Toen ik van de week even in het ziekenhuis moest zijn bleek, dat ik een nieuw identiteitskaartje moest laten maken. Het oude ponsplaatje is afgeschaft, ik heb nu een persoonlijke streepjescode. Net als het pakje boter in de super. Het voelt niet anders, maar het is weer een stukje Big Brother.
Ik moest even wachten bij de balie waar een en ander geregeld moest worden. Voor mij was een Turkse grootvader met zijn kleindochter aan de beurt. De man begreep niets van wat de baliemedewerkster zei en de kleindochter van hooguit vijf, die zo klein was, dat ze een stapje achteruit moest doen om die mevrouw te kunnen aankijken, moest als tolk dienen. Dat ging haar geroutineerd af en eigenlijk werd alles door die kruimel geregeld. Ze moesten naar de kinderarts dus ze was nog zelf de patient ook.
Opa legde zijn hand op het hoofdje van zijn kleinkind en glimlachte naar haar. Wat de liefde betreft zat het helemaal goed, maar het had toch iets triestigs eigenlijk. Zo’n kleine hummel in dat grote ziekenhuis met een opa die zich qua Nederlands zelfs niet een klein beetje kon redden, want hij snapte er echt niks van. Verdorie, heeft ma Verdonk toch wel gelijk met haar integratie-Nederlands……

