien aankomen, zei ze. Teveel gepoetst, dacht ik, maar dat zei ik natuurlijk niet. Er was geen spaan meer heel van haar man, maar waar ze éigenlijk voor kwam was de sleutel van onze gangkast. “Hè?” zeiden wij, “waarom?” Nou, haar man had van alles opgeslagen in een van de slaapkamers, die op slot gedaan en de sleutel had ie meegenomen. En ze wilde die kamer ópen hebben! Ze wist dat onze gangkastsleutel op haar slaapkamerdeur paste, want er zat systeem in de sleutelposities van de huizen in de wijk. Iets met even en oneven nummers of zo. We hebben niet gevraagd hoe ze dat wist, maar als je veel poetst weet je dat soort dingen misschien wel.

Niet aardig wellicht, maar we hebben geweigerd. We vonden een en ander ontzéttend zielig, hoor, en hebben haar dat ook verteld. Maar we wilden niet verwikkeld raken in huiselijke problemen waarmee we niets te maken hadden. Of dat verstandig was, weten we niet, want nu was de liefde met de overburen ook nog es over natuurlijk. De dreun waarmee de voordeur werd dichtgesmeten was veelzeggend. Maar natuurlijk was het eigenlijk dus de schuld van de slotenfabriek…..

 


Deelneming…..

Mooi woord, hè? Participatiesamenleving. Daar nemen we dus met z’n allen aan deel. De één wat meer dan de ander, maar toch. Het solidariteitsprincipe, zoals dat in mijn jonge jaren werd aangemoedigd, schijnt wat af te zwakken, om het maar mild uit te drukken. Dat was ‘rooie-rakkerspraat’en de rooie rakkers zijn vandaag de dag natuurlijk ook niet meer wat ze geweest zijn. Vind ik dan. Je moet als individu  zo goed mogelijk voor jezelf zorgen en lukt je dat niet helemaal, dan heb je gewoon pech.

Even over gisteren. Willem Alexander deed het als tekstverwerker niet zo slecht. De entourage met Máxima ernaast als kroongetuige was traditioneel. Ze paste er goed bij, zoals ze soms naar ‘m keek. Als een trouwe echtgenote, die trots is op d’r kloris.

Haar hoed was nogal ruim bemeten, vond ik. In de zaal dacht ik dat de bezuinigingen nogal hadden toegeslagen op het hoedjesfront, maar echt goed gekeken heb ik niet, hoor. Jeanine van Defensie had helemaal geen hoofddeksel, maar ja, die had natuurlijk net die JSF’s aan moeten schaffen.

De vorstelijke boodschap was dus niet onverdeeld vrolijk, maar dát was allang geen nieuws meer. Trouwens, de boodschappen bij de super vallen weer mee, want daar is het oorlog. Nou, profiteer er maar van en denk niet aan al die noodlijdende bedrijven die er achter zitten bij jouw voordeel. Daar heb ik nog altijd moeite mee, maar ja. Zie je het nou? Daar ga je al: het ieder-voor-zich-principe!

Voorlopig betuig ik iedereen mijn participatie…..


Dertien in een dozijn….

En…..? Al van de trap geduveld en je enkel verzwikt? ’n Blauwe envelop op de mat? Of een bekeuring, ook leuk? Zulke geintjes zouden allemaal moeten gebeuren vandaag, want het is vrijdag de dertiende! Als ik dat verhaaltje in de krant niet had gezien, had ik me die datum niet eens gerealiseerd.

Ik ben niet zo van het bijgeloof. Van het geloof ook niet, maar van het bijgeloof al helemaal niet.  Toch zijn er heel wat hotels zonder kamer 13. Gebouwen zonder 13e verdieping. Ik vind dat trouwens een gek woord: verdieping. We hebben het daar bij ons thuis wel eens over gehad. ’n Parkeergarage, ja, maar je begint bij een gebouw of een huis toch niet te tellen op zolder? De dertiende etage is toch logischer?

Maar nou ja, daar hadden we het niet over. Wel over de rare hekel die mensen hebben aan het nummer 13. Ze willen niet trouwen op een 13e van de maand, hoewel ze wel graag een dertiende maand willen. Is toch gek, nietwaar?

Ik las vanmorgen dus over een stel hier in Apeldoorn, dat nogal gerelateerd was aan het getal dertien. De vrouw kwam uit een gezin met dertien kinderen, was jarig op de dertiende, kreeg toen zelf een dochter op een vrijdag de dertiende en toen ze een huis lieten bouwen bleek dat óók nog es een nummer 13 te worden.

Ze hebben toen maar een nogal apart nummerbord op hun huis gemaakt: “12+1=”. Het is even rekenen, maar er is, sinds ze er wonen en dat is alweer een hele tijd, geen brand en ook geen overstroming geweest, dus zoiets helpt wel, hoor…..


Voor paal…..

Een ontwikkeling waar mijn blinde kloris hartstikke benieuwd naar is, is de Google-bril waar aan gewerkt wordt. Die kan je laten hóren wat ie ziet. Er wordt al hevig mee geëxperimenteerd en het lijkt hem wel wat. Er kan heel veel interessants mee, ook wel dingen waar een blind iemand minder aan heeft, maar het schijnt dat je ‘m ook kunt programmeren zodat hij mensen, die je tegenkomt, herkent.

Dat is voor een blinde misschien wel handig. Geen onbekende mensen natuurlijk, want je kunt moeilijk, zoals in zijn geval, heel Apeldoorn in je bril zetten. Maar als ie mij dan aankijkt, zegt de bril: “Els”. Nou, dat is toch mooi? Dan weet ie dat.

Eigenlijk vind ik deze manier van mensen herkennen ’n beetje malligheid, hoor. Mijn man is er zo een die iedereen meteen herkent als iemand “dag Jouke” tegen ‘m zegt. De enkele keer, dat dat niet zo is, lost dat zich binnen twee seconden op. Gewoon doordat diegene even zégt wie hij is. Dat heet menselijk contact.

Het zou dus handiger zijn als de bril “lantaarnpaal” zegt als ie die tegenkomt, want dát is zo’n stiekemerd, die zich stil houdt…..

 

 


Je hebt niks in te brengen……

Vanmorgen stond in de krant een geboorteaankondiging, die gedaan werd door het ‘slachtoffer’ zelf: “Nadat ik negen maanden onschuldig heb gezeten, voor iets dat papa en mama hebben gedaan….” Het ging nog verder, maar dit vond ik leuk gevonden. Zijn ouders waren na z’n vrijlating, schreven ze er onder, trouwens superblij met ‘m, hoor, maar van ook maar een béétje berouw tonen voor hun daad was geen sprake!

Gisteren bij de rechtszaak in Zutphen betreffende de zoon, die zijn moeder had geholpen haar leven te beëindigen, omdat ze het als 99-jarige totaal niet zag zitten om ook nog eens 100 te moeten worden, zei iemand die in het publiek buiten het gerechtsgebouw stond het ook: “Over het feit,  dat je op de wereld gezet wordt heb je niks te vertellen en over het feit dat je ’t  eigenlijk wel genoeg vindt zo, ook niet!”

Ik heb een paar jaar geleden die documentaire gezien, die deze zoon gemaakt had over het moeizame proces, dat hij samen met zijn moeder had moeten doormaken om haar doodswens vervuld te krijgen. Ik vond dat verhaal toen zo schrijnend, omdat er, behalve door haar zoon, helemaal niet geluisterd werd naar wat de vrouw, bij haar volle verstand zijnde, graag wilde. En dat was een waardig einde.

Het tehuis waar ze woonde kon daar niet in meegaan. Dat zaagde wel een heleboel bomen om, want er moest een nieuw gebouw komen, waardoor ze haar uitzicht op de eekhoorntjes waar ze dagelijks nog plezier in had, kwijtraakte. Dat was de druppel eigenlijk, zei haar zoon.

Maar dat je dan stiekem pillen moet gaan sparen en die op een achternamiddag met een bakje yoghurt naar binnen moet gaan werken is toch mensonterend. De zoon vind ik een held. Je moet het maar kunnen. Een daad van liefde (ook de terechte  titel van de film) zonder meer. Wat mij betreft hoeft hij geen berouw te hebben.

Rouw om het verlies van zijn pientere moeder, dat mag. En zorgvuldigheid in zo’n geval, dat moet natuurlijk. Soms moet er misschien op toegezien worden, het is niet zo maar iets. Dat kan een dokter zijn, die trouwens ook maar een mens is. Maar liefst wel een met oren aan zijn hoofd. Albert Heringa maakte de film over zijn ‘misdaad’  helemaal  expres, om een moeilijk onderwerp bespreekbaar te maken. Dat levert hem misschien nog een straf op ook. Ik kan het me niet voorstellen, maar het zou kunnen.

Maar ik hoop, dat de rechter, ook een mens, met wie weet nog een moeder, wijs beslist…..

 

 

 


Zó moet techniek…..

‘k Maak bij voorbaat mijn excuses aan alle wél handige mannen, omdat ik er zo erg om moest lachen, maar ik zag gisteren, bij het opendoen van de zonwering boven, toch wel zo’n leuk staaltje van gezond vrouwenverstand! Geweldig.

Nu iedereen weer zo’n beetje terug is van vakantie, worden overal caravans opgeruimd en vouwwagens ingeklapt. Een eindje verderop in de straat waren vier (!) mannen, ’n vader en z’n zoon met wat vrienden, bezig om zo’n vouwwagen achter het huis te krijgen. Ik vond dat wel een mooie onderneming, want de tuinpaadjes hier in de buurt zijn niet van villaformaat. Ze hadden een soort platte kar, zo-een waar je ook wasmachines en zware kasten mee verplaatst. De vouwwagen werd daar met z’n zijkant op gezet en hij moest over het paadje eerst richting de voordeur worden gereden en daarna linksom langs de zijkant van het huis naar de achterkant. Dat was het plan.

Nou, het eerste stuk ging best goed, hoor. Wat wil je, met z’n vieren moet dat wel lukken. Maar toen moest er van richting veranderd worden. Bochtenwerk. Ze kregen het ding de hoek niet om. Even terug, nog es proberen, maar het ging niet. En toen gingen ze vergaderen, de mannen. Er omheen lopen, bukken, kijken, wijzen, praten en de vertwijfeling sloeg aardig toe.

Toen ging de voordeur open en kwam er een vrouw naar buiten. Die keek ook, schopte tegen de wielen van de onderste kar, terwijl ze een beetje tegen de bovenkant van de vouwwagen duwde en toen zat er beweging in. De mannen, die hadden staan kijken schoten toe om het zware werk over te nemen en moeder ging, met zo’n gebaar van:  “niks te danken, graag gedaan”, weer naar binnen.

Koffie zetten waarschijnlijk…..


De band met de trouwe klant…..

Toen wij zo’n 28 jaar geleden ons huis huurden van een woningbouwvereniging, die heel toepasselijk “Ons Huis” heette, tenslotte wás het ook hun huis, betaalden wij naar later bleek aardig wat méér huur voor onze woning dan onze buren. Zelfde huis, alleen is ons huis een hoekhuis, dus die meerprijs was sowieso wel logisch als het “iets” meer was geweest. Maar het scheelde echt aardig wat met de buren. Nou ja, zo’n aanpassing  gebeurde eigenlijk altijd bij een nieuwe huurder met een  nieuw contract, dus dat was niet zo bijzonder.

Later scheelde het nog wel meer omdat wij, in tegenstelling tot de buren, alle ramen en buitendeuren in het huis lieten voorzien van dubbel glas. Dat was een aanbieding van de huisbaas, waar wij dus gebruik van hebben gemaakt. We hadden studerende kinderen, we namen als ouders met een grenzeloos vertrouwen tenminste aan dat ze dat zaten te doen op hun dubbelbeglaasde kamers, en we wilden niet dat onze bloedjes op de tocht zouden zitten. E.e.a. had een hogere huur tot gevolg, maar het bleek heel comfortabel, ook qua geluid van buiten.

Nog weer later kochten we het huis van onze verhuurder, werden dus huiseigenaren en het contact met “Ons Huis” werd minder, want het was nu óns huis. We hebben nog een klusabonnementje van ze en als er aan de huurwoningen iets wordt gedaan, vragen ze altijd of wij als kopers en “ouwe klant” willen dat het betreffende werk ook bij ons moet worden gedaan.  Maar even goeie vrienden, hoor, als je het zelf al hebt gedaan of je vindt ’t niet nodig. Gezellig, gezellig…..

Vanmiddag zag mijn zoon toevallig, dat zijn dure abonnement bij UPC voor heel wat minder wordt aangeboden aan nieuwe klanten. Hij belde met de klantenservice, want het scheelde echt tientjes, hoor. Maar daar kreeg hij te horen dat ze geen boodschap hadden aan ouwe en ondanks alles trouw gebleven klanten. Die betalen dus gewoon hun hogere abonnementskosten door. Het is dus dondersgoed opletten geblazen met die gasten.

Hij heeft na onderhandeling nu wel een soort deal gesloten, geloof ik, maar het is eigenlijk best een rare constructie dat je alle reclames van die lui moet volgen. “We kunnen niet al onze 20.000 klanten op de hoogte gaan houden, meneer!” werd er gezegd. Stilzwijgend verdien je dus het meest aan ouwe klanten. Zouden er meer bedrijven zijn, die het zo doen? Verzekeringen, energiebedrijven? Ik noem maar wat. Wat is een supermarkt dan eigenlijk een transparante winkel, hè? De ene week de druiven nog 1,69 en vandaag waren ze een euro! Gezellig, gezellig…..


Peacemakers……

Onze buurman, die al ’n aardige leeftijd bereikte, is bezig die te verlengen door de aanschaf van een pacemaker. Die is ‘m in het ziekenhuis aangemeten door een dokter die d’r verstand van heeft en naar wat we van onze buurvriend horen is het wennen. Hij is nog gauw vermoeid, dat is ook wennen, maar verder bevalt ’t goed. Hij zet heel verstandig in zijn energieverbruik de tering naar de nering. Als je 86 bent mag dat.

Toen bedacht ik me: wat zou het eigenlijk prachtig zijn als je bij mensen peacemakers zou kunnen inbrengen! Want ik vind het maar een rommelig zooitje de laatste tijd. Waar dat allemaal op moet uitlopen, je vraagt het je af. Men schiet elkaar maar overhoop en bij gebrek aan een vuurwapen schijn je met een mes ook een heel eind te komen. Zóveel agressie overal. En niet alleen óver de grens….

Hier niet zover vandaan, in Loenen (Vel.) (dat ‘Vel.’  moest je er in het postcodeloze tijdperk altijd achter zetten, anders kwam je brief ergens richting Randstad terecht en wie wil dát nou?) zijn Leidse studenten aan de gang om een erebegraafplaats op te knappen. Als project in hun kennismakingsweek.

De gedenkstenen worden gepoetst en hersteld, de paden en struiken weer netjes gemaakt en ze vinden het nog mooi werk ook. Ze stappen elke morgen om 8 uur in de bus en om 4 uur ’s middags gaan ze weer richting Leiden.  De Oorlogsgravenstichting is erg blij met de hulp. Er liggen 4000 oorlogsslachtoffers in Loenen en er zijn nog veel meer erevelden, verspreid over ons land.

Dus oorlog is al heel lang niks nieuws. En het grootschalig voor elkaar opkomen is er wel af. Ik denk daar beslist te simpel over. Gelukkig zijn er overal mensen, die in alle talen grootschalig kunnen uitleggen aan simpele zielen dat een Wereldoorlog niet meer kan, want handelsbelangen mogen natuurlijk geen extra roet in eten gooien. Als er eten is dan. Maar als je optelt wat er overal speelt en waarvan je door de moderne communicatie tot op de minuut kunt volgen hoe een en ander verloopt, vind ik dat al die oorlogen bij elkaar de naam Wereldoorlog wel zouden verdienen. Ik ben niet vrolijk.

Maar voorlopig hoop ik vurig dat die poetsende jonge mensen met hun mooie initiatief daar in Loenen(Vel.) ’n beetje peace opdoen  voor de rest van hun leven…..