De zorg…..

De zorg, zo heette de leunstoel van mijn vader. Daar kom ik ineens op.Gek is dat. Maar toen ik deze week bij mijn apotheek was, zag ik dat de apotheker en zijn personeel, zelfs de mevrouw die de vloer aan het dweilen was, gestoken waren in een ietwat rommelig wit T-shirt van niet al te beste kwaliteit zo te zien, waarop te lezen stond: “IK GEEF OM DE ZORG”. Op de balie lagen papieren zakjes waarop je met je handtekening adhesie kon betuigen met hun actie, die tot doel had minister Klink af te houden van bezuinigingen die de apotheekbranche zouden raken.

Ik ben heel tevreden over onze apotheek. Ze werken heel zorgvuldig, hetgeen me trouwens een vereiste lijkt voor elke apotheek. Maar bij de ene heb je nou eenmaal meer dat idee dan bij de andere. Dat ligt aan de klantvriendelijke benadering, want deskundig zullen ze allemaal zijn.

Apotheken zijn in de loop van de jaren wel enorm veranderd. De tijd van de ‘pillendraaier’ is wel voorbij en hun assortiment is zeer uitgebreid ook. Ik denk, dat ze het daar mede van moeten hebben, want alleen van de pillen en de drankjes worden ze niet rijk meer. Vroeger misschien, maar ook die tijd is voorbij. De minister maakt het echter wel erg schaars, heb ik begrepen. Het was niet druk toen ik er ’s morgens was dus had de jonge apotheker alle tijd om me uit te leggen dat hun actie daarover ging. Het was knijpen en beknibbelen van hogerhand.

Wij hebben nog ’n dokter meegemaakt, die zelf apotheek hield aan huis. De doktersvrouw deed dat deel van de praktijk. De dokter zelf had ’n antieke kast in zijn spreekkamer met medische boeken en van die bruine medicijnflessen er bovenop. Zijn diploma hing er naast. Heel vertrouwenwekkend allemaal. Hij wist wat je mankeerde en wat je er aan kon doen. We hebben altijd prima dokters gehad door de jaren heen.

Maar toch zie ik graag mijn dokter, die ons ondertussen ook al 25 jaar kent, hoor, in z’n computer kijken. Waarin hij, vertelde hij, zelfs door een piep wordt gewaarschuwd als bepaalde medicijnen, die hij van plan was je voor te schrijven, niet bij elkaar gebruikt kunnen worden. En natúúrlijk, dat had de apotheker ook geweten, daar kun je op vertrouwen! Check, check, doublecheck. Maar hij geeft dan ook om de zorg, dat is duidelijk, maar die minister…….?


Vergetelheid……

De mopjes over mannen, die hun trouwdag vergeten, zijn klassiek. Terwijl zijn vrouw zit te wachten op iets van de juwelier of toch op z’n minst een bosje rooie rozen, is het voor een man een dag als alle andere. Dat een compleet echtpaar zijn trouwdag vergeet is dus heel bijzonder! Als onze (schoon)zus vanmorgen niet had gebeld om ons te feliciteren met deze heuglijke dag, die in huize P. dus niet zo geheugenlijk bleek, dan waren we er zonder meer langs heen gegaan.

’t Is wat. Achtenveertig jaar is toch een mensenleeftijd. Het is vandaag wel ander wéér dan achtenveertig jaar geleden. Wij hadden toen een heerlijke zonnige dag. Een hele leuke dag ook. Maar ja, wel lang geleden en 48 is ook geen bijzonder getal.

Dus geen taart vandaag. Een plakje Indische cake met 70% minder vet kan ie krijgen. We hebben een diner met spruitjes en draadjesvlees. Maar dat vinden wij zeer feestelijk, hoor…….!


Direct energie……

’n Leuke kop boven een nieuwsbericht”: “Cremeren geeft nabestaanden energie. Toen mijn man dat voorlas reageerde ik : “Ja, het idee dat je niet constant naar ’n kerkhof hoeft om een graf te onderhouden, kan een prettige gedachte zijn. Kun je je energie in iets anders stoppen.”

Maar dat wás het helemaal niet! In Taiwan gebruiken ze in een crematorium de warmte, die vrijkomt door het opstoken van de lijken, om er stroom mee te maken. Daar laten ze dan de koffiemachine en de airconditioning in de condoleanceruimte op draaien. Op maandbasis besparen ze op die manier 15.000 Taiwanese dollars oftewel 315 euro. Een niet te verwaarlozen bedrag. Tel uit je winst.

Het milieuvriendelijke project stuit echter op tegenstand. Men vindt het een akelig idee, dat de koffie na afloop van de plechtigheid via een omweg van je moeder of je tante komt, al hebben die je bij leven nóg zoveel kopjes troost geschonken. Ik vind, dat men zich daar maar overheen moet zetten, hoor! Bovendien zal de net weggebrachte niet zo snel verwerkt worden. Dus als de eigen familie nog aanwezig is, drink je koffie gemaakt met de stroom van een vreemd lijk, dat je toch niet kent. Dat moet te doen zijn, dan denk je maar iets minder ver door.

De directeur van het crematorium wil nog wel nadenken of hij de energie misschien voor de verlichting van het gebouw kan gebruiken. Dat komt wellicht toch wat meer in de richting. Maar hij gaat het niet anders doen, want het milieu gaat voor. Lang leve het milieu!

Wat zegt u? De rook? Ja, dat weet ik allemaal niet, hoor! Ik heb alleen maar verstand van koffie…….

*Mijn echtgenoot kreeg net iets geleverd van T-Mobile. Op de pakbon stond “Life is for sharing”. Nou, dat kan volgens bovenstaand stukje zelfs best tot óver de grens…….


Spreekwoordelijk tegen de draad in…….

‘k Lees met veel plezier altijd de nogal eens met azijn doordrenkte stukjes van Henk Spaan. Ze staan in onze Apeldoornse huis-aan-huis-weekkrant. Hij zegt ’t vaak wel treffend. Deze keer had hij ’t over de fietspaden in Nederland die, in tegenstelling tot die in Amsterdam, breed genoeg zijn om een naast elkaar fietsend in windjack gestoken echtpaar te bergen. Je ziet ze zo voor je.

Volgens hem kan dat niet in Amsterdam, omdat er scooters langsscheuren (alsof dat hier niet gebeurt, zeg!) en, wacht….nu kómt het: “Omdat de meeste inwoners van deze stad Montessori-onderwijs hebben genoten kennen ze het verschil niet tussen links en rechts. Daarom moet je niet alleen uitkijken voor razend scootergeweld, maar ook voor de tegemoet fietsende Montessoriklantjes met hun spreekwoordelijke gebrek aan discipline.” Tot zover de heer Spaan.

Er moet sinds mijn schooltijd toch wel het een en ander zijn veranderd. Oké, last met rechts en links heb ik ook regelmatig, ik geef het toe, maar om mij als ex-Montessoriklant op te zadelen met een gebrek aan discipline, ‘spreekwoordelijk’ nog wel, dat hoef ik natuurlijk niet te pikken!

Bij het Montessori-schoolsysteem zitten groepen van diverse leeftijden bij elkaar in één klas en dat waren in mijn tijd maar liefst 48 kinderen. En met één enkele onderwijzer, die goed was in rekenen en taal en dat hele zaakje keurig in de hand had.

Het was tijdens de z.g. ‘werkuren’ altijd gezellig roezemoezig in de klas, omdat iedereen met iets anders bezig was, maar een zootje was het nooit. Terwijl er ook kinderen met een kleedje op de grond van alles zaten te doen. De klassen waren ruim, dat moet gezegd. We hadden zelfs een keukentje en een ‘rustkamer’, waar je even kon gaan lezen of iets doen dat extra concentratie vergde of als je moest overleggen met ’n groepje. Ondanks de oorlog, die net in mijn kleuter-en lagereschooltijd viel, heb ik fijne schoolherinneringen.

Het zijn nu andere tijden met een ander soort kinderen, dat weet ik allemaal wel. Computers en televisie erbij en weet ik wat nog meer, maar het geeft toch te denken, dat minister Rouvoet opvoedhulpprogramma’s aan het opzetten is. Dat zal toch niet zomaar bij ‘m zijn opgekomen. Het zal toch niet het spreekwoordelijke gebrek aan discipline zijn, zeg?

Nou ja, waar gehakt wordt vallen Spaan ders. En dat is een spreekwoord…..


Brugman……

De elektronica is niet meer wat het geweest is of zou moeten zijn. Anders zou er toch niet ‘zomaar’ , zonder voorafgaande waarschuwing, een brug open gaan! Rijkswaterstaat gaat er tenminste van uit dat het niks ‘menselijks’ was, waardoor het fout ging met die Ketelbrug en heeft al het elektriek uitgeschakeld. Ik zou het wel weten: gewoon weer een brugwachter die met de hand de brug opendraait, onderwijl een ontspannen praatje makend met de wachtenden. Dat is gezond voor iedereen. Maar ja, dat zal wel weer niet mogen van de Arbo. Of een brugbediening zoals ze die hebben geregeld in Doodstil, ’n gehucht van op de kop af 101 inwoners, aan het Boterdiep in Groningen. Met een mooie website! De foto is uit 2006 dus of het bevalt zo, dat weet ik niet. Maar die brug gaat in ieder geval niet onverwácht open……!


(On)trouw…..

Nog maar ’n paar jaar geleden vroeg ik mijn man altijd even buiten een winkel te wachten als we een tas bij ons hadden, die van een andere zaak in dezelfde sector was en waarvan de naam op die tas stond. Dus gingen we nooit met een tas van Albert Heijn een C1000 binnen. Dat vonden we niet kunnen. Of beter gezegd: ik vond het niet kunnen, want voor mijn echtgenoot is een tas een tas en wat er op staat zal ‘m worst wezen.

Of we hadden ergens in de stad wel eens iets bij ons, een doos of zo, waaraan je duidelijk kon zien dat we wat er in zat ook in de winkel, waar we naar binnen wilden hadden kunnen kopen. Vond ik zielig. Raar, hè?

Tegenwoordig heb ik daar helemaal geen last meer van. We komen ondertussen in wel vijf verschillende supermarkten! Klantentrouw is er niet meer bij, hoor! Ja, door de week ’n boodschap tussendoor is logistiek gezien wat handiger omdat het te belopen is. Maar voor het grotere werk gaan we rustig met een Deka-tas naar de Lidl, met een Dirk-tas naar Albert Heijn en de C1000-tas vullen we onbezorgd met spullen van de Aldi. Kan ons wat schelen. Van sommige weet je niet eens of ze niet ondertussen van dezelfde baas zijn! En dan hadden ze ook maar geen oorlog moeten beginnen…..


Beleefdheidshalve……

Nog even over dat logje van gisteren, hè, over dat ‘u ‘zeggen: Irene van serendips reageerde daarop met de opmerking, dat zij haar loglezers altijd aansprak met u, totdat ze hen persoonlijk ontmoette. Nou, dat ontmoeten zal mij niet zo snel overkomen. De lezers, die ik heb, en dat zijn er door de bank genomen niet zo veel, zijn allemaal familie of bekenden, waar ik tóch al mee jij-de en jou-de. Maar, en dat is het gekke met loggen, de mensen die ik vrijwel dagelijks volg op hun weblog, omdat ik ze leuk vind schrijven en geïnteresseerd ben in hun belevenissen, werden na zoveel jaar zo vertrouwd, dat ik er geen moeite mee heb ze ook zodanig aan te spreken.

Bovendien zijn de meesten daarvan zoveel jaren jonger dan ik, dat ’t ook vanzelf gaat eigenlijk. Vroeger hoorde je als jong mens, als je wat te vrijpostig was nogal eens: “Zeg, ben ik met je op school geweest?” Nou, dat dié tijd voorbij is vind ik goed, hoor. Ik zou trouwens mijn verhalen niet op een andere manier dan in ’n soort van ‘spreektaal’ kwijt kunnen, denk ik. Dus als u mij niet kwalijk neemt, blijf ik het maar zo doen.

De énige keer, dat ik een mij niet bekende lezer tegenkwam, was nota bene aan het andere eind van de wereld, toen we met mijn zus in een zonnige winkelstraat liepen in Manley, Australië! Ze kwam daar een kennis tegen, die er al tientallen jaren woont, ’n Hollander van oorsprong dus. Ze stelde ons aan elkaar voor en die man bleek Elswhere.org te lezen! Ik was helemaal ondersteboven!

Nou was het wel in mijn beginjaren en toen was ik nog verschrikkelijk onder de indruk van het internet en zijn mogelijkheden. En dat ben ik nu natuurlijk allang niet meer! Nu ben ik vreselijk onder de indruk van het perfecte cleanMX antispamprogramma van mijn zoon, dat hij ontwikkeld heeft en waar geen muis meer doorheen komt!

Gôh, ik lijk Hanneke Groenteman wel, die ook altijd reclame maakt op haar weblog voor haar hele creatieve familie, als het zo uitkomt. Maar van moeders, waar je gewoon ‘jij’ tegen mag zeggen, wordt zoiets wel gepikt………


Ouwemutsenpraat…..

* Daar kan ik niks aan doen, hoor, maar ik vind het toch leuk klinken als zo’n jonge presentator van het sportjournaal netjes ‘u’ zegt tegen Louis van Gaal, die werd geïnterviewd na de wedstrijd Bayern tegen Juventus. Ondanks dat ie niet gewonnen had, terwijl dat volgens hem natuurlijk best gekund had, maar nul-nul is ook een stand, reageerde hij daarom ook hartstikke netjes. Zei zelfs zoiets als “Graag gedaan”, na afloop van het gesprek.

Guus Hiddink zat in de Hilversumse studio als analyticus en ook daar zei de presentator ‘meneer Hiddink’ en ‘u ‘. Geen ouwejongenskrentenbrood, maar gewoon respect voor de relatieve ouderdom. Of ze geïnstrueerd zijn, die jongens, dat weet ik niet, maar wel dat de televisie een erg mooie plek is om te beginnen met zoiets……..