Daar gáán ze…..!

Volgens kleinzoon Niek was het goeie doel: arme kindertjes met honger in Armenië. En nou weet ik nog niet hoeveel rondjes hij gelopen heeft…..


Loopjongens…..

We waren vanmorgen voor ons doen al vroeg op pad. Twee van onze kleinzonen deden namelijk op hun school mee aan een sponsorloop ‘voor het goede doel’ en dat moest natuurlijk even gesupporterd worden. Nou ben ik even kwijt wat het goede doel precies was, daar waren ze ook niet erg duidelijk over, maar ik twijfel niet aan de kwaliteit van het streven. Als ik het goed begrepen heb was het mede ten bate van de kas van de school en van dat doel hebben de kleine mannen natuurlijk zelf ook plezier.

Dicht bij hun school staat een flat waar je uitstekend omheen kunt lopen. Wij zijn ter aanmoediging in een bocht van het circuit gaan staan om ze goed aan te zien komen. De oudste van de twee heeft vorig jaar ook meegedaan en toen liep ie 8 rondjes en dat was hij nu zeker ook van plan. Ik heb ‘m niet meer gesproken en was op een bepaald moment ook de tel kwijt dat ie langs kwam, maar ik denk dat het wel gelukt is. We waren vorig jaar een flink bedrag aan ‘m kwijt.

De jongste kleinzoon had een slim uitgekiend eigen loopsysteem. Als hij buiten beeld was deed hij het al wandelend rustig aan om, als hij binnen ons gezichtsveld kwam, het met een fanatiek koppie op een lopen te zetten! Zo kregen we wel waar voor ons sponsorgeld. Leuk, hoor, die kinders van een paar turven hoog met een echt dóel! Er waren ook de nodige val-en huilpartijen natuurlijk, want struikelen over je eigen benen is niet zo ongebruikelijk als je vier en vijf jaar bent.

Toen de hogere klassen van de basisschool zich klaarmaakten voor hun aandeel in de sponsorloop zijn wij weer vertrokken. En onze dochter en schoonzoon, die een paar uurtjes vrij hadden genomen om hun kroost te kunnen aanmoedigen, moesten ook weer naar hun werk. Zij hebben namelijk geen sponsors, er loopt niemand z’n benen uit zijn lijf voor hen, moeten ze helemaal zelf doen…….


Nootzakelijk……

Het zal wel dom zijn, maar ik begrijp weer eens iets niet. In mijn wekelijkse blaadje stond deze week een interview met Phil Collins. Ik waardeer zijn muziek, niet alles, maar dat mag ook. Er stond, dat hij 314 miljoen cd’s heeft verkocht en 214 miljoen (dollars? ponden?euro’s?) op de bank heeft. Nou heeft ie drie vrouwen gehad en vijf kinderen dus daar ben je wat pegels aan kwijt en dat begrijp ik dus allemaal nog.

Maar dan lees ik, als een soort aanbeveling, dat hij geen noot kan lezen, laat staan schrijven. Hij heeft wel samengewerkt met grootheden als Sting, Abba, Mike Oldfield, Paul McCartney, Eric Clapton. Hoe werkt dat dan? Je hebt op dat niveau toch geschreven noten nodig om met elkaar te kunnen communiceren? Je kunt toch niet álles met uitsluitend je oren doen?

Ik vergeet natuurlijk de computer, waarop veel mogelijk is: inspelen op een keyboard en de printer laat wel zien wat je hebt gedaan, maar dan nóg! Er móeten mannetjes tussenin zitten, die er wél verstand van hebben en in hun studiootjes ambachtelijk arrangementen en partijen zitten uit te werken, hopelijk wel goed betaald, maar achter de coulissen van ‘de ster’ blijvend.

Phil Collins heeft de muziek ‘geschreven’ voor de musical (mijn hemel, alwéér een!) “Tarzan”. Daar zullen veel geschreven noten aan te pas komen, neem ik aan. En Phil zegt ’t zelf: Alleen met pen en papier en mijn muziekinstrumenten om mij heen kom ik tot rust”. Hoe doet ie dat dan, met pen en papier? Dat zou ik wel eens willen weten. Schrijven zonder te schrijven.

Hij is supermuzikaal, dat snap ik wel, maar daar zal toch apparatuur aan te pas moeten komen, zodat ánderen met pen en papier aan de gang kunnen. Ik denk te ouderwets, vrees ik.

Ik las laatst een verhaal van violist Jaap van Zweden, die een cd’tje moest maken met het door mij zeer gewaardeerde Rosenberg Trio. Ook dat trio barst van de muzikaliteit, maar leest geen noot, waardoor Jaap het zeer zwaar had gehad. Als er een opname over moest, deden de Rosenbergs het nét weer even anders dan was afgesproken en door Jaap was opgeschreven.

Het is wel goedgekomen en het was muzikaal leuk, maar je zou er van gaan notenbalken…….


Bankzitters……

Onze kleinzoon moest gisteravond om half zeven een inhaalwedstrijd spelen met zijn voetbalclub v.v.Beekbergen en wij gingen even kijken. Doorgaans spelen ze op zaterdagmorgen op een onchristelijk vroeg uur en dan is oma nog niet bij de pinken, hoor! Dat is voor de mama’s en de papa’s. Voor alles is een tijd. En dit was een goeie.

Ik had Stijn nog nooit in z’n voetbaloutfit gezien en wat is dat een leuk gezicht, zeg, allemaal van die knulletjes in zwarte broekjes met geel-zwart gestreepte shirtjes. Net een legertje coloradokevers. Toevallig hadden hun tegenstandertjes van Robur et Velocitas uit Apeldoorn ook gestreepte shirtjes, maar dan rood-wit, dus het was een streperige toestand.

De wedstrijd duurde twee maal twintig minuten. Er werd gespeeld op de helft van het “grote” veld en dan dwars met aangepaste maat doelen. Gerust werd er niet echt, even een slokje drinken uit mama’s tas, wisselen van doel en dan gingen ze weer door. En wat ik wel eens gelezen heb, dat het publiek aan de kant zo fanatiek staat te blèren bij pupillenwedstrijden, nou dat is helemaal waar, hoor! Mijn eigen dochter, die we toch netjes hebben opgevoed, kan er ook wat van. “Naar voren nou! Niet allemaal op een kluitje! Lópen, jongens!” en dan als het eigen gebroed iets leuks gedaan heeft: “Goed zo! Mooi gedaan, jochie!”.

De club van mijn kleinzoon verloor met 3-2. Eigenlijk een keurige uitslag, want ze deden het helemaal niet slecht. Mijn kleinzoon mist nog de kracht voor een pegel, maar dat komt nog. Maar het is leuk om te zien hoe ze het anticiperen nog missen, die jongens. Ze geven de bal een schop en staan dan stil om te kijken hoe hun actie uitpakt, er is maar een enkeling die ook doorloopt. Prachtig. Ik ben blij, dat ik ’t een keer gezien heb.

Mijn kleinzoon is trouwens een meester in alle trucs die hij op de televisie ziet. Als hij valt blijft ie even liggen, kijkt moeilijk en schwalbes zijn geen probleem voor ‘m. Als een tegenstander, al dan niet door zijn toedoen, naar de grond gaat, buigt hij zich over hem heen en vraagt schijnheilig “of het gaat”. Die komt er wel.

Het keepertje van Beekbergen liep met gebogen hoofd van het veld, aangeslagen door het verlies, liefdevol getroost door, denk ik, zijn vader. We moesten gelijk denken aan dat liedje van Don Quishocking over “De School”: “Je kreeg met 10-1 op je smoel, de kleine keeper in zijn doel, hij weende zeer”……….


Excellentie…….

Europa is een gewéldig werelddeel, daar heb je geen idéé van! Wat daar allemaal mogelijk is! In Macedonië bijvoorbeeld rijdt de minister van Binnenlandse Zaken, Gordana Jankulovska (30), rond in de vorig jaar in Madrid gestolen auto van David Beckham. Daar doet ze helemaal niet verontschuldigend over of zo, welnee, ze zegt: “Ik ben een grote fan van David Beckham en ik hoop dat hij persoonlijk zijn auto komt claimen, zodat ik hem kan ontmoeten en hem persoonlijk de sleutels kan overhandigen”. Want dat staat in de Macedonische wet: je moet als buitenlander persoonlijk je gestolen goederen komen terughalen! Dat is nog es wat anders dan kijken of je gestolen fiets misschien in de politiekelder staat.

De auto is vorig jaar van Spanje via Macedonië naar Griekenland vervoerd en vandaar weer terug naar Macedonië om officieel ingevoerd te worden. Spanje en Griekenland zíjn al lid van de EU en Macedonië wil d’r nog bij. ’t Zal Beckham z’n enige auto niet geweest zijn, maar het zal ook niet de enige auto geweest zijn die deze weg is gegaan. Werk aan de winkel voor de EU, lijkt me. En Macedonië maar even op de wachtlijst met die minister erbij. Even Apeldoorn bellen, of Brussel, of Straatsburg…….


Wat ’n auto-baan……

Wat stonden er op de AutoRai dit jaar weer verschrikkelijk veel van die jonge meiden als ‘versiering’ bij al die auto’s, zeg! Ik dacht dat we dat qua emancipatie nou wel zo’n beetje gehad hadden, maar nee. Zouden er nou echt minder mannen komen kijken naar die bolides als er géén mooie vrouwen over de motorkap gedrapeerd waren?

Er worden hier thuis altijd autoprogramma’s gekeken en die gingen de laatste week állemaal over de AutoRai en soms kun je een auto niet eens goed bekijken doordat die meiden er voor staan. Ga wat nuttigs doen, denk ik dan. Dit wil je toch niet als vrouw? Het moet wel verhipte goed betalen, want het lijkt me zulk nutteloos en oervervelend ‘werk’.

Misschien zien mannen dat wel heel anders, hoor, maar ik zou als man zeggen: “Hé, zus, ga es effe aan de kant!”. En dan die eeuwige melige glimlachjes, dat moet toch zeer gaan doen in je kaken! Eigenlijk is het een vorm van vrouwenmishandeling en moeten de rechten van de mens er aan te pas komen voor die stakkerds. Maar ja, als ze niet gedwongen worden….

Ik heb als jong meisje van achttien als bijbaantje wel eens op de Rai gestaan in de stand van Fleurop, bij een bloemenevenement. Daar mocht ik mijn eigen kleren bij aan, waar uiteraard niets gewaagds aan was, want dat had niet eens gemogen van thuis en lachen mocht ik als daar reden voor was. De Rai was toen ook van een heel wat bescheidener afmeting. Het was leuk werken tussen de bloemetjes en het rook ook nog heel lekker.

Mannen vinden nieuwe auto’s ook heel lekker ruiken, heb ik me wel eens laten vertellen. Eigenlijk zijn die geparfumeerde vrouwenstandbeelden dus helemaal niet nodig……


Lekker belangrijk…..

Onze vier kleinzonen, die gisteren allemaal even hier waren, kunnen goed met elkaar overweg en dat is een prettig gegeven. Maar aan de oudste van zeven kun je toch merken dat hij zich al wat onderscheidt van het ‘grut’ van vier en vijf. Hij kan al aardig goed hoofdrekenen en gaf daar gisteren enige staaltjes van ten beste en de vraag, die hij stelde aan zijn moeder: “Waarom heeft een land eigenlijk een hoofdstad?” getuigt van zakelijk inzicht. “Amsterdam is de hoofdstad, maar in Den Haag is de regering en dat is niet de grootste stad”. Politiek inzicht dus ook nog.

Vervolgens noemde hij de hoofdsteden van bijna alle Europese landen. Behalve wat een beetje te ver richting de Balkan lag, maar sjonge, ik was onder de indruk, hoor! Alleen dichtbij, de hoofdstad van België wist ie niet. Ik dacht : “Kom, ik help ‘m even op weg” en begon te souffleren: “Bru…Bru…?”. Toen wist hij ’t : “Brummen!”.

Fout, fout! Maar nou ja, van Brummen hadden ze zaterdag net gewonnen met hun f-jes elftal. Met 2-0! Dat blijft in je hoofd zitten, hoor, en wat is nou belangrijker voor een jongetje van zeven: zijn voetbalclub of Brussel, de hoofdstad van België? Oftewel Bruxelles. Ze kunnen daar niet eens kiezen…….


Rijdend materieel…..

* Gehoord in een interview op de Vlaamse televisie: “Tja, als mijn zuster een wiel had was ze een kruiwagen!”……


Vakkennis…..

Het was uiteraard uitstekend weer om naar een tuincentrum te gaan. Ik heb viooltjes gehaald en vergeet-me-nietjes. Die gingen per traytje van zes. Toen ik bij de kassa kwam bleek er op het hengseltje van de vergeet-me-nietjes geen prijsstickertje te zitten en de kassamevrouw moest een collega de winkel in sturen om te kijken wat ze kostten. Ik val als een blok voor vergeet-me-nietjes dus had niet eens gekéken naar de prijs. Niet erg bewust, ik weet het.

Het duurde erg lang voordat de collega terugkwam. Heel erg lang en dat werd de rij achter mij ook, want er was op dit redelijk vroege uur maar één kassa open. Je voelt je dan toch wat opgelaten, hoewel het oponthoud helemaal mijn schuld niet was.

De mevrouw ging bellen om te vragen of haar collega misschien verdwaald was of zo. “Wat moest ze dan doen?”werd er kennelijk aan de ander kant gevraagd. “Ze moest kijken hoe duur die blauwe bloemetjes zijn”. “Wélke blauwe bloemetjes?” veronderstelde ik dat er werd gevraagd. Want ze hebben bij Intratuin héél véél blauwe bloemetjes. De caissière raakte nu toch wel een beetje in paniek. “Ja, weet ik veel hoe ze heten: van die kleine blauwe bloemetjes!”. “Vergéét-me-nietjes!”, zei de hele rij, die ook wel es naar huis wilde, in koor.

“O, zijn dát nou vergeet-me-nietjes!” zei de kassadame opgelucht, “nou, dát vergeet ik niet meer!”. En toen kwam de collega terug met de boodschap dat ze qua prijs nog niet in de computer zaten. “Wat dóe ik dan nou?”, vroeg de caissière. “Doe maar net of het viooltjes zijn”, was het antwoord.

Dus nu heb ik vergeetviooltjes……..