Vandaag een heel klein vlaggetje uit, want ik ben jarig. Maar ik heb, zomaar gratis en voor niks, een verkoudheid en een nare koppijn voor mijn verjaardag gekregen. Ook nog wel andere dingen, hoor, die veel leuker zijn, maar ik loop zelf virussen uit te delen aan mijn visite. Nou ja, het zal wel weer voorbijgaan, net als het afgelopen levensjaar……hatsjoe en snif dan maar!!
Maandelijkse archieven: november 2005
Winterse buien……
Münsterland bleek, toen we terugkwamen, bij achterblijvers beelden te hebben opgeroepen van ingesneeuwde mensen zonder stroomvoorziening. Nou, dat kan ergens in die regio wel zo geweest zijn, maar dan niet bij ons! Toen we uit Apeldoorn vertrokken vrijdagmiddag lag er al heel wat sneeuw hier, maar in Zwolle, waar we voordat we richting Duitsland gingen nog even moesten zijn, lag helemaal niks en werd er met verwondering naar ons dik besneeuwde autodak gekeken. We reden kennelijk voor de buien uit richting Münsterland, het motsneeuwde een beetje, maar het stelde weinig voor. De volgende morgen zagen we pas sneeuw van sneeuwpopkwaliteit en -volume.
Ons vakantiehuis hád een open haard, de verwarming deed het en er was stroom. Op de televisie zagen we dat Apeldoorn er erger aan toe was. Crisis zelfs tot stroomuitval aan toe. Gebeurt er es wat, zíjn we d’r niet! Meer dan 800 kilometer file, openbaar vervoer plat, maar wij zaten er érg gezellig bij moet ik zeggen! Dus verwacht van mij geen verhalen over ontberingen en hongertochten door Münsterland. We hebben zaterdag gewoon de boodschappen kunnen doen.
Zondag was er in het dorp waar we zaten een Weihnachtsmarkt met alles d’r op en d’r aan. Bratwurst, Hornbläser, Glühwein en een draaimolen. En véél mierzoete Weihnachtsmusik. Bij ons moet eerst Sinterklaas de deur uit voordat we beginnen, maar in Duitsland is het eerste Adventsweekend het startsein om met versieren aan te vangen. Alles verlicht, als je stroom hebt dan, hè, bomen, ramen, huizen, kerstkransen aan de voordeur. Gezellig, gezellig.
Ik hou d’r van. Maar eerst gaan we de goede Sint nog uitgeleide doen de volgende week. Traditie is traditie. Hoewel onze jongste kleinzoon het allemaal niet meer kan bijhouden, hoor! Die zingt:”Zie ginds komt Sint Maarten……..”
Even weg……
Alsof het niet óp kan, zijn we dit weekend alweer de hort op. Naar Duitsland deze keer. Münsterland is het doel. Dat schijnt ter hoogte van Twente/Drente aan de andere kant van de grens te liggen. Ik zie het wel, ik laat me rijden deze keer. Van Münster weet ik nog, dat er in 1648 een Vrede werd getekend, waardoor er een einde kwam aan de Tachtigjarige oorlog. Dus zal het er wel vreedzaam zijn. Er gaan kleinkinderen mee dus oma vermaakt zich wel.
Het wordt ook Sinterklaasweer heb ik me laten vertellen dus ik hoop wel op een open haardje in het huis waar we naar toe gaan. Voor de rest van de gezelligheid zorgen we zelf wel. En ik hoop dat ze er Talpa kunnen ontvangen voor het voetbal, want een stel ontheemde mannen kunnen we niet gebruiken natuurlijk. Gôh, dat ik nog eens blij zou zijn met Talpa……..
Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan…..
Sinterklaas is in het land en kan het, zoals elk jaar, weer niet alleen af. Daarom waren we vanmiddag de stad in om boodschappen te doen en het was druk. Opvallend veel oma’s met kleinkinderen. Mijn kleinkinderen hebben nog niet de juiste maat voor Sinterklaasboodschappen, ze weten nog van niks, zal ik maar zeggen, dus was ik met opa op stap, die al weet hoe het zit.
We maken altijd even een tussenstop in het Hema-restaurant, omdat de erwtensoep daar niet te versmaden is. Ook daar was het best druk. Aan het tafeltje naast ons zat een oma met haar kleindochter van, naar ik schatte, een jaar of elf. Het zag er heel gezellig uit zoals ze daar zaten.
Even later voegde een toevallig langskomende kennis zich bij hen. Oma en die vrouw raakten in gesprek en dat ging niet zachtjes dus afluisteren kostte geen moeite. Het kleindochtertje zat er bij en keek uit het raam. De vrouw vertelde over een jongetje, dat vorige week, toen hij uit school kwam, zijn opa dood in de kamer had gevonden.
Er werd meewarig gepraat over het voorval door de beide vrouwen en ik zag hoe het meisje niet meer uit het raam keek, maar met verschrikte grote ogen naar haar oma keek. Die niet op haar lette, maar er voor haar leeftijd gelukkig nog best gezond uitzag………..
VerBijsterend…..!
Dát is gek, zeg! Vorige week zijn in een Haarlems ziekenhuis twee meisjes geboren, op dezelfde dag, van wie de vaders precies dezelfde naam hebben: Dennis Bijster. En ze zijn helemaal geen familie van elkaar! Afzonderlijk van elkaar hebben ze hun dochters ook nog eens dezelfde naam gegeven: Sofie.
Grote problemen voor de verpleging, die de gegevens van de kinderen even vlot in de computer wilde zetten en ontdekte dat die gegevens vrijwel identiek waren. In ieder geval zo identiek, dat ze wel eens door elkaar gehaald zouden kunnen worden. Ze hebben de baby’s voor de zekerheid maar een heel eind bij elkaar vandaan gelegd, want je zal als ouders toch de verkeerde Sofie Bijster mee naar huis nemen! Maar dat merk je toch wel als moeder, dacht ik.
Hoewel….ik héb wel eens een verhaal gelezen, waarin dat in het echt zomaar gebeurd was! En daar kwamen ze pas vele jaren later achter, toen het kind ging puberen of zo. Dat ze dachten: “Nee, dat kán geen kind van ons zijn….die zou zoiets nóóit doen!”. Ja, dat krijg je d’r dan van. Maar dat was vroeger. Toen hadden ze nog geen computers, toevallig…….
Een cranberry-tripje……
Terschelling is een mooi eiland. Onze Zwitserse vrienden, die we daar bezochten, komen eigenlijk alleen maar naar deze plek om de Hollandse luchten te zien, die ze in Zwitserland zo missen. Ze hebben hun hart kunnen ophalen, we hebben alle kleuren gehad, toen we er waren. Van loodgrijs via helder blauw tot rozerood aan toe. Woeste wolkenpartijen ook.
Ze houden van fikse wandelingen, dat komt van die bergen daar, wij hebben ons aangepast en weten weer hoe het voelt, want dat was lang geleden. Die paar boswandelingen van ons per jaar stellen niks voor. Dwars door de duinen en dan langs het strand lopen met windkracht 8 tégen is je meten met de oerkrachten. Dan is het terug met diezelfde wind mee een makkie. We hebben constant het gevoel gehad helemaal wég te zijn, in een soort buitenland zelfs.
Eilanders zijn ook aparte mensen. Iedereen groet daar nog, in het hoogseizoen misschien iets teveel werk, maar nu deden ze het wel, in de winkels en restaurants is er tijd voor een grapje en een praatje, de bediening is heel relaxed, heel gezellig. De dorpjes zijn leuk, de winkeltjes ook, zelfs nu er minder gasten op het eiland zijn is er niets gesloten. De tijd heeft er niet stilgestaan, maar het water lijkt toch iets tegen te houden. Je zit op een eiland. Als je met de boot mee wil moet je zorgen dat je die haalt, dat is je enige zorg. Als je ‘m mist, jammer dan, er komt wel een volgende. Desnoods morgen.
Je komt er van bij. Eigenlijk zouden overspannen mensen een poosje naar een waddeneiland voorgeschreven moeten krijgen en dan bij voorkeur naar Terschelling, vind ik. En dan betaald door het ziekenfonds of, weet ik veel, door wat er na januari voor ons geregeld wordt. Dat scheelt een hoop therapie en pillen, dat geef ik je op een briefje.
Maar dan wel zonder auto, want we hebben langs het strand van die yuppen-karren gezien, die niks anders deden dan van oost naar west langs de vloedlijn rijden. Heen en weer. Voor het Dakar-gevoel zeker. Ik kan me er niks anders bij voorstellen en zand is er genoeg. Ze lieten diepe bandensporen achter, maar die haalt de zee wel weer weg en dan is het strand weer maagdelijk als bij versgevallen sneeuw. En die 4-wheel-drives gaan wel weer op de boot, terug naar de stress.
Wij hebben in ieder geval een paar heerlijke dagen gehad. In een leuk huis, met leuke mensen, lekkere wijn, heerlijk gegeten, spelletjes gedaan, gepuzzeld, gelezen, muziek geluisterd, de wind om het huis en hagel tegen de ramen. En weer helemaal bijgepraat. Als je elkaar een tijd niet hebt gezien de draad gewoon weer oppakkend, waar je de vorige keer bent gebleven. Vertrouwd, omdat je elkaars volwassen kinderen nog als kleuters hebt gezien. Want zulke vrienden zijn het. Van die mensen die je niet drie keer in de week hoeft te zien om te weten, dat het goed zit……..
Op ’n eiland……
We gaan maandag een paar dagen naar Terschelling. Vrienden van ons, die in het buitenland wonen, zijn voor drie weken neergestreken op de Wadden en hebben ons uitgenodigd hen daar te bezoeken. Dat scheelt ruim twaalfhonderd kilometer of daaromtrent. En op Terschelling ben ik nog nooit geweest. Op Texel en op Ameland wel.
Texel is trouwens al wel heel lang geleden. Ik woonde in Amsterdam toen en we gingen met een groepje meisjes op de fiets naar Den Helder. Dat ging toen gewoon zo. Je pompte je banden op en fietste naar Den Helder. Er werd niet eens nagedacht over een bus of een trein. Nou ja, die boot dat moest wel, omdat niemand van ons gaven had om over water te kunnen fietsen anders hadden we dat ook gedaan.
Het was een leuke vakantie. We waren met z’n zevenen toen we aankwamen en de volgende dag met z’n veertienen, omdat de Texelse jongens ons wel een leuk groepje vonden. We waren allemaal zeventien en, ik tenminste wel, voor het eerst weg zonder ouders. Het was een vermoeiende, maar erg gezellige week. Tijdens een nacht met veel wind stortte onze tent in, weet ik nog, en nette meisjes als we waren, toén was er natuurlijk geen man in de buurt om ons te helpen. Maar verder is er veel bij avond gewandeld en uitgerust.
Later heb ik in de trein nog eens tegenover de jongen gezeten waar ik die week mee opgetrokken ben. Tenminste, dat dénk ik. Hij was dienstplichtig onderweg naar zijn standplaats. Alleen was het probleem, dat ik hem alleen maar bij avond had gezien in zeer schemerige omstandigheden dus ik wist niet eens zeker of ie het wel was. Aan de nadenkende uitdrukking op zijn gezicht als onze blikken elkaar kruisten zag ik, dat hij met hetzelfde probleem zat. We hebben het er maar bij gelaten, hij moest er in Amersfoort gelukkig uit, want het was natuurlijk wel een beetje ongemakkelijk.
Op Ameland waren we met de personeelsvereniging van ons werk. Een heel ander soort verblijf. Alles op één dag, catering en fietsen stonden klaar, maar minstens zo vermoeiend als een week Texel op zeventienjarige leeftijd. Dat moet dus misschien nog maar eens wat rustiger over. Maar nu dan Terschelling. Ik hoop toch zo op een ontmoeting met een Sil de Strandjutter……..
Design……
Mijn kapper is verhuisd. Van een kleiner winkelpand is de zaak verplaatst naar een ruimte op hetzelfde winkelcentrum waar eerder een soort warenhuis zat. Ik zat vanmorgen op de plaats waar tot voor kort plastic afwasbakken, kinderspeelgoed, frituurpannen en badmatten waren uitgestald. Het is er dus ook heel groot. De kapster vertelde me, dat ze een stappenteller (in de aanbieding bij Becel!) aan haar riem had hangen om na te gaan hoeveel meer kilometers ze maakte per dag.
Echt gezellig is het niet meer bij de kapper. De vloer is de praktische grijze leistenen vloer van de vorige eigenaar, de winkelramen tot op de grond zijn, een beetje tegen de inkijk, artistiek beplakt met van dat plasticfolie, dat je ook zoveel bij woonhuizen ziet tegenwoordig, de stoelen zijn strak en zwart, het verdere meubilair is van glas en roestvrij staal en de spiegels weerspiegelen dat alles ook nog eens ’n keer.
Als wandversiering hangen er verscheidene van die joekelige platte tv-schermen, die constant aanstaan en waar geen mens naar kijkt. Bewegende schilderijen zijn het, want het geluid staat uit, omdat ze gék worden van de akoestiek, zoals mijn, net als haar collega’s in chic zwart geklede, hairstyliste zei. Voor die akoestiek zou er trouwens nog een bureau langs komen om de geluidseffecten op te meten, zoals de firma dat ook voor concertzalen doet. Ik zou zeggen: leg een kleed neer en hang wat gordijnen op, maar dat zal wel te ordinair bedacht zijn.
Er kwam een collega-kapster nogal laat binnenwaaien, omdat ze examen had gedaan voor iets. “Is het goed gegaan?, vroeg haar cheffin. Dat bleek wel mee te vallen. “Mooi, begin nu dan maar gauw, het is druk, zoals je ziet”. “Even m’n haar doen”, zei het meisje. Daarop boog ze zich midden in de ruimte voorover alsof ze ging fitnessen, liet haar lange haren naar voren over haar gezicht vallen, kwam met een ruk overeind, waarna het als een warrige bos wijd om haar hoofd stond zodat het leek of ze net uit bed kwam, keek in een spiegel en duwde het met een koket gebaar, zoals filmsterren dat vroeger wel eens deden, met twee handen een beetje omhoog en zei: “Zo, wie kan ik helpen?”. Ik heb een tiende van haar haardos, maar ik heb er langer werk mee. Maar ik hoef er gelukkig geen rek-en strekoefeningen bij te doen. Nou ja, ze knippen me nog naar wens en de rekening had (nog) geen last van het design………
Met andere woorden……
Soms hoor je wel eens iets creatiefs op taalgebied. Zo hoorden we vanmorgen via de radio een man praten over “scheefwoners”. Dat is zo’n woord, waar Word onherroepelijk een rood golflijntje onder zet.
De man legde ook uit wat dat waren : scheefwoners. Dat zijn mensen, die in een, vaak sociale, huurwoning zitten, die gezien hun inkomen eigenlijk veel te goedkoop voor ze is. Ik denk, dat er daar best veel van zijn. Als je al jaren in een gezellige buurt woont, maar je inkomen, ook doordat moeder, toen de kinderen wat groter werden, betaald haar horizon is gaan verbreden, is gestegen en er in de jaren daarna kinderen het huis uit zijn gegaan, waarom zou je dan verhuizen?
Het lijkt mij niet mogelijk mensen te dwingen hun huis te verlaten uitsluitend omdat ze wat meer verdienen. En op grond van die omstandigheid hun huur verhogen, om nieuwe sociale woningen te kunnen bouwen, werkt natuurlijk zwartwerken en wietplantages in de hand. Gôh, moeilijk onderwerp, hoor, scheefwonen en het is zo’n leúk woord……!
Nu weet ik ’t zeker: ik ben een provinciaal……
De leuzen van het Amsterdamse wapen heb ik vandaag helemaal waar gemaakt. We hadden namelijk iets zwaars weg te brengen in Amsterdam. Daar komen we niet zo vaak en al helemaal niet met de auto.
Ik ben in Amsterdam geboren, ben er kleuter, lager en middelbaar naar school geweest, heb het dus op de fiets in alle windstreken doorkruist en in grote lijnen herken ik het nog, maar verkeerstechnisch snap ik er niet veel meer van. Ik lig er helemaal uit. We moesten zijn in Oud-Zuid. Maar er zijn overal zoveel opbrekingen, omleidingen en straten, waar ik vroeger gewoon in mocht en nu niet meer, dat er van de route, die onze navigatie-Truus uitstippelde en van de weg, die ik als geboren Amsterdammer zelf wel dacht te weten, geen moer terecht kwam.
Ik heb dus vastberaden banen bereden, die uitsluitend voor bussen en taxi’s bestemd waren en zeker niet voor mij, heb heldhaftig trams ontweken, echt heel barmhartig gedaan tegen mensen, die gewoon overstaken terwijl mijn licht groen was en voor alles was ik verschrikkelijk blij, dat het zondag was en geen, ongetwijfeld hectische, doordeweekse grotestadsverkeersdag. Als de Amsterdamse dienders een beetje alert waren geweest hadden ze vandaag goud kunnen verdienen aan mijn bekeuringen.
En natuurlijk zijn we er wel gekomen, hebben zélfs een plek gevonden om onze auto neer te zetten, al was dat bepaald niet voor de deur waar we moesten zijn, zodat we ons een breuk hebben gesjouwd aan het zwaars dat we moesten afleveren. We hebben, als toetje, op de terugweg ook nog heerlijk in de file gezeten. Geweldig om mee te maken. Ik kan er weer járen tegen……