Wegens mooi weer, gezellige activiteiten buitenshuis dus en een notulenklus voor een vereniging, waarmee ik mijn skills als notulist een beetje op peil houd, ben ik niet zo aan loggen toegekomen. Dat is niet erg, want ik had toch niet zoveel te melden. Dat heb je wel eens: genoeg te doen, maar niet logwaardig.
Over die vereniging mág ik trouwens niet eens loggen, want dat is een vereniging van eigenaars van een serviceflat en wat daar gebeurt gaat een buitenstaander niks aan. Daarover zwijg ik als het graf, daar ben ik heel goed in. En ik ben d’r maar druk mee. ’t Is net werk.
Nou, en we hebben gisteravond gezellig gebarbecued met onze dochter en schoonzoon en hun buren. Boven ons hoofd voeren de luchtballonnen hoog over, want zo’n avond was het ook. Tot laat bij elkaar gezeten alsof het gewoon nog vakantie is, terwijl zij (niet wij) allemaal vroeg hun bed uit moesten voor echt werk. Maar we hebben een motto :”misschien is het wel de laatste zomerdag”.
Je wordt hartstikke wantrouwig, deze zomer. Je gelooft geen weerman/vrouw meer. Eerst zién, dan geloven. Vandaag wordt het 29 graden, hebben ze gezegd, en kijk, dát geloof ik nou weer wel, want dat voel ik hierboven aan mijn snel opwarmende kamertje, vlak onder de pannen.
Ik ga dus nog maar even gauw verder met mijn notulen, want ik wil ze klaar hebben voordat het hier niet meer te harden is en mijn hersens, voor zover aanwezig, smeltverschijnselen beginnen te vertonen. Nou, zie je wel: niks te melden …….