We zijn d’r weer. Terug van even weg. Ja, naar Engeland geweest natuurlijk. We rijden altijd naar Calais om naar Dover te varen. Dat is de kortste oversteek, net lang genoeg om uit te rusten van de drielandentrip en wat te drinken. Eten hoeft niet, want dat boot-eten is net zoiets als vliegtuig-eten, voorgekookt en voorgebakken, want het moet allemaal snel, snel. Niks aan.
Er was nogal wat klein volk aan boord en als je twijfelt of je eigenlijk wel kinderen wilt: neem de boot naar Engeland en je weet ‘t. Ik kan me niet herinneren dat onze kinderen ooit zoveel lawaai hebben gemaakt en onze kleinkinders zijn ook best rustige types. Maar dat zegt elke oma natuurlijk. En als je je best doet kun je ook Pools leren onderweg, want daarvan waren er hele families. De mededelingen via de luidsprekers werden ook gedaan in Engels, Frans, Duits én Pools. We zagen in de supermarkten ook hele afdelingen met Polish Food.
Na een mooie rit kwamen we aan in Kington, een marktstadje op de grens van Engeland en Wales. Op de deur van het huis waar we werden verwacht zat een briefje met de mededeling dat een buurman ons er in zou laten. Een vriendelijke man, die Holland wist te liggen, want hij was er geweest. Hij had een “rivercruise” gemaakt, vertelde hij. Toen kwam ook de mevrouw van het huis aanrijden, die de sleutels kwam brengen.
Je stapte via de voordeur meteen de woonkamer in. Die was niet groot, dat leek op de internetfoto anders, maar wel knus. Een originele antieke open haard en dat klopte wel, want mevrouw vertelde dat het huisje stamde uit de veertiende eeuw en had gehoord bij ’n kasteel of zoiets. Ze wist er veel van. Vertelde over de kings, die battles waren komen voeren in de buurt, allemaal heel heavy. Zoiets als een rugbywedstrijd tussen Wales en Engeland nu. Fanatiekelingen.
Het huis, met name de keuken, was verder voorzien van alle gemakken, al kraakte het. Lekkere bedden, belangrijk in een vakantie, goed sanitair, er was een (niet veertiende eeuws) draadloos netwerk en er zat een satellietschotel aan het huis. De IT-techneut die we bij ons hadden zit dan net zo lang te knutselen tot we op zijn ‘tablet’ de voetbalwedstrijd van het Nederlands Elftal kunnen zien. Ik snap daar niks van, want op de tv kon dat niet. Maar gelukkig hoef ik dat ook helemaal niet te snappen. Heerlijk.
We hebben veel van de prachtige omgeving gezien. In Leominster hadden we nog een aanrijding met een dom afslaande Brit, zíjn schuld, die hij ook meteen erkende, hoor, maar toch een heel gedoe met een Nederlands schadeformulier, waar geen woord Engels op te vinden is! Maar we hebben al een afspraak met de schadehersteller hier en alles wordt keurig geregeld door InShared.
Nou, je kunt beter geen blikkerige ontmoeting hebben in het buitenland, maar het was weer es iets anders. We konden nog rijden en krassen en deuken zijn te herstellen, beide voertuigen reden niet hard, het valt dus mee allemaal. Het meisje van InShared vroeg wel heel lief hoe het met ons was. Dat klonk aardig.
We zijn in Worcester geweest, Woester zeggen ze hier, zoals ze ook Lemster zeggen tegen Leominster. Mijn leraar Engels had gelijk toen hij bij de eerste Engelse les zei:”Engels spreek je uit zoals het er niét staat”. Cardiff hebben we ook bezocht, want ja, het weer was niet denderend. Temperatuur was prima, maar er was nogal eens wat nattigheid, maar dat was bij jullie nog erger, zagen we op het nieuws. Onze bloembakken thuis hangen er trouwens “Engels” bij. Nog nooit zo mooi gebloeid, nu ze zoveel natuurlijk water krijgen. Daar ben ik in Engeland ook altijd van onder de indruk: de hanging baskets, de bloembakken, de tuinen en de heggen. Schitterend. In “onze” tuin daar kwam trouwens ook een mevrouw langs voor de ‘gardening’, zoals ze zei. Stond ineens achter het huis. We moesten ons maar niks van haar aantrekken, zei ze. Aardig mensje.
Het was maar een kort weekje. Vrijdag waren we alweer op weg naar de boot terug. Langs een andere route gereden. Ondanks dat we door onze navigatie dwars door Londen werden gestuurd, wat een crime is dat, zeg, waren we te vroeg voor de overtocht die we hadden geboekt, maar konden een boot eerder mee. Toen was het rustig, erg rustig zelfs. We vroegen ons af of het wel uitkon, zo weinig passagiers. Ze zullen het wel van het vrachtvervoer moeten hebben en veel mensen nemen de nachtboot, die goedkoper is. Maar wij waren ’s nachts al thuis om in ons eigen bedje te slapen. Leuk, even weg, maar toch ook weer “home sweet home”. Dat is het leuke van er even tussenuit………