Het olie(bollen)kartel……

de oliebol als statussymbool, ze zijn d'r duur genoeg voor!

De mannen in mijn huis zijn geïnteresseerd in techniek en hebben er ook verstand van. Computers, electronica, kortom spullen die veel geld kosten, ze hebben geen of weinig geheimen voor ze.Voor mij wel en als iets het doet en het ook blijft doen dan hoeft het voor mij niet te worden vervangen door iets dat weer meer kan. Dat is een vorm van ouderwetse zuinigheid, maar ook een aversie tegen verandering. Het manvolk heeft daar geen last van.

Als ik boven bezig ben en ik hoor ze beneden smoezen en smiespelen, dan denk ik alleen maar : “Wat zal dat weer gaan kosten?” Ze kennen me wel dus pas als de plannen gereed zijn en het geld ter sprake komt word ik ingewijd. Dan worden uitgebreid de voordelen van het nieuwe apparaat voorgelegd, het oude professioneel de deur uit gepraat (“Ik héb er al iemand voor!”) en wie ben ik dan om de zegeningen van de moderne tijd te gaan ondermijnen door extreem moeilijk te gaan doen? Ze hebben geen slechte aan mij, vind ik zelf dus.

Met auto’s gaat het exact zo. Eén keer herinner ik me nog heel goed, want daar heb ik helemaal geen zeggenschap in gehad, meestal doen ze net of ik dat wel heb. Mijn man vroeg: “Een rooie Opel station, hoe vind je die?” “Mooi!”, zei ik, want ik hou wel van rood. “Nou, dat komt dan goed uit, want ik heb ‘m al gekocht”. We hebben er jarenlang een prima auto aan gehad met vier kinderen en een hond, hoor, maar toch: erg geëmancipeerd voelde ik me niet.

En nu Duisenberg heeft gezegd, dat geld moet rollen, hebben de heren helemaal een excuus om het uit te geven. Ik wil het ook niet weten, maar ben op m’n hoede! Om zelf ook maar wat mee te helpen de economie in stand te houden ben ik maar wat oudejaarsshopping gaan doen. Spullen om de oliebollen, waar onze dochter voor zal zorgen, en de champagne mee te begeleiden.

Op ons winkelcentrum staat sinds begin november een oliebollenkraam. We hadden alvast zin in een oliebol dus hebben we er wat gekocht. Als je het nou over prijsopdrijving hebt dan is het in de oliebollensector bij de wilde spinnen af. Vorig jaar: 11 oliebollen ( wat ik trouwens een raar aantal vind!) voor f.5,– (ach, wat staat dat toch mooi….) en nu diezelfde 11 oliebollen (hoewel, laten we hopen dat het niet dezelfde zijn) voor € 5,–. De prijs meer dan verdubbeld: 11 gulden! Ik zag mijn echtgenoot verstrakken bij het noemen van die prijs bij het afrekenen. Die geeft, in opdracht van de grote grijze eurogeitenbreier, z’n geld liever uit aan iets dat meer geavanceerd is dan een oliebol!


Op de pijnbank……

ik bedoel maar: pijntjes voor het uitzoeken...!

Het Centraal Bureau voor de Statistiek onderzoekt van alles. Ook dingen, waarvan ik denk: “Moet dat nou?” Want als je iets turft en aantallen weet is het een vaststaand feit geworden waar je, omdat je het weet, last van hebt.In het AD las ik de kop: “Bevolking lijdt aan pijntjes”. Die het gevolg zijn van moeheid, problemen met spieren, gewrichten, hoofd en rug. En slapeloosheid doet dan wel geen zeer, maar is wel lastig, omdat je dan moet verzinnen hoe je je tijd anders dan slapend moet doorbrengen. Twee van de vijf Nederlanders hebben regelmatig met een of meer van bovengenoemde kwalen van doen.

Vrouwen klagen meer over hun gezondheid, zeggen ze bij het CBS. Het verschil in uiten van klachten zit ‘m in biologische verschillen, logisch, maar ook in het anders beleven van pijn. Nou, dat verbaast me een beetje, want niet om het een of ander, maar mannen kunnen behoorlijk zaniken als ze wat mankeren. Misschien beginnen ze láter met zeuren dan vrouwen, die het maar liefst meteen willen laten weten, waarom ze chagrijnig zijn, dan kun je d’r rekening mee houden. Mannen laten je liever raden en als je het er dan uit hebt en ze aanraadt naar de dokter te gaan, dan gaat het zogenaamd ” vanzelf wel weer over”. En onderwijl wel pijntjes onder de bevolking, zo komt het CBS aan z’n cijfers.

Van slapeloosheid hebben mijn ega en ik wel eens last. Dagje ouder, dan krijg je dat je minder slaap nodig hebt, zeggen ze. Ik ga dan altijd lezen, heerlijk die stilte midden in de nacht en mijn echtvriend heeft een klein radiootje met oortelefoon in de aanslag. Hij zegt, dat de radio ’s nachts erg gezellig is. We storen de ander niet als die eventueel wel slaapt. We zijn ook wel eens tegelijk slapeloos en dan zetten we een kopje thee en beginnen een uur later gewoon opnieuw. Geen centje pijn.

Een gek verhaal vind ik, dat rugpijn evenals spier- en gewrichtspijn meer voorkomt bij laagopgeleiden. Wat heeft dat ermee te maken, zou je denken. Meer couchpatatoes? Nou, ik ken hoogopgeleide bankzitters, hoor! En maar zappen, die lui, je zou er spier- en gewrichtspijn van krijgen.
Pijn in je portemonnee, daar zou het CBS eens een staffeltje van moeten maken……..!


Wacht nou maar tot ná de oliebollen……!

grottenzweet....

Met elkaar eten is een sociale bezigheid. Dat zie je in landen, waar hele families zich zelfs rond één pan scharen en zich gezamenlijk wijden aan het legen daarvan. Grote eters grote happen, kleine eters kleine happen. Moet er wel wat te happen zijn natuurlijk. Wat op veel plekken niet een vanzelfsprekendheid is. Het is treurig, dat je daar aan deze kant van de wereld weinig anders aan kunt doen dan zo nu en dan eens een bedrag overmaken en hopen, dat het komt waar het moet zijn. Maar als ik dan weer lees, dat regeringen aangevoerd voedsel in loodsen laat verschimmelen of dat er gewoon geen vervoer is naar de plaatsen waar het nodig is, dan word ik daar toch ook weer moedeloos van.

Ik heb me ondanks bovenstaande ellende toch met veel aardigheid gewijd aan het bereiden van onze gezamenlijke maaltijd met kerst. Iedereen was er en het was gezellig. Alles goed gelukt, niks aangebrand en voldoende voor iedereen. Wat wil een mens nog meer? Dat ze elders datzelfde konden zeggen, maar ja, daar hadden we ’t al over. Wij zullen zelfs de eerste weken van het nieuwe jaar even rustig aan moeten doen om de overtollige rondingen weer kwijt te raken. Met behulp van Spa zonder calorieën. We hoorden in een programma van Paul van Vliet een mooie definitie van Spawater: het luie zweet van druipsteengrotten! Vermengd met je eigen luie zweet is de overmaat én de overdaad dan wel weer onder contrôle met een paar weken……


Breien of broddelen…..

breiwerkje

Huisarts Sutorius is wel schuldig bevonden, maar krijgt geen straf voor het uit zíjn lijden helpen van een patiënt, die niet zo mocht heten, omdat hij “alleen maar” levensmoe was. Lichamelijk niet op instorten, geestelijk wel. Geen straf, omdat de arts integer heeft gehandeld. Volgens mij het enig juiste én mogelijke criterium waar een buitenstaander, en een rechter moet jaren uittrekken om dat niet te zijn, naar kan en mag oordelen. Het is een verhipt moeilijke materie. Je hebt niets te vertellen over het feit, dat je geboren wordt, mag je dan wel iets te vertellen hebben over het feit, dat je geen zin meer in dat niet zelf verkozen leven hebt? Moeilijk, moeilijk.

Laat ik voorop stellen, dat ik me (nu) niets, maar dan ook niets, kan voorstellen bij een euthanasie. Makkelijk gezegd, omdat ik lichamelijk en geestelijk (hoewel de meningen over dat laatste wellicht verdeeld zijn) nog in orde ben. Dat kan maar zo veranderen, maar daar wil ik me helemaal niet mee bezighouden. Memento mori, maar niet voor mij. Ik heb het teveel naar mijn zin op het moment!

Heel anders was het met een oude tante van ons. Negenennegentig was ze, ze zat in een verzorgingshuis met vier mensen op een zaal, ze was doof en ze zag niet veel meer dan zo nu en dan iets wits, dat haar voorbij stoof in grote vaart, dat praatte en dat bleek dan de zuster te zijn. Ze was zo oud, dat familie en bekenden om haar heen waren weggevallen. Het was een regionaal huis, dus veel bewoners uit andere dorpen, die ze niet van vroeger kende.

Als dagbesteding breide ze vierkante lappen, waar dekens van werden gemaakt voor een Oostblokland. Elke dag kwam er een vrijwilligster kijken of ze steken had laten vallen of fouten had gemaakt en als dat zo was, haalde ze alles weer uit. Tante zei tegen ons: “Ik hou d’r mee op, ik ben toch niet gek!” en toen had ze helemaal niks meer te doen. We hadden een druk gezin, maar gingen zo vaak we konden naar haar toe en als je dan vroeg: “Tante, hoe gaat het?” dan zei ze: “Ach kind, het gaat wel goed, alleen het leven nog….”.

Toen ze overleed, vertelde de dominee, die haar laatste uren had begeleid, dat ze alleen de pest in had gehad, dat ze de honderd niet had gehaald. Dat had ze nou nog wel aardig gevonden en het scheelde maar twee maanden! Maar verder was haar lijden aan de tijd voorbij.

We hebben ook wel om haar gelachen. Dan vertelde ze:”Wat ik nou toch gehoord heb; Jan is van z’n fiets gevallen, zomaar dood! En hij was pas zesentachtig!” Ja, zij had de lagere school al achter zich toen hij nog geboren moest worden! Tijd is een raar iets als je er over nadenkt. Je kunt er maar last van hebben……


Glaasje op…..

drank maakt meer kapot dan je lief is....

We waren even bij de slijter. Nou komen we daar wel vaker, want iets gezelligs in huis is nooit weg, maar echte slempers kun je ons bij lange na niet noemen. We zijn onze vrijheid wel waard. Maar van matigheid merk je bij de slijterij niet zo bar veel in deze dagen. We hebben er zo ongeveer tien minuten gestaan, maar wat er dan aan procenten over de toonbank gaat is niet mis.

Er zijn ook veel cadeauflessen bij voor onder de kerstboom. Het personeel heeft ervaring met “mooi” inpakken van de meest uiteenlopende soorten alcoholica. Ze vragen: “Is het voor de kerst of voor een verjaardag?”, want dan hebben ze nog verschillend papier ook. Een bijpassend krullintje om de hals van de fles, waar de ontvanger nog de nodige moeite mee gaat krijgen en het ziet er feestelijk uit.

Mensen lopen nu ook veel openlijker met flessen drank over straat. In “normale” tijden wikkelt de slijter er een neutraal papiertje omheen en verdwijnt de fles in de boodschappentas, net of je er liever niet mee gezien wilt worden. Het is al lastig genoeg, dat een krat bier zo opzichtig is. Maar in de donkere dagen voor Kerstmis heeft niemand er moeite mee, want dan straalt het iets uit van : “zo, die gaan het erg gezellig hebben!”.

Vanmorgen was ik na een mevrouw, die een klein flesje Amaretto kocht. Voor zichzelf, omdat ze alleen is met de kerst? Ach, wat sneu nou…..Wat verzin ik nóu weer! Ze maakt een hartstikke lekker toetje voor haar familiediner met twaalf man en ze heeft gewoon een scheutje van dat spul nodig!

Het wordt tijd dat alles weer gewoon wordt, want zulke sentimentele gedachten passen niet bij mij. Nou ja, gelukkig gaat het niet sneeuwen……


Vooruit met de geit….

geitje

Een leugentje om bestwil mag best wel, is soms zelfs aan te bevelen, zolang het je liefde voor de échte waarheid niet aantast. Wij denken door de bank genomen wel oprecht door het leven te gaan hier in huis. Maar ook, dat er momenten zijn, dat je de waarheid een beetje geweld aandoet voor een beter doel.

Mijn ega heeft de gewoonte om, als hij iets nieuws wil aanschaffen, zich aan de telefoon te zetten en allerlei relevante firma’s op te bellen om naar aanbiedingen, prijzen, service en garanties te informeren. En die met elkaar te vergelijken. De Consumentenbond is er niks bij. Die handelwijze scheelt een hoop winkel-in, winkel-uit en daardoor tijd en moeite. Ik ben d’r wel blij mee. Aan het eind van zo’n gesprek vraagt hij altijd:”…en tot hoe laat bent u open?” Een losse vraag, heeft niets met het gesprek op zich te maken, maar hij wekt daarmee wel de indruk, dat hij op tijd op de stoep wil staan om het gewenste te komen halen. Want hij vindt het zielig om als iemand zich heeft uitgeput om allerlei informatie te verstrekken, hem niet het uitzicht te bieden op een eventuele aankoop. Dat is een sociale gedachte, maar ja…..

Als we in een meubelzaak zijn en we worden erg op onze huid gezeten door een verkoper dan zeggen we altijd, dat we voor alle zekerheid toch nog even thuis de beschikbare ruimte willen opmeten. Dat is dan niet zo, maar we willen gewoon af van het gedram van die verkoper. En dan jok je zoiets.

Mijn man en ik zijn al zolang samen, dat we, ondanks dat we geen oogcontact kunnen hebben vanwege zijn blindheid, elkaar toch feilloos aanvoelen in situaties waarin “smoezen” dus “leugentjes om bestwil” nodig zijn om ergens onderuit te komen. Dat vergt jaren van training, neem dat maar van mij aan én creativiteit en die hebben we beiden. Het klinkt altijd plausibel en in onze ogen is het dat ook. Je wilt tenslotte niet voor niks ergens onderuit. We sparen gewoon de kool én de geit……Twijfelachtig, ik weet ‘t.


Gemak dient de mens….

www.lumage.com

Ze beginnen al aardig binnen te komen, de kerstkaarten. ‘k Heb er zelf ook de nodige en niet nodige verstuurd. Ik heb zo’n adreslijstje, waar mensen opstaan, die dus eens per jaar merken dat we nog leven en dat is andersom ook zo. Teken van leven, mooie gedachte met de kerst.

Ik heb wegens tijdgebrek wel eens een jaar overgeslagen, dat kerstkaarten sturen, en dan krijg je op een gegeven moment zo’n mosterd-na-de-maaltijd-gevoel, dat je het ook niet meer doet. Met het schuldgevoel tegenover al die mensen op wier lijstje je nog stond. Gelukkig ebt dat snel weg met het verstrijken van de tijd, die alle wonden heelt. Bovendien: weet jij in januari nog wie jou een kaart heeft gestuurd en wie niet? Ik niet dus. Waar ik me trouwens wel over verbaas is, dat we eigenlijk nooit twee keer dezelfde kaart krijgen. Niet iedereen koopt ze bij het Kruidvat kennelijk.

Bij ons in de buurt gaat het exact zoals Cockie beschrijft: gesluip in het donker, klepperende brievenbus op een vreemd uur bij het droppen van een kaart bij buren waar je iets meer dan een knik- en zwaaicontact mee hebt.

Onze jongste dochter had een nieuwe dienst van TPGpost ontdekt. We kregen van haar een kaart, waar haar twee jongetjes met kerstmuts opstonden. Ze heeft het druk met haar jonge volk dus mailde ze een foto, haar tekst met goede wensen en een adreslijst naar TPG, die het allemaal in orde heeft gemaakt, verstuurd en wel. Mooi en makkelijk. Volgend jaar mag ze het wel weer anders doen.

Want ik vind het toch nog het aardigst om kaarten te krijgen waarbij je aan het handschrift op de envelop al probeert te raden van wie hij komt. Soms heb je dat mis, maar toch. Zoveel handgeschrevens ontvang je niet meer tegenwoordig. En de postzegels hoef je ook al niet meer te likken…….


Klokken, die uit de tijd zijn…..

klokklok

We stonden samen met een oude mevrouw bij de kassa van een “kerstwinkel”, die een warenhuis hier in Apeldoorn tijdelijk heeft ingericht in een leegstaand pand. Je zou denken, dat ze in zo’n specialiteitentent álles hebben. Nou, mooi niet. De oude mevrouw vroeg om kerstklokken. Ik wist meteen wat ze bedoelde: van die uitvouwbare klokvormige versiering van honingraatpapier, meestal rood ( na enkele jaren van gebruik zeer verbleekt!), maar ook in wit (na enkele jaren van gebruik zeer smoezelig!).

De gelgekuifde jongen achter de kassa had geen idee. “Dat vond ik nou altijd zó mooi!” zei ze. “Hebben we niet”, zei de verkoper. Mevrouw moest er een beetje van mopperen. Ze keek mij aan, want eigenlijk voelde ze zich een beetje voor gek staan met haar vraag om iets dat niet bestond. Aan mijn reactie zag ze, dat ik wél wist waar ze het over had en dat gaf een beetje steun. Ik zei, dat het wel niet modern genoeg meer zou zijn. Het glimt niet. Je ziet inderdaad in zo’n winkel spullen waar je spontaan van over je nek gaat!

Mijn moeder hing die kerstklok altijd aan de lamp en als ie wat verkleurde boven de deur, zolang hij niet gescheurd was bleef hij in gebruik….ach…..nostalgia de luxe….Maar zeg, kom ik vanmorgen bij mijn dochter voor een kopje koffie: hangen daar vier van die kerstklokken aan het plafond! Twee rooie en twee groene (nieuwe kleur!) Gewoon gekocht bij een tuincentrum. Mevrouw, ze zijn d’r nog, hoor! Wist ik nou maar waar ze woonde…..


Italian connection….

buis en basiliek....

In de Varagids van deze week stond een artikel met Antoine Bodar. Ik had wel eens van hem gehoord, maar kende eigenlijk alleen de naam. Hij is priester en plebaan. Nu zal dat geen toilettenschoonmaker zijn, zo slim ben ik wel, maar omdat ik niet van Roomsen huize ben heb ik het woord even opgezocht. Naweeën van het Dictee, zullen we maar zeggen. Ik weet het nu: als je plebaan bent dan ben je pastoor van een bisschoppelijke kerk. In zijn geval van de Sint Jan in Den Bosch.

Ik heb maar een eenvoudig Prismawoordenboekje bij de computer ( nog uit Lars z’n Havotijd) , de dikke Van Dale staat beneden duur te wezen in de kamer, maar het stond er toch maar mooi in, plebaan. Wel vlak onder het woord playboy, maar dat is toeval natuurlijk.

Antoine Bodar mocht zijn televisievoorkeuren kenbaar maken in de rubriek Buis en Haard. Het begon er al mee, dat hij naar eigen zeggen meer in Italië is dan in Nederland en dat zijn televisie hier te lande al maanden kapot is. Is het dan zo slim, denk ik dan, om zo’n iemand te vragen iets over zijn kijkgedrag te vertellen? Hij houdt van kunst en cultuur, is filosoof, heeft maar liefst negen boeken geschreven en hij kende het boekenprogramma van Zeeman, dat er al tijden niet meer is. Dat krijg je als je televisie kapot is.

Niettemin lijkt hij me een erudiete, aardige man en zijn foto in Vara’s tv-magazine( laat ik geen “gids” meer zeggen) is goed gelukt. Die kan hij in Italië best laten zien…..


Taalvaardig……?

de redding voor spellingsvandalen....

Elke keer denk ik: “Ik doe niet mee”. Aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Maar dan zit ik toch weer klaar met een kladbloc op schoot. Het is trouwens wel eens leuk om te horen, dat Philip Freriks als ie z’n bést doet, niet hakkelt. Hoewel ik ook fouten maak, doordat hij het in de herhaling net even anders zegt dan de eerste keer. Maar dat is flauw natuurlijk, want ik moet het gewoon uit mezelf weten hoe je iets schrijft. Ik had 19 fouten en dat is niet best als je het vergelijkt met de blije Vlaamse winnaar uit Turnhout, die voor het eerst in de geschiedenis van het Dictee 0 (nul!) fouten had. Dan moet je van goeden huize komen (let op de “n” van goeden!). Nou ja, hoewel er dus wéér een Belg heeft gewonnen, knap frustrerend, vind ik het toch wel leuk, dat ik weer heb meegedaan. Je wilt per slot van rekening wel weten hóe stom je precies bent.

Zoals Martijn en meerdere taalfreakende webloggers al schreven zijn we waarschijnlijk beter dan Katja Schuurman. Toch mooi dat ze meedoet aan zoiets, zelfs als je niet weet wat “gecapitonneerd” betekent. Je steekt er toch altijd wat van op, al is het maar je haar.

Ik had ook “nieuwe” woorden fout, zoals “geë-mailde” en sms’en. Als ze het gaan uitleggen dan is het wel weer logisch dat je het zo schrijft, maar bij zulke woorden dóe je maar wat. “Gedachtegoed” had ik natuurlijk goed. Het meest gebruikte woord sinds het verscheiden van Pim. In de pauze werden wat mensen geïnterviewd en Kees Prins zei, dat Amnesty maar iets moest komen doen, want hij vindt het Dictee een milde vorm van marteling. Ik denk niet dat ze er iets aan doen, ze hebben andere prioriteiten.

Ik zit wel weer met het probleem, dat ik woorden ga nakijken als ik een stukje tik. Negentien fouten…dan krijg je dat….Nou ja, dat is morgen wel weer over. Of ik ga gewoon verhuizen naar België…..