Nu eens ’n niet besteld pakket…..!

Onze jongste zoon, die al sinds februari niet meer op zijn werkplek in Amsterdam is geweest, maar vanuit zijn Utrechtse huis toch ‘gewoon’ zijn werk doet, weliswaar zijn collega’s ‘ziet’ maar dus niet meer lijfelijk ontmoet en daar baalt hij best wel van , kreeg gisteren van zijn baas een “Herfstpakket” bezorgd.

Als waardering voor het feit dat ie, ondanks de moeilijke toestand, samen met die collega’s in dezelfde omstandigheden, toch zorgt voor een vrijwel normale voortgang.

Op zijn beurt waardeert hij deze verrassing enorm. Er zitten allemaal lekkere dingetjes in het cadeau, waar een thuiswerker wel wat mee kan!

Baas van het Jaar, toch…..?


Een warme hand…..

Nee, die krijg je niet meer tegenwoordig. Een bonkige elleboog kun je krijgen! Ik was gisteren weer even bij mijn buurvrouw van 89. Ik breng haar dagelijks de krant als we die uit hebben. Ik heb haar achterdeursleutel en toestemming om die te gebruiken. Ze heeft de deur op slot en als alleenwonende is dat natuurlijk verstandig.

Ik ga niet elke dag naar binnen. Dan leg ik de krant op een bankje onder haar poort. We horen haar bezig in huis en ze komt altijd even vertellen als ze wat langer weg gaat, want ze rijdt nog prima in haar bejaarde autootje, dat goed onderhouden wordt, want ze behoort tot een “autofamilie”. Dat zit allemaal goed in elkaar, net als zij zelf trouwens.

Ik ben wat jonger en vind het eigenlijk wel aardig dat er ook eens iemand ouder is dan ik! We praten regelmatig over onze lastige ouderdomsverschijnseltjes maar lachen er over als we allebéi last van hetzelfde blijken te hebben. Ze heeft trouwens zorgzame kinders net als wij en is, al is ze alleen, dus niet eenzaam.

Ze vertelde, dat ze wat oude gouden sieraden had, geërfd van diverse nóg oudere familieleden, en dat spul had ze vanwege de gunstige goudprijs maar eens verkocht. De opbrengst van een en ander had ze verdeeld over de kinderen, want, zei ze: “Het is leuker iets te krijgen uit een warme hand, dan uit een koude ! ” Vond ik ’n mooi gezegde…..


Mistig…..

We gingen gisteren even wat boodschappen doen, mijn zoon en ik, en we namen ieder een mondkapje mee. We wisten niet wat de supermarkt van onze keuze had besloten ten aanzien van hun indoor handelsverkeer. Je zal als klant toch geweigerd worden bij de voordeur! We hadden ons dus goed voorbereid.

Nou, niks aan de hand, hoor. Het personeel liep er in ieder geval onbekapt bij en we zagen wel, dat heel veel klanten zich toch van een mond/neusbedekking hadden voorzien. Dat deden wij toen ook maar.

Maar het is achter mijn oren nogal druk. Ik heb hoorapparaatjes, wel klein, maar toch, een bril wel lichtgewicht maar met pootjes die ook achter mijn oren moeten, dus het begon er al mee, dat ik een gehoording bijna verloor. Ik stopte die dus maar in mijn jaszak. En mijn bril begon te beslaan! Mist!

Nou had ik mijn adem in kunnen houden natuurlijk, maar de gevolgen daarvan zijn niet te voorspellen of eigenlijk wel. De IC van het Gelre Ziekenhuis. Ik zette mijn bril dus maar af. Mijn zoon, die ook brildragend is, had er ook wat last van, maar die heeft een ander model bril en een jeugdige ademhaling.

We maakten dus snel onze ronde door de supermarkt, waar de mensen doordat ze een mondkapje op hadden minder afstand hielden, was mijn idee. Maar ja, ik was slechterziend en halfhorend, dus dat kan ik me wel verbeeld hebben. Maar ik was blij weer buiten te zijn. Kapje af en bril op. Terug naar normaal. Voor mij dan.

Ik moet maar oefenen met dat mondkapje. Op internet stond al een tip, dat je je bril even moet behandelen met wat afwasmiddel. Dan beslaat ie niet meer. Niet in de vaatwasser. Nee jôh, zo mistig ben ik nou ook weer niet…..


Natuur…..

‘k Las in een artikel van een psycholoog, dat rondwandelen in de natuur een goede invloed heeft op je. Je wordt er rustig van, het is goed voor je humeur en het inademen van gezonde buitenlucht is ook nog eens goed voor je lijf en je geestelijke gezondheid.

En zelfs op de televisie kijken naar een programma over de natuur heeft al een dergelijke uitwerking. Je hoeft de deur niet uit, bij wijze van spreken. Hij adviseert je ook om een natuurafbeelding als achtergrond aan te brengen op je telefoon en je computer.

Ik weet van mezelf dat, als wij de tuin niet hadden gehad vooral die eerste maanden en we op die manier niet naar buiten hadden gekund en door de tuinstoelen ver uit elkaar te zetten de kinderen en kleinkinderen niet hadden kunnen zien, het moeilijker vol te houden zou zijn geweest. En door de struiken en bloemetjes, dus het gegroei en gebloei van de natuur. De vlinders en de bijen, de vogels ook, het was leuk om te zien allemaal. Inderdaad: daar word je blij van.

Maar als je zoals ik een foto van ons vakantieadres midden in de natuur in Cornwall als achtergrondje op mijn breedbeeld computer (ook dat nog !) heb, vraag ik me alleen maar af of we daar ooit nog zullen zijn. Voel ik spijt. Moet ik ‘m dan maar weghalen? Ben je gek, ik ben natúúrlijk optimistisch, hoor! Ik word erg rustig van die afbeelding. Bérustend eigenlijk…..


Koets…..

Dát vind ik nou es een goed idee, zeg! Als de Gouden Koets gerestaureerd is en klaar voor gebruik, om dan dat ‘gebruik’ achterwege te laten en het ding in een museum te zetten. Ik zou zeggen : …..en laat hem daar blijven!

Wie ‘m wil zien hoeft niet urenlang in allerlei oranje prullaria langs een Haags trottoir te staan op Prinsjesdag, maar kan gewoon tegen een redelijk bedrag op z’n eigen tijd naar het museum. Voordelig met de museumjaarkaart kan ook .

En wie ‘m nooit meer wil zien, vanwege de plaatjes die er op staan, gaat gewoon niet kijken. Heb je ook geen ergernis over onze niet te ontkennen geschiedenis. Die er, zoals in zoveel landen, nou eenmaal is.

Die koets is ook niet nodig, toch? Hier op Het Loo staat vast nog wel een koetsje van overgrootoma. Of desnoods nemen Willem A. en Máxima op Prinsjesdag even een taxi naar de Ridderzaal…..


Humor…..

‘k Ben er mijn hele leven al van overtuigd geweest, dat je met humor eventuele moeilijkheden kunt oplossen, kunt voorkómen zelfs of in ieder geval wat minder zwaar kunt maken en, niet onbelangrijk, kunt relativeren tot te begrijpen proporties.

Je komt helaas ook wel eens iemand tegen, die geen humor heeft of in ieder geval jouw humor niet begrijpt. Daar kun je behoorlijke missers mee maken. En dat kan ook boosheid veroorzaken, waar jij dan weer niks van snapt. Kortsluiting dus. Heb ik in mijn werk wel eens meegemaakt en dan werd mij verweten geen begrip te hebben voor de situatie. Kwam wel weer goed, maar toch. Leermomentje.

Ik weet wel, dat in de oorlogstijd, toen ik dus een jong kind was, in ons huis toch veel gelachen werd. Terwijl het tijdens de bezetting allemaal niet zo gezellig was. Ik woonde toen in Amsterdam en of het nou kwam doordat Amsterdammers doorgaans best wel humor hadden (hebben?), de Amsterdamse tramconducteurs hadden de naam leuk uit de hoek te kunnen komen bijvoorbeeld, mensen zochten elkaar wel op, ondanks alles. Zo kreeg ik het als kind tenminste mee.

Bij ernstige gebeurtenissen zie je het ook vaak. Dan verschijnen er plotseling ‘grappen’, ‘woordspelingen’ en zo, soms niet zo geslaagd, maar wel relativerend en humoristisch bedoeld. Daar komt dan reactie op natuurlijk, want niet iedereen snapt de humor ervan en het doel, maar het leidt toch af van de zwaarte van het feit op dat moment.

Zo las ik gisteren een rouwadvertentie van een meneer van 93. Zijn hele familie betreurde natuurlijk zijn heengaan op die respectabele leeftijd. Onder de advertentie stond, dat Pa was gaan doen, wat hij al tijden had gezegd: “Ik ga kleiner wonen.”…..


Aantal…..

Kan iemand mij uitleggen waarom er in een rol beschuit altijd 13 zitten? Ik vind dat een raar aantal. Ja, okay, er zijn ernstiger dingen om je druk over te maken, maar wij eten vaak beschuit-met-aardbeien. Dat kost dan een hele rol . Moet je d’r altijd een verloten of zo. Of iemand extra gaan bevoordelen. Mijn zoon dacht, dat de fabriek er een extra in deed als goedmakertje bij breuk. In welk Bolletje zou die gedachte zijn opgekomen…..?


De dagelijkse dingen…..

Die stellen niet zoveel voor hier in huis. Het hoogtepunt van de dag is even boodschappen doen. Voorts de keuze naar welke supermarkt we gaan, mijn zoon en ik. Met ieder een winkelwagen. De mijne blijft dan leeg, want ik ben mee als versiering en om af te rekenen. I follow the leader. We hebben dan al overlegd wat er moet komen.

Soms komen we iets tegen dat niet op het lijstje staat, dat is dan een uitspatting. Snacks of ijs of zoiets. Wij houden dus een winkelwagen afstand. Tussen ons beiden, want over de rest van het winkelend publiek heb je geen zeggenschap natuurlijk. En ik loop voor gek met mijn lege kar. Kan me niet schelen, hoor. Als ze maar uit mijn buurt blijven. Er zijn winkels waar dat keurig gebeurt en daar ga je heen om die reden.

Ik wil niet ziek worden, hoewel ik nu een blaasontsteking blijk te hebben. Aan het licht gekomen na een jaarlijkse bloedprikactie. Nou héb ik een paar weken geleden voor het eerst van mijn leven een korte broek gekocht ! Best een degelijke, maar ja wel korter dan voor mij normaal. Ik moet nu vier pillen antibiotica slikken per dag. Vijf dagen lang. Ik had nergens last van en nog steeds niet, maar moet ‘de kuur’ wel afmaken. De mevrouw van de apotheek deed heel streng. En dan wordt er bij de dokter getest of die geholpen hebben. Spannend, hoor.

Verder is ons leven niet zo opwindend. Blij ben ik, dat onze buurvrouw van 89 weer gezond terug is uit Engeland en over hetzelfde dat onze oudste dochter met haar gezin weer terug is, ook gezond, van haar Griekse eiland-vakantie. Wel met een vliegtuig dat stampvol zat. Niks afstand of zo. Mondkapjes weet ik niet zeker, maar toch.

We zorgen maar voor de tuin, die er best aardig uitziet en het huis, dat er best netjes uitziet. Niet overal, maar dat was al zo. We doen maar gewoon de dagelijkse dingetjes. We eten lekker en kijken televisie naar uitzendingen uit het jaar kruik, alle Engelse quizen die we ooit al es gezien hebben, detectives met acteurs, die vaak al zijn gaan hemelen. En het nieuws gaat toch alleen maar over corona en de maatregelen, die de een wel bevallen en de ander niet. Bovendien lees ik op mijn telefoon precies dezelfde tekst, die de nieuwslezer(es) uitspreekt. Dat hoeft dus verder ook niet.

Films, die ik vaak al (lang geleden) gezien heb, maar toch weer deels vergeten ben. Geen bezwaar, al vindt onze zoon dat maar raar. Gelukkig heeft hij nog heel veel andere dagelijkse dingen te doen, die interessanter zijn, dat heb je in zijn branche, waar het druk is, dus we zitten elkaar niet in de weg. En mijn kloris heeft een prachtig nieuw leesapparaat, waarop hij in braille een paar honderd boeken heeft en hij leest dus veel en graag. We vermaken ons wel dagelijks. Maar of en wanneer het weer een beetje ‘normaal’ , hoewel nooit meer als voorheen, wordt? Geen idee…..


Lawaai…..

Het is superstil in onze buurt. Geen kind te horen. Geen langsfietsende scholieren en er zijn toch veel mensen met vakantie gegaan. Onze naaste buurvrouw zelfs naar dat enge Verenigd Koninkrijk. Voor een weekje in een hotel. Wij passen op het huis, want wij verblijven in Achtertuinia, waar het heel rustig is, van alles groeit en bloeit en het weer is er prima. Met een barbecue erbij ook gezellig. Het is er ook best goedkoop en de bediening is perfect.

Soms scheurt er wel eens een motor door de straat, dat schijnt niet anders te kunnen, omdat het geluid deel uitmaakt van het plezier dat de berijder aan zijn rit beleeft. Ik las dat op diverse plaatsen hele motorclubs tegelijk dat plezier willen beleven en dat zoiets voor veel overlast zorgt. Als je nou net aan wat meer stilte gewend was in de natuur bijvoorbeeld, is dat moeilijk te verteren.

We horen zo nu en dan een helikoptertje, maar weinig tot geen vliegtuigen. Vanmorgen even de sirenes van de maandelijkse alarmcontrole. Daarna weer de serene rust. Wij rijden sinds twee maanden elektrisch rond. Dat is ook stil. Afhankelijk van het wegdek, hoor je de banden soms, maar van de aandrijving van ons voertuig hoor je niks. Onze vorige auto op benzine was ook rustig, hoor. Maar zo’n elektrieke is nog rustiger. Daar wen je snel aan.

Ik denk, dat het over een paar weken wel een beetje over zal zijn met de stilte. Er zijn veel auto’s weg en mensen weg. De herriemakers zitten nu op plekken waar het normaal stiller is. En daar zijn de mensen juist blij met ze! Ach, zo krijgt iedereen het zoals ie het graag verdient. Met de nadruk op dat laatste…..!


Je maintiendrai…..

“Ik zal handhaven…..”. Onze Nederlandse wapenspreuk sinds eeuwen. En daar gaat het over dezer dagen. Dat dat niet gebeurt. Er worden regels opgesteld, maar er wordt te weinig gekeken of die ook worden gevolgd.

Daar zijn allerlei redenen voor. Voornamelijk doordat er aan de ene kant te veel mensen zijn, de oorzaak dat er aan de andere kant geen beginnen aan is voor handhavers. Waar begin je in een volle winkelstraat met toeristen? Want de Nederlanders houden zich voor tachtig procent aan de regels, las ik.

Daar geloof ik trouwens niks van. Anders kwam er geen hele kroeg met besmettingen in het nieuws. En was er niet zo’n verontrustende stijging van het aantal virusslachtoffers dat zich laat testen. Dat komt toch ergens vandaan.

Wij waren gisteren voor het eerst sinds maanden op bezoek bij mijn jarige zus. We gingen er heen met een taxi, die mijn kloris tegen rereduceerde prijs mag bellen als blind persoon met een landelijk pasje , wanneer hij ergens heen wil. Ik mag dan mee als zijn begeleider. Elk nadeel enz……

Er werd ons wel een mondkapje bevolen, want het was openbaar vervoer. Wij houden ons aan de regels dus dat ging op. Ik word er ’n beetje benauwd van, maar wat moet dat moet. Regels zijn regels. Maar….we hadden een chauffeur zonder mondkapje, we waren de enige passagiers en het was een ‘gewone’ taxi.

De chauffeur zei: “Van mij hoeft ’t niet, hoor! Ik ben gezond, u bent gezond, daar gaan we! óp naar Ede. U moet me even de weg wijzen, want de navigatie stuurt me hier de wijk in, dat lijkt me niet goed.” Dat klopte ook. We waren dus ook nog nuttige passagiers. Het werd een heel gezellige rit. De chauffeur was een leuke, humoristische man uit Gouda, die er al heel wat ritten door het hele land op had zitten die dag. “Dat vind ik leuk”, zei hij.

Mijn zus vond het leuk dat we er waren na zoveel tijd en in levende lijve. Ze was blij met de planten voor het balcon en het boek “Vijfenzeventig” van Yvonne Keuls. Want dat werd ze, mijn zus. Het was erg gezellig. Mijn zwager had lekkere soep en broodjes. Niks mis mee allemaal.

Toen we terug gingen naar Apeldoorn troffen we weer een taxi, waarbij we de enigen waren, maar wel met een gemondkapte chauffeur, dus dat was ook voor ons reden om ze maar op te doen. Ik smokkelde een vinger ertussen voor wat meer lucht en de rit was niet zo lang, dus het ging best.

Deze chauffeur was wat minder tot praten te krijgen, maar hij vertelde naar aanleiding van onze naam toch, dat hij kerkorganist was en wel eens een dominee had getroffen die ook zo heette. Nou, dat kan. Muzikanten en iets christelijks zit er bij ons wel in. We weten niet precies waar, maar dat hindert niet. Maar dit was dus een gehandhaafde rit, zeg nou zelf.

Handhaven doen ze in Apeldoorn wel, hoor! Als je in de stad je fiets zomaar ergens neerzet, terwijl overal staat dat je ‘m in de gratis fietsenstalling moet zetten, wordt ie, zelfs als hij met een ketting aan een lantaarnpaal zit, losgeknipt en in die stalling neergezet, waarna je hem pas voor 25 euro weer mee kunt krijgen. Eerst kon je hem gratis weer ophalen, maar dat losknippen en vervoeren kost ook geld, dus dat is veranderd.

Wat wel heel raar is: er staan nu praktisch nieuwe fietsen en zelfs een elektrische ( met accu) die helemaal niet meer werden opgehaald. Dat is toch gek, maar ja, dat is je fiets niet in een GRATIS stalling zetten natuurlijk ook …..