Bammetjes……

De supermarkten hebben weer eens iets nieuws bedacht, namelijk “kinderbrood”. Dat ziet er uit als witbrood, zoals sommige verwende kindertjes alleen maar willen eten, maar, zeggen ze, er zitten echt waar net zoveel vezeltjes in als in gezond bruin brood. Ja, allicht is het duurder! Het moet toch een speciale behandeling krijgen vanwege die metamorfose?

Als onze kleinkinderen hier wel eens boterhammetjes eten krijgen ze bruine, want oma heeft niks anders in huis. En die gaan er altijd in, hoor. Geen klachten. Ook hun moeders zijn bij mijn weten lid van de bruineboterhammenclub. Dus dat “kinderbrood” is gewoon “belazerbrood”, maar ja, dat is geen taal die je je kinderen aanleert natuurlijk…….


De goden verzoeken…..

* We zapten even langs wat regionale zenders en zagen dat in het Limburgse Genhout een zalencentrum is afgebrand. Heel vervelend natuurlijk, maar op de gevel van het gebouw stond met grote rode letters BRAND BIER. Tja, dan kun je d’r op wachten natuurlijk…….


Oude doos…..

‘k Had vanmorgen mijn broer aan de telefoon en die vertelde, dat ie naar een 3D-film was geweest, met hele leuke effecten. Toen ik dat hoorde moest ik meteen denken aan mijn eerste agenda op de middelbare school. De aanschaf daarvan was vroeger net zo spannend als vandaag de dag, alleen hadden wij minder keus. Mijn agenda was er een met 3D-foto’s er in. Er zat een knullig kartonnen brilletje bij met ’n rood en ’n groen ‘glas’ van ’n soort mica.

Het was in die dagen heel hip als je zo’n agenda had, want het was wel iets bijzonders. Alleen was het brilletje niet veel bijzonders, na een week kapot en de rest van het schooljaar zat je met van die rare onduidelijke plaatjes met rood en groen er in, waar je niks aan had. Maar ja, een agenda was een agenda en je werd daar verder niet door afgeleid en dat was beter voor je studieresultaten.

Er waren trouwens wel meer nieuwigheden in die tijd, hoor. Ik had bijvoorbeeld een schooletui die gemaakt was van zacht plastic, een nieuw materiaal. Het ding stonk je schooltas uit, echt ’n goedkoop plasticluchtje, maar met z’n knalkleur zag hij er best vrolijk uit en hij was goedkoop. En de boeken waren al duur genoeg, vonden ze bij ons thuis. Het voordeel was, dat je elk jaar een nieuwe kon uitzoeken, want langer hield ie ’t niet uit.

De opkomst van de balpen oftewel de ballpoint maakte ik ook mee. Toen hij er pas was mochten wij er op school niet mee schrijven. Hij lekte en vlekte en er werd gezegd dat ie je handschrift verpestte. Maar ja, hij was wél handiger dan de vulpen, die ik gekregen had toen ik middelbaar ging scholieren. Die moest je steeds navullen. Daartoe had mijn vader een fles Gimborn inkt op z’n kantoor staan en voor dat vullen moest je in de wieg gelegd zijn. Het was een gave om dat zonder knoeien voor elkaar te krijgen. Dus bij het schoolvolk was de balpen welkom, maar je kon er inderdaad niet mee schoonschrijven. Letterlijk.

Maar dat waren dus allemaal leukigheidjes, die mijn prille middelbare schooljaren versierden. Grappig, dat je daaraan herinnerd wordt door zo’n triple dimensionale film…….!


Reclame…..

* In Deventer is door een wethouder een Borstvoedingcafé geopend, waar jonge moeders elkaar kunnen ontmoeten en gezellig samen kunnen bórstvoederen. En hoe heet die wethouder? Jos Fleskes…….


Brace for impact…..

Gisteravond laat keek ik nog even mee naar een Engels televisieprogramma over luchtvaartopleidingen. Tenminste, ik denk, dat het daarover ging, want ik viel er maar zo in. In ieder geval ging het over een Britse vrouwelijke piloot, die in opleiding was voor verkeersvlieger. Dan moet je grote kisten onder de duim kunnen houden, ook als die duim van vrouwelijke afmeting en gemanicuurd is. Als laatste onderdeel van die opleiding moest ze een verkeersvliegtuig aan de grond zetten op Schiphol en dat werd dus gefilmd.

Veel mensen vinden, als ze een vliegreis maken, het moment van opstijgen en landen het spannendst en vaak ook het vervelendst. Zo ook een paar Engelse mannen, aan wie ze om een of andere reden hadden verteld dat het vliegtuig aan de grond zou worden gezet door een vrouw. “Mijn god!”, riep een van de mannen, “vrouwen kunnen nog niet eens een auto behoorlijk in een parkeergarage zetten!”

De man, die naast hem zat, hád al vliegangst en de mededeling over die vrouwelijke piloot bracht hem zonder meer in paniek. En dat was natuurlijk allemaal práchtige televisie! Want dat gebrek aan vertrouwen en die vliegangst, dat was niet gespeeld, dat kon je zien. Hij zweette peentjes! De mannen gingen, toen ze de landing inzette, met hun voorhoofd tegen de stoel voor hen zitten, de voorgeschreven positie als je een crash verwacht. Maar natuurlijk ging het vlekkeloos, zelfs zonder de “bonk”, die je nog wel eens voelt als er een stoere man aan de stuurknuppel zit.

Zodra het toestel over de baan reed ontspanden de heren, werd er opgelucht gelachen en geapplaudisseerd en er werd zelfs een ontmoeting met de pilote geregeld. Ze kreeg een “hug” omdat ze het zo netjes bonkloos had gedaan en ze was nu helemaal geslaagd volgens de gezagvoerder, die haar landing had moeten beoordelen. Daar was ze blij mee. “Well, maybe till next time!” zei ze olijk tegen de bangeriken.

Die mannetjes toch. Ach ja, ik weet ook nog dat er mensen waren, die voor geen goud de bus instapten als ze zagen dat er een vrouwelijke chauffeur achter het stuur zat. Nu toch ook heel gewoon. Girlpower, ha, ha……..


De ballenbak……

In Almere is een Kinderparkeergarage geopend. Het is precies wat het zegt. Voor € 7.50 per uur kun je daar je kind kwijt als je wilt gaan winkelen zonder gejengel, naar de kapper wilt of naar de notaris moet. Van 10 minuten tot maximaal 3 uur. Ja, duurder dan je auto parkeren waarschijnlijk, maar ” ’n Gat in de markt!”, zegt de uitbaatster.

In diverse winkels is al jaren gratis zo’n dumpmogelijkheid mét ballenbak, wat ik altijd een beetje ’n onhygiënische uitvinding heb gevonden. Hoewel de ballen heus wel regelmatig een sopje zullen krijgen, neem ik aan. De bekendste is natuurlijk de kinderopvang van Ikea. Dat lijkt me nog wel een vrolijke toestand vanwege het kleurige imago, maar ik moet stiekem altijd erg lachen (met leedvermaak, ik geef het toe!) om de oproepjes die te horen zijn, dat “Floortje en Robert Jan graag opgehaald willen worden uit het Kinderparadijs”. De reactie van hun ouders zie je natuurlijk nooit, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. “Verdorie, nóu al?! We zijn nog niet halverwege! Nou, ga jij of ga ik?”

Ik las, dat ’t heel goed is voor kinderen als ze gewoon mee gaan winkelen met hun ouders. Voor hun ontwikkeling als consument, hoewel dat ook aan hun leeftijd ligt natuurlijk. En als een kind met z’n vader meegaat naar de Gamma leert ie van alles over timmeren en zo, zeggen ze. Dan moet je vanzelfsprekend wel ’n beetje klusserig type als vader hebben. Als je een enorme rij treft bij de kassa leert een kind, dat iedereen op z’n beurt moet wachten in het leven. Nou, dan is Ikea alvast een leerzaam oord.

Winkelen met kinderen is een vak apart. Maar gelukkig zijn opa en oma d’r ook nog, maar ja, dat geluk heeft dan weer niet iedereen…….


Remi…..

Mijn op één na jongste kleinzoon kan zeer aangrijpend uit de hoek komen. Als er gewandeld wordt bijvoorbeeld heeft hij wel es geen zin om eens ’n beetje dóór te lopen. Hij ziet onderweg van alles en blijft dan geregeld een heel eind achter.

Zo ook laatst. De anderen liepen te praten en waren ongemerkt toen een heel stuk vooruit. Daarop bleef Joost midden op het pad staan en riep dramatisch: “Ach, ik ben hélemaal alleen op de wereld!”.

En natuurlijk weer in geen velden of wegen een Vitalis te bekennen, hè……..


Huisspin……oftewel…….

Je kunt natuurlijk vreselijk bang zijn voor spinnen. Ik heb er zelf geen last van en van mij hoeven ze ook niet dood of zo. Ik vang ze zo diervriendelijk mogelijk, zet ze buiten met de opdracht daar te blijven en of ze dat doen is gewoon afwachten. Maar onze oudste dochter, die ook niet op vriendschappelijke voet staat met spinnen in het algemeen en grote spinnen in het bijzonder, vertelde over iemand die dat nóg erger had en vlak voordat ze de deur uit zou gaan een grote spin ontdekte in haar huis.

Ze pakte rigoureus de stofzuiger en zoog ‘m op. Omdat ze bang was dat het beest weer uit de slang zou kruipen liet ze de stofzuiger aanstaan en ging naar haar werk. In de loop van de ochtend vertelde ze onder de koffie griezelend over die grote enge spin. En ook over de maatregel die ze had genomen om te voorkomen dat ie weer aan de wandel zou gaan.

De collega’s reageerden geschokt en zeiden dat ze niet gek op moest kijken als ze bij thuiskomst zou ontdekken dat haar huis in vlammen was opgegaan, met spin en al, dat dan weer wel, vanwege een oververhitte stofzuiger. “O, dan moet ik ‘m maar even uit gaan zetten, hè?”, zei ze en fietste naar huis.

Daar zette ze de stofzuiger uit en op het balkon. Vanwege die enge spin, maar zéker ook om ‘m af te laten koelen. ’t Is toch bij de wilde spinnen af, zo’n verhaal…..!


Ahoy!…….

We hoorden gisteren in de Belgische quizz “De Canvas Crack”, die we altijd volgen, een grappig feitje. Toen Alexander Graham Bell de telefoon uitvond had ie bedacht dat de mensen zich zouden melden met “Ahoy!” als ze de hoorn van het toestel namen. Zoals in scheepvaartkringen gebruikelijk.

Thomas Alva Edison, van hetzelfde geboortejaar als Bell, ook een slimmerik en de man van de gloeilamp en de fonograaf, vond dat maar niks. Het moest “Hallo!” zijn en hij won, zoals je weet. Dat is in het gebruik dan wel “Hello!” geworden voor de Engelstaligen en “Allo!” voor de spraakgebrekkigen, die de “h” niet kunnen zeggen, maar toch.

Als dat nou niet zo was geweest had ik nu mijn familie kunnen opbellen met “Ahoy! Met je moeder!”. Had ik wel geinig gevonden, lekker stoer. Hadden we wel de rest van de taal ook aangepast natuurlijk. Had ik ze kunnen vertellen dat mijn ouwe na het nuttigen van een oorlam effe onder zeil was gegaan. Blindvaren doet ie al jaren. En dat ik zo es moet gaan bedenken wat we vanavond zullen gaan bunkeren. Dan is het weer even alle hens aan dek in mijn kombuis. Aanvaringen hebben we in dit huis gelukkig zelden. Ahoy……..!


Kroegtijgers….

Van Lars kreeg ik een hartstikke leuk boekje. Dat gaat over Utrechtse kroegtijgers en winkelpoezen. “Kat in de stad” heet het, geschreven door Carin en Alexander van Eenennaam met foto’s van Robert van Willigenburg. Er staat een plattegrondje in van alle etablissementen waar zich een of meerdere katten ( en één hond!) bevinden. Ze maken deel uit van het interieur. Hun karakter, (eigen)aardigheden en geschiedenis worden beschreven. Erg leuk om te lezen over Berend, Miró, Bassie, Tom Poes, Tutti Frutti, Tommy, Kissy, Sweety, Bowie, Fidel (woont in café Havana uiteraard), Minos, Natascha,Kiddy, Momoo, Mouse, Kita, Snoepie, Lexie, Leonidas, Ollie, Robin Hood, Minouche, Micha, Bertus, Floris, Dikkie Dik, Dame Blanche, Spot, Lejo, Mummies, Fritz, Jupiler, Katja en Junior. Als je nog een naam voor je kat zocht kun je even vooruit. “Volg het poezenspoor!” is dan ook het advies. Als je dat erg uitgebreid doet moet je wel rekenen op een kater uiteraard……