Voorbereidingen…..

voordat het zover is......

Aan het eind van deze week gaan we met vakantie, vrijdag om precies te zijn. We gaan een week, dus niet zo heel lang, maar toch moet er nog zo het een en ander gebeuren. Op de laatste dag snel iets in een koffer gooien dat is niks voor mij. Ik doe er dagen over om dingen bij elkaar te leggen, te wassen, te strijken. We gaan met onze eigen familie en die weten toch wel hoe je er normaal bijloopt dus een modeshow hoeft ’t niet te worden, maar toch. Wat lekker zit moet lekker mee.

Vader zorgt voor de techniek. Radio-cd-speler, wat gezellige cd’s, de mobiele telefoon, accu’s, de video-en de fotocamera, hoewel de rest van de familie ook allemaal geavanceerd spul heeft op dat gebied, dus vereeuwigd zal deze vakantie wel worden. Er zal nog wel een laptopje meegaan, want zonder kunnen ze toch niet en dat is ook wel handig voor de foto’s.

En dan moeten we het huis nog doen, want mijn buurvrouw komt de post en de plantjes doen en die is zeer netjes van aard. Voor haar speurend, alziend en niet luikend oog wil ik niet afgaan. Dat zou me helemaal niks moeten kunnen schelen, maar dat is nou eenmaal niet zo. Dat heb ik van mijn moeder. Die werkte zich elke week de dag voordat de werkster kwam te pletter, want “wat moet dat mens wel denken!”. Daar was niet tegenop te redeneren en ik herken dat wel. Nou ja, dat moet deze week dus nog allemaal. De bandenspanning van de auto moet ook nog even geregeld, want ze zijn te zacht, die banden. Maar dat kan ik wel uitbesteden.

Ik maak in tijden als deze altijd lijstjes om niets te vergeten, want ik denk ook altijd, dat het mijn schuld is als er iets vergeten wordt. Ook als het mijn verantwoordelijkheid helemaal niet is. Knap stom, hè? Tsja…….


’n Goede gedachte…….

zou je er ook een stoepje mee weg kunnen denken?

Spaanse en Zwitserse techneuten hebben een rolstoel ontwikkeld, of zijn daar in ieder geval mee aan het experimenteren, die door middel van gedachten kan worden bestuurd. Het kost twee dagen trainen, zeggen ze, voordat je het, indien aanwezig, onder de knie hebt. Je krijgt een soort electrodenhelm op je hoofd, die registreert wat je hersenen bedacht hebben en die plannen doorgeeft aan een computertje.

Je moet geen warhoofd zijn, want dan wordt het niks. Naar de bakker? Dan ook naar de bakker en niet naar de kroeg. Je moet rechtlijnig kunnen denken, anders lig zo in de plomp. En bij ruzie met je schoonmoeder blijf je misschien wel rondjes rijden, want daar kom je natuurlijk nooit uit! Gevaarlijk ding, hoor, zo’n helm. Het staat allemaal te lezen in de New Scientist, die deze week verschijnt.

Ze hebben, vooral in Japan, ook nogal eens geëxperimenteerd met geleidehonden, die electronisch konden worden “bestuurd”, maar dat is niet veel geworden, geloof ik. We hebben er tenminste nooit meer iets van gehoord. Een direct “lijntje” van baas naar hond, te koop in de dierenwinkel, werkt nog altijd het beste. “Ga je mee naar huis, Cesar?”. Moet je kijken hoe goed ie de weg weet, vooral tegen etenstijd…….!


Jijen en jouen…..

Van de week zagen we op het Jeugdjournaal een onderwerp over een school, die na de vakantie gaat invoeren, dat de leerlingen hun juffen en meesters weer gaan aanspreken met “u” en niet langer bij de voornaam. Tussenoplossing om d’r aan te wennen was, dat de voornaam nog wel gebruikt mag worden, maar dan met de toevoeging van “juf” of “meneer”. Dus Anneke wordt juf Anneke en Kees wordt meneer Kees. En “u”. Ze deden er trouwens een beetje lacherig over, terwijl het best serieus bedoeld was.

Dit alles dan om weer respect te brengen in de verhouding tussen leerling en leerkracht. Iedereen eens even op de plaats te zetten waar hij hoort: de meerweter tegenover de minderweter. Het voorbeeld, dat genoemd werd, dat kinderen van een jaar of zes, zeven tegen de directeur van hun basisschool, die Cor heet, “há, Corretje!” roepen als ze ‘m zien, vond ik wel tekenend. Ik vind het niet slecht, een beetje structuur om zoiets recht te zetten.

Hoewel ik nooit “u” heb hoeven zeggen tegen mijn ouders en onze kinderen ook niet tegen ons, heeft het ons nooit ontbroken aan respect, bij mijn weten. Maar dat was wederzijds. We hebben altijd geprobeerd om er vrije geesten van te maken, hoewel we het ook wel eens niet eens waren met die geesten, hoe geestig ze het ook brachten!

Gisteren waren we even bij mijn jarige zus. Heerlijk weer, gezellig buiten, hapje en drankje en binnendruppelende visite. Búitendruppelende visite. Een huisvriend van de familie, twintiger, gezellige prater, zei tegen ons: “Ik mag wel “u” zeggen, hè?”. Ik weet niet of het een grapje was of dat ie even wou “plaatsbepalen”, we kunnen zijn grootouders zijn tenslotte, maar ik vond het wel geinig klinken. Normen en waarden, net wat u zegt…..!


Schone schijn……

mooi, hè....?

Elke morgen lees ik mijn man de regionale krant voor. Kopje koffie erbij, gezellig. Het “grote” nieuws hoort ie wel op de radio of leest het op www.nu.nl ,dat zo perfect is vormgegeven voor iemand met een brailleleesregel, dat hij dat moeiteloos volgen kan.

Maar of het nou aan het weer ligt, aan de tijd van het jaar of gewoon aan de tijd van nu (zonder punt nl): ik vind vrijwel alleen ellende om voor te lezen. Berovingen, verdrinkingen, vechtpartijen, ongelukken, agressieve mensen, inbraken en zo maar voort. Weinig leuks eigenlijk, hoewel hij die ellende allemaal wel horen wil!

Als je braderieën, oude-ambachtenmarkten, klompendansen, wildspeurtochten, orgelconcerten, fietstochten, wandeltochten, openluchtconcerten van de harmonie en dat soort dingen leuk vindt, dan is er genoeg te doen hier. In Apeldoorn “Lumido” bijvoorbeeld, al voor de 50e keer in Berg en Bos. Een klank- en lichtspel en het schijnt dit jaar erg mooi te zijn.

Waar ik wel van opkeek: ze verspreiden in de “Laan der Verliefden”, ja, ja het is superromantisch allemaal!, synthetische geuren van rozen en mint. Voor de juiste ambiance. Mensen, dat heb je toch niet nodig op een zwoele zomeravond! Rozengeur en manenschijn moet puur natuur zijn. Nou moet je dat maanlicht er even bijdenken, geloof ik, maar dat met die geuren vind ik een beetje teveel “schijn”.

Maar liever dát nog, dan lezen over een huis, dat op klaarlichte dag wordt leeggehaald door mannen met een aanhanger, omdat de bewoners op vakantie zijn. Of jongens, die mekaar in elkaar slaan als weekendtijdverdrijf….maar, crimineel, wat is het héét!


Kóffie, thee, limonade…..!

wij hebben een crèmekleurige....

Vanmorgen, onder het genot van een kopje Senseo, vroegen we ons af of je ook thee zou kunnen zetten op de senseo-manier en kregen we het over het verschil tussen koffie- en theedrinkers. Want dat is er. Je hebt mensen, die alleen maar thee drinken en dózen vol verschillende theeën hebben, je hebt mensen, die zowel koffie als thee drinken en dat dan op verschillende uren van de dag en je hebt mensen, die alleen maar koffie drinken en nooit thee.

Ik ben zelf meer van de koffie dan van de thee. Die koffie mag stevig zijn, niet teveel melk en met suiker. Ik héb ’t anders geprobeerd in tijden dat ik me nog iets aantrok van mijn contouren, maar daar werd ik alleen maar chagrijnig van en dat kan niet de bedoeling zijn van een gezellig kopje koffie. Ik kan en wil er niet aan wennen. Ik heb zwart drinkende mensen in mijn omgeving en die zijn verre van chagrijnig, dus het moet wel kunnen, maar niet voor mij. Bovendien vind ik het wel gezellig klinken: “Doe mij maar alles d’r op en d’r an!”.

Thee drink ik zo nu en dan en ik vind het dan best lekker, maar ik kick er niet op en als ik de keus heb kies ik voor koffie. Terwijl ik óók die bakken vol theesoorten in huis heb, dus daar ligt het niet aan. Mensen die alleen maar thee drinken en geen koffie, hebben het geduld om te wachten, denk ik. Want thee moet trekken en daar moet je tijd voor uittrekken, voor dat trekken.Ik geloof niet, dat het iets zou worden met zo’n thee-Senseo, want de kracht van het apparaat is toch, dat je nauwelijks hoeft te wachten en dat past bij deze tijd. Het drinken van thee is in China, Japan en ook nog op andere plekken in de wereld niet voor niks een ritueel, een ceremonie zelfs. Dat is toch wat anders dan de koffie bij het tankstation of MacDonalds.

Theedrinkers calculeren de tijd die het wachten op de juiste sterkte kost in. Denk ik. Heb ik dat mis en zijn er ook óngeduldige darjeeling-, earl grey-, pekoe-, assam-, ceylon-, chinese-, breakfast-, afternoon-, rooibos-, lotus-, pepermunt-, groene-, rozebottel-, bosvruchten-, kaneel-, citroen-, zomer/herfst/winter/lente- theedrinkers? En waarom heet een theedoek een theedoek en geen koffiedoek? En is er eigenlijk thee na de dood…..?


Melig…,

leerzaam...

Een aardige bezigheid als het te warm is om echt actief te zijn, je eigenlijk niet zoveel te melden hebt, want er gebeurt niks, maar je wilt toch wat: het woordenboek openslaan en bij het woord, dat bovenaan de bladzijde staat, opschrijven wat het eerst bij je opkomt.

Het eerste woord: “brommer”. Dan denk ik aan die jongen uit een Veluws dorp hier vlakbij, die zijn brommer zó kunstig had opgevoerd, dat het bij controle niet te zien was. Er was een erg technische agent voor nodig om de jongen en zijn brommer te ontmaskeren. En die rotscooters rijden inderdaad veel te hard en het is goed dat ze die opvoersetjes uit de handel nemen. Aan de andere kant vind ik het wel knap gedaan van die knul. Ze moeten mij maar geen kinderen meer laten opvoeden.

Mijn tweede woord: “denier”. Gôh, is dat niet iets met nylonkousen? Even naar de betekenis kijken: “gewichtseenheid per bepaalde lengte van synthetische vezels’. Zie je wel, dat had met de doorzichtigheid van de kousen te maken. Ik heb meegemaakt, dat mijn opa vlak na de oorlog uit Amerika de eerste nylons meebracht en een kennis van ons had een reparatiebedrijfje voor het ophalen van de ladders, die er erg gauw in kwamen. Revolutionair toen, hoor, die nylons!

’n Ander woord: “inktlap”. Há, dat is voorhistorisch, zeg! Dat deed je op de eerste handwerkles, een inktlap maken. Een stapel vierkante lapjes knippen en dan in het midden een knoop erop naaien. Kon je je kroontjespen eraan afvegen na het schoonschrijven. Een woord alleen nog voor in het woordenboek.

Nou, nog ééntje: “strekel”. Nog nooit van gehoord. Wat betekent het? “Gereedschap om de zeis te scherpen”. Het is lang geleden, dat ik iemand met een zeis heb zien werken. Vroeger maaiden ze de bermen altijd met een zeis. Ten eerste maaien ze tegenwoordig de bermen nog nauwelijks en dat vind ik vanwege de vele wilde bloemen een erg goed idee en, áls ze het doen, gaat dat meestal met zo’n zitmaaier, waar je je als automobilist een ongeluk van schrikt als zo’n maaivogel plotseling de rijweg dreigt op te komen en het dan nèt niet doet! Je moet trouwens wel Hein heten om een zeis te mogen hanteren.

Nou, ik hou op. Noemen ze dit nou een writersblock? Dat vind ik dan een knap stomme toestand……..


Wonderlijk toeval…..

is er meer tussen hemel en aarde....?

Op een kleine camping in Drenthe zijn een broer en een zus, die elkaar, wegens scheiding van hun ouders en gerommel in de familie, meer dan twintig jaar niet hadden gezien, elkaar tegengekomen. Ze hadden al vier dagen met hun tenten tegenover elkaar gestaan, elkaar iedere morgen op weg naar het washok vriendelijk gegroet zonder vleug van herkenning.

Doordat de “schoonzussen” met elkaar in gesprek raakten tijdens het wassen van de piepers en er wel erg veel gezamenlijke bekendheden waren, zei de vrouw van de broer:”Jij bent de zus van mijn man, dat kán niet anders!”. Ze zijn elkaar niet in de armen gevlogen, de broer en de zus. Gelukkig een normale reactie, het wás tenslotte wel even wennen na twintig jaar. Dat zie je bij “vermist”of “spoorloos” wel even anders, maar daar moet het zo opgeklopt, liefst mét tranen, vanwege de regie. Maar ik vind het wel bijzonder, die ontmoeting, de zus woonde ook nog in het buitenland. Een kleine camping, bij Center Parcs was het niet gelukt zoiets. Op de foto in de krant lijken ze ook echt op elkaar, dat maakt het nog geloofwaardiger allemaal. Een wonder? Of gewoon toeval?

Bij de KRO zijn ze op zondagavond ook weer eens begonnen met een programma over wonderen. Je moet wát met het teruglopend kerkbezoek. Yvon Jaspers presenteert het. Zo’n vijftien jaar geleden hebben ze ook al eens zo’n “wonderen”programma gehad. Dat was toen met Paul Haenen, die altijd begon door met zo’n “neuzig” stemmetje te vragen: “….en hoe lang is het nou geleden?”. En dan kwamen de meest wonderbaarlijke verhalen van allerlei mensen.

Ik heb er een onthouden van een electriciën, die in een hoge kerkzaal tl-buizen aan het installeren was. De vrouw van de koster kwam even kijken. Hij had de stellage om bij het plafond te kunnen komen nog niet gehaald en de vrouw vroeg: “Is dat nou niet vreselijk moeilijk, zo hoog met die buizen?”. “Nee, hoor”, zei de man, “dat doen we altijd zó!” en hij gooide er een richting plafond, precies in het armatuur en hij brandde ook nog. ’n Wonder dus en ook nog in een kerk.

Ik herinner me ook, dat er de nodige griezelige spookverhalen waren. Hersenspinsels of te verklaren natuurverschijnselen, toevalligheden, wonderlijkheden waren het allemaal. En veel mensen waren blij, dat ze dat sterke verhaal nou eindelijk eens kwijt konden. De familie kende het zo zoetjesaan wel.

Hè, ik beleef nou nooit zoiets. Ik trek geen wonderen aan, dat zal het zijn. Ben te nuchter, geen wonder dus…..


Vakantiebaantje……

relaxed...

Van tijd tot tijd houd ik mijn vaardigheden op het gebied van vergaderingen op peil door eens per halfjaar de notulen te verzorgen voor een vereniging van eigenaren van een serviceflat. Zo’n achttien jaar geleden mee begonnen, toen ik wel meer van die los-vaste baantjes had, en ze zijn kennelijk nog steeds tevreden over hoe ik het doe.

Ik krijg op z’n ouderwets cassettebandjes aangeleverd van de vergadering en die werk ik thuis op de computer uit in bruikbare taal. Heel relaxed, want niemand heeft haast. De volgende vergadering is toch pas over een half jaar en de leden hoeven de notulen pas kort voor die vergadering in de bus te hebben.

Deze week vond ik, dat ik er wel eens een begin mee kon maken, met mijn vakantiebaantje. Toen bleek, dat op het beginbandje van de vergadering een volledige stilte heerst, op zowel a- als b-kant. En nu zijn de meeste bewoners van het appartementengebouw aardig op leeftijd, dus erg wild zijn de vergaderingen meestal niet, maar dit was wel érg rustig.

Ik ben maar eens even gaan bellen. Waarschijnlijk zijn er bandjes verwisseld, dacht men en degene bij wie dat gebeurd zou kunnen zijn was op vakantie. Ik moest maar uitwerken wat ik wél had. Geen paniek, rustig aan, ’t komt wel goed en anders: jammer dan.

Zou dat nou komen door de leeftijd van de bewoners, zo’n reactie? Of worden mensen door het subtropische weer wat makkelijker? Misschien een halve ledenvergadering de mist in……so what? En het is niet mijn schuld, dat vind ik nog het meest relaxe…….


Tour….

Mijn schoonzoon had vanmiddag een leuk grapje, toen hij zei, dat iemand van de patatgeneratie de etappe had gewonnen: Mayo……


Karren maar ……

gone....

Er dreigt een sociaal element te verdwijnen uit onze samenleving. Als je in het pre-€urotijdperk na de boodschappen je winkelwagentje terugbracht naar de verzamelplaats bij de supermarkt dan kwam je “onderweg” altijd wel iemand tegen, die zei: “Zal ik ‘m van u overnemen?”. Daar had je allebei plezier van. Jij hoefde niet helemaal terug en de overnemer hoefde niet te sjouwen met z’n lege flessen op weg naar de retourette. Er werden behalve de kar ook wat vriendelijke woorden gewisseld, sociale interactie op de vierkante centimeter.

Nou, dat kan niet meer zo makkelijk. In de oude situatie zat er een gulden in die kar. Punt uit. Nu kan er een gulden inzitten van iemand met gevoel voor nostalgie, of een 50-centstuk, of een euromunt, terwijl er ook heel veel mensen zijn, die een speciaal winkelwagenmuntje hebben. Gekregen van de makelaar, de bank of van de kaasboer, ’n reclameding.

Je kunt er bij het willen wisselen van winkelwagen niet zonder meer van uitgaan, dát je kunt ruilen! Je moet allebei hetzelfde muntstuk gebruiken. Dat geeft een hoop gedoe en teleurstelling als het niet lukt om elkaar even leuk van dienst te zijn. Veel mensen denken dus op voorhand: laat maar en sjouwen door. Toch jammer, hè…..?