Koen……

We hebben een kleinzoon van drie, die z’n naam eer aandoet. Hij heet Koen en is voor de duvel niet bang. ’n Bulldozertje, maar wel een van het teerhartige soort. Hij kan, samen met z’n broertje, tijdenlang kijken hoe miertjes aan het rondlopen zijn zonder ze in de weg te zitten, hij zal er zijn voet niet op zetten. Dan heb je oog voor het kleine.

Hij houdt er van zo nu en dan eens lekker hard te schreeuwen. Gewoon voor de lol. Dat vinden z’n ouders te lawaaiig en dan zetten ze ‘m op de trap om af te koelen. Moet ie even “sorry” zeggen en dan is het weer voorbij. Hij heeft ook ’n goed gevoel voor humor, je kunt enorm met ‘m lachen.

Zondag j.l. hadden zijn ouders een feestje en kwam oma oppassen. Dat vinden de jochies gelukkig leuk en we hebben altijd veel plezier. We bakken pannenkoeken, we spelen van alles en we vermaken ons uitstekend. Koen was buiten aan het schommelen. Dat doet ie liggend op z’n buik over het plankje, want als hij zit moet iemand hem duwen en daar heeft niet iedereen zin in en bovendien houdt hij zich nog niet betrouwbaar vast aan de touwen.

Maar dat buikschommelen doet hij dan wel “op z’n Koens”. Hóóg dus! En ik had dan ook de kriebels dat hij óver het plankje zou kukelen. “Koen, niet zo hoog!”, zei ik “straks moeten we nog naar het ziekenhuis”. “O, leuk”, zei Koen “mag ik dan ook mee?”. Kijk, dat soort humor bedoel ik………


Brandhout…….

Er is dezer dagen een reclamespot op tv over een op te spuiten brandwondenmiddel. Er worden verschillende situaties getoond, waarin kinderen brandwonden zouden kunnen oplopen.

Bijvoorbeeld: een vrouw staat te strijken met een losliggend snoer over de vloer, kind struikelt erover en ze kan nog nèt de strijkbout grijpen. Vader is gezellig met z’n motor aan het klooien, er is een hete uitlaat en het kind holt tussen de vader en zijn motor door en ja, hoor, het gaat nog nèt goed. Een moeder staat te koken, kind komt langs en legt bijna z’n hand op de in bedrijf zijnde brander en ook dat gaat nog nèt goed.

Hoewel ik de betreffende kindertjes stijf zou schelden, zodat ze voorlopig uit mijn buurt bleven, ben ik blij dat het allemaal goed is afgelopen. Zo ben ik dan ook wel weer. Ik had vroeger een vriendin, die haar kleuters bij de hand nam en het handje even tegen de hete kachel, toen nog prominent aanwezig, hield en zei: “Zo, dat weten ze dan. Dat ding is héét!”. Zo spartaans ging het bij ons niet en ik was dan ook behoorlijk geschokt toen ik ervan hoorde. En brandwonden heb ik evengoed nooit hoeven behandelen.

Maar wat mij irriteert aan die reclame is de zin: “Een slimme moeder is voorbereid en heeft Bepanthen in huis”. Je bent in mijn ogen een slimme ouder als je zorgt dat dergelijke situaties zich niet voordoen! Maar dat zal wel een ouderwetse gedachte zijn. Bepanthen zal prima spul zijn, daar twijfel ik niet aan en ’n ongeluk zit in een klein hoekje, dat weet ik ook, maar een spuitbusje voor je schuldgevoel helpt echt niet. Dat gevoel kun je beter vóór zijn. Veel plezier bij de barbecue……..!


K…..

Mijn kleinzoon van zes begint, nu hij wat groter wordt en op school zo het een en ander opvangt, zich te bedienen van wat stoere praat. Meestal weet zijn moeder dat prima te negeren, wat mij ook een goede methode lijkt, opvoedkundig gezien.

Maar zo nu en dan komt er wel eens ’n woord langs, dat een wat directere aanpak vereist. Zo had hij het in de auto op weg naar huis over iets dat k** was. “Ik wil dat k-woord niét meer horen!”, riep z’n moeder. “K-woord?”, vroeg haar zoon, “mag ik geen k-woord meer zeggen?”. “Nee”, zei ma, “k-woorden zijn niet netjes!”.

“Oh, maar mag ik dan straks nog wel een boterham met kaas?”. Wij vonden ‘m wel leuk….!


Róód…..!

Ja, natuurlijk was het een stomme reactie van Zidane, want hij had zich moeten beheersen. Als je als sportief bekend staat als voetballer, je laatste grote wedstrijd speelt en dan onder het toeziend oog van de hele wereld een kopstoot uitdeelt, die er niet om liegt, ben je niet echt handig bezig.

Maar niemand, ook de scheidsrechter niet, heeft gehoord wat die Italiaan tegen hem zei. Naar verluidt schijnt dat iets beledigends te zijn geweest over zijn moeder of zijn zuster en dan kun je wel zo ongeveer nagaan in welke richting zo’n opmerking gaat.

Eigenlijk zouden verbale overtredingen ook moeten kunnen worden bestraft met een rode kaart. Praktisch gezien onmogelijk natuurlijk, ze hebben al moeite genoeg met het juist vaststellen via beeldschermpjes van schwalbes, slidings, al dan niet doelpunten en buitenspelletjes, dus ook nog eens weten wat al die lui tegen mekaar zeggen is niet te doen. En woorden veroorzaken geen zichtbare blessures. Misschien is een flink stel taalkundig goed onderlegde en officieel door de FIFA beëdigde liplezers rond het veld een idee.

Je hoort nogal eens beweren, vooral tegen kinderen, “schelden doet geen zeer”. Nou, mooi wel! Kijk maar eens naar kinderen die op school worden gepest en daar fysiek niets tegenover kunnen stellen. Zoals Zizou dat dus wel kan. Hé, hij houdt toch op met voetballen? Kan ie mooi workshopjes gaan geven…….


Blindvaren op Albert Heijn……

Op de voorpagina van de zondagse aflevering van de krant stond een verhaal over een blind echtpaar, dat geen boodschappen meer mag doen bij Albert Heijn. Of nou ja, geen winkelverbod of zo, maar ze worden niet meer geholpen bij het verzamelen van hun aankopen. Kost te veel tijd, mankracht en dus geld.Het is, ondersteund door een foto van het stel met hun twee geleidehonden en een uiteraard leeg AH-winkelwagentje, een ziélig verhaal.

Ik krijg daar een beetje de kriebels van. En vraag me af: is een winkelier verplicht om al de gehandicapte klanten in zijn zaak van persoonlijke begeleiding te voorzien? Lijkt me niet. De chef van het betreffende filiaal wil dan ook geen precedent scheppen en dat kan ik me wel voorstellen eigenlijk. Bovendien, dat gedoe met die wuppies moet uit de lengte of uit de breedte.

Klantvriendelijkheid hoort in een winkel voorop te staan, vind ik ook,maar het heeft wel grenzen. Als je hulp nodig hebt bij het boodschappen doen, zul je daar toch ook zelf wat aan moeten doen. Ik ken mensen, die dat goed hebben geregeld met een vrijwilliger of familie.

Nou weet ik wel, dat er omstandigheden kunnen zijn, die wat moeilijk liggen en als je allebei blind bent kom je uiteraard het een en ander tegen, maar dan nóg zou ik de krant niet willen halen met een zielig verhaal en mijn zaakjes zelf willen regelen. Albert Heijn krijgt nu de zwarte piet als klantonvriendelijke winkel, terwijl ze een bezorgdienst hebben, die het tot in de keuken brengt als je je boodschappenlijst mailt of faxt. Dat kunnen de blinden van de krantenfoto prima, dat weet ik toevallig.

Ik krijg nu waarschijnlijk de hele blindenwereld over me heen, want het moet betaald worden, zo’n bezorging, maar kom jongens, braille versturen is nog steeds gratis……………………!

*** Eerlijkheidshalve een updeetje: het schijnt dat de website van Albert niet zo makkelijk te navigeren is wat betreft boodschappenlijstjes. Die moet je invullen en kun je niet zelf maken. Dat is natuurlijk wel lastig als blinde, maar wellicht is er iets te regelen. Het bezorgen kost op een “toptijd”, zaterdags bijvoorbeeld, € 6,75. Kan het ook op maandagmiddag of zo dan betaal je zo’n € 4,50.


Spraakmakend……

Weet je, het komt eigenlijk door wielrenner Robbie McEwen, dat ik er op kom. Hij heeft al een paar keer ’n etappe gewonnen in de Tour en als hij dan achteraf wordt geïnterviewd over hoe blij hij is en hoe hij het precies heeft gedaan en zo, dan antwoordt hij in vlekkeloos Vlaams. Hij schijnt ook wel in België te wonen, maar is een Australiër.

Het valt me op, dat buitenlanders (allochtonen, zo u wilt) in België veel beter Nederlands (Vlaams, zo u wilt) spreken als ze om een reactie wordt gevraagd dan hier in Nederland. En dan heb ik het over doodgewone allochtone voorbijgangers op straat en geen afgestudeerde advocaten.

Is Vlaams makkelijker dan Nederlands? Is het systeem waarmee buitenlanders de taal leren anders dan bij ons? Is er in België een duidelijker verplichting om de taal van het land te leren dan hier? Dat zou ik best eens willen weten.

Ik vind het erg leuk om te horen: zo’n van oorsprong duidelijk niet-Belg met een sappige Vlaamse tongval. Tja, de onderwerpen waarover ze om commentaar wordt gevraagd zijn doorgaans niet zo vrolijk in België, dat dan weer wel. Behalve Robbie McEwen dan, die klapt alleen maar over den Tour……


Onbetaalbaar moederbord……

We waren gisteren op bezoek bij een oud-collega, die we zo’n jaar of zes niet hadden gezien. In zes jaar kan er veel veranderen dus was er ook ongelooflijk veel bij te praten. Haar ouders zijn in die tijd overleden en ze vertelde over de best moeilijke laatste jaren.

En ook over het opruimen van het ouderlijk huis. Bij de steeds terugkomende vraag “wel of niet wegdoen?” van spullen waar toch herinneringen aan vastzaten, gaf dat de nodige problemen. Dat lang niet alles geschikt is voor de Kringloop weet iedereen die zo’n karwei al eens bij de hand heeft gehad. Foto’s en persoonlijke brieven blijven uiteraard wel bewaard, maar huisraad wordt geschift in “nog bruikbaar” en “rijp voor de stort”. Je bent, praktisch gezien, bezig een heel gezinsleven weg te gooien en dat moet ook, want als zodanig is dat voorbij.

Onze collega zat op een gegeven moment met een bord in haar handen, gebarsten en gelijmd, waarop haar moeder, ondanks dat ze in het bezit was van een mooie gebaksschaal, áltijd haar baksels presenteerde en daar niet van af te brengen was. Er was twijfel, er waren herinneringen, maar allez, het moest toch maar naar de Kringloop. Eenmaal thuis eigenlijk wat spijt, maar nou ja, gedaan was gedaan.

Een paar weken later bezocht ze de Kringloopwinkel waar ze bij binnenkomst in een vitrine haar moeders bord zag staan. Alsof het op haar wachtte. Natuurlijk heeft ze het teruggekocht. Bij de balie hoorde ze, dat het zo goedkoop was omdat er een barstje in zat. Het was dus kennelijk nog een bijzonder bord ook.

Dat wil ze nog wel eens uit laten zoeken, maar belangrijk is dat niet. Het meest bijzondere is toch eigenlijk wel, dat het bord nu prominent in haar huis staat. Dat is vanwege een andere waarde dan een geldelijke. Die omzwerving was daar kennelijk even voor nodig. Eigenlijk moet je met zoiets metéén je gevoel volgen…..!


Tour…..

Hij draait weer, de Tour. Na de nodige startproblemen met die dopingtoestanden, zien we wel weer blije winnaars aan het eind van de dag. Ik snap niet veel van wielrennen. Ik denk: zo hard mogelijk fietsen en wie d’r het eerst is, die wint. Maar zo schijnt het helemaal niet te gaan. Er is sprake van tactieken, nou, en dat snap ik dus niet. Je hebt knechten en die moeten dan rijden voor iemand anders, heb ik begrepen. Mogen niet zelf proberen te winnen. Dat is toch zot? Ze hebben geprobeerd het me uit te leggen, maar dat was tevergeefs. Ik zie het wel in Parijs.

Wat ik mooi vind hier in de buurt: er wordt vooral in de vooravond en in het weekend veel wiel gerend in deze mooie omgeving. Zo’n hele sliert stoere mannen in dezelfde shirtjes met z’n twaalven tegelijk zo hard mogelijk fietsen. Ik vind het een prachtig gezicht.

Ha, ik hoor in het verslag van de Tour iets leuks! Een verslaggever vertelt hoe een Duitse wielrenner vanmorgen langs een Hollandse collega liep en grijnslachend zei: “Ohne Holland fahren wir nach Berlin!”, waarop de Hollander antwoordde: “Ohne Ullrich fahren wir nach Paris!”. Tableau.

Mijn vader had vroeger een accountantskantoor. Als tiener werkte ik er wel eens als vakantiebaantje en kreeg dan allerlei karweitjes te doen waar men niet aan toe kwam. Zo ben ik een keer “gedetacheerd” geweest bij een groothandel in fietsonderdelen voor profwielrenners. Ik moest er bonnetjes op datum leggen en in mappen doen, zoiets dus. Maar de beroemde wielrenners van die dagen Wim van Est, Hein van Breenen, Woutje Wagtmans, Gerrit Voorting en zo liepen daar “in het wild” rond en dat vond ik wel mooi. Interessanter dan die bonnetjes. ’n Jaar of zestien was ik. Van toen stamt mijn interesse voor wielrennen, denk ik. En het komt ook door Theo Koomen natuurlijk die, vooral als er geen moer te melden viel, van een schapenwolk een onweersbui kon maken in zijn verslag. Dat was ook wel nodig want het is een saai eind fietsen, hoor, zo’n etappe. En dan te bedenken dat ze nog helemaal Frankrijk rond moeten.Nou ja, eerst maar even naar Valkenburg……


Dorpsbal……

Onze jongste dochter woont in Beekbergen en daar boft ze mee, want Beekbergen is een erg leuk dorp. Niet alleen voor de toeristen die er dezer dagen in grote hoeveelheden rondlopen en-fietsen, maar ook voor de dorpelingen zelf. Ik was gisteravond bij de finalewedstrijden van het Straatvolleybaltoernooi, waaraan zo’n 750 (!) mensen meededen. In leeftijden van 4 tot 68.

Onze oudste kleinzoon was er de hele week al druk mee. Trainen en de voorwedstrijden. Hij is al zes en een serieuze sporter. Bij de teams van de volwassenen zat er op zo’n hoge stoel een echte referee met een scheidsrechtersfluit en bij de kleintjes waren er vaders, moeders en schooljuffen die die taak vervulden. Ook met fluit.De wedstrijdleiding gebruikte de “bel” van het schoolplein, dat achter het terrein waar de volleybalveldjes waren uitgezet ligt, om het begin, de wissel en het eind van de wedstrijden aan te geven. De organisatie liep als een trein.

Voor de jongste deelnemertjes waren de spelregels enigszins aangepast: bij het laag opgehangen net moest de bal eroverheen gegooid worden en wie aan de andere kant de bal opving, nog moeilijk genoeg als je zo klein bent, had een punt voor zijn ploeg verdiend. Bij niet-vangen moest de bal naar de andere partij. Het fanatisme was groot!

De kinderen hadden T-shirts aan met hun naam erop en de naam van hun ploeg. Die teamnamen waren ontleend aan computertermen. Zo zat onze kleinzoon Stijn in de “Page Up”-combinatie. Nou, en verder waren er Deleters, Shifters, Breakers, F12-ers enz.

De Page Uppers deden enorm hun best en zoals Bas, het vriendje van Stijn na afloop zei: “We hebben gewonnen! We zijn zesde!”. Van de zes ploegen dus. Kijk mensen, dat is de ware geest. De Coubertin zei het al: “Meedoen is belangrijker dan winnen”. Of je nou op de Olympics bezig bent of in Beekbergen.

Het was echt enig om erbij te zijn. Mooi weer, ’n leuke, gezellige sfeer en zóveel enthousiaste sportievelingen, je wordt er blij van. En de prijzen? ’n IJsje voor alle kleine “winnaars” en ik dacht dat er ook een wisselbeker was voor de grote winnaars, die natuurlijk volgend jaar weer verdedigd moet worden. Mensen die zoiets organiseren zijn trouwens voor mij de echte winnaars…….!


Zzzzzzz…….

In de Kampioen, het blaadje dat u toch nooit leest, maar ik wel, hadden ze het deze keer over het feit, dat mensen achter het stuur in slaap vallen. En hoe dat dan komt en vooral wat de gevolgen zijn. De mensen, die aan het woord kwamen in het artikel, waren daartoe in ieder geval nog in staat. Het was allemaal nog redelijk goed afgelopen als je de total losses van het rijdend materieel niet meerekent.

Als je leest dat mensen in één ruk van Spanje naar huis rijden verklaar je ze natuurlijk wel voor enigszins gestoord. En ze zullen het ook nóóit meer zo doen dat is wel duidelijk. Het had ook bijna niet meer gehoeven als je de bijbehorende foto’s ziet.

In het dierenrijk is slaap heilig en dat zou het in het mensenrijk ook moeten zijn. Zodra je wat voelt in die richting: hup, plat! Dat dat niet altijd kan weet ik ook wel. Vergaderingen, oninteressante (studie)lectuur, een zware lunch, concerten waar iemand mee naar toe moet, terwijl ie helemaal niet van klassiek houdt, allemaal uitstekende slaapverwekkers. Saaie voetbalwedstrijden ook trouwens. Slaap ik uitstekend bij in.

Mijn man had dat vroeger schaamteloos in de kerk tijdens de preek. Wij gingen destijds naar een kleine kerk, in de winter met suizende gaskachels en waar de klapstoelen op zo’n stang per rij aan elkaar geregen zaten. Ik probeerde mijn gelovige door hem regelmatig zachtjes aan te stoten bij de les te houden, maar dat viel niet mee. Hij klapte regelmatig met zijn hoofd voorover, waarna hij geschrokken rechtop schoot en heel geïnteresseerd ging doen. Maar die schok ging door die hele rij stoelen. Mensen gingen dan kijken hoe dat kwam en zoiets komt de aandacht en devotie niet ten goede. Later was ie slimmer en ging op de stoel van de koster zitten. Achterin. De koster zong namelijk mee in het kerkkoor en had ‘m toch niet nodig, die stoel. Ik was zelf bij dat koor betrokken dus kon hem niet wakker houden. Het kerkbezoek is een beetje over dus het probleem is er niet meer .

Ik las trouwens laatst een artikel over narcolepsie. Dat is pas lastig, zeg! Zomaar in slaap vallen op plekken en bij bezigheden waarbij je dat niet gebruiken kunt en daar dan geen stuur over hebben. Dat is geen uiltje knappen meer en soms ronduit gevaarlijk. Slapen is een raar fenomeen, noodzakelijk voor mens en dier en als je er op wat voor manier problemen mee hebt: te veel, te weinig of helemaal niet dan beïnvloedt dat je leven behoorlijk. Daar helpt meestal zelfs een Hästens niet bij. Dan lig je sowieso wakker van de prijs……..