Er woont een meneer in Stadskanaal, de penningmeester van de Stichting Papoea Insecten, die in de tropische wouden van het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea de insectenwereld inventariseert. Er zijn daar nog vele onontdekte soorten die nog geen naam hebben. Volgens een persbericht kan die man zorgen, en dat kost je dan 1500 euro, dat een nieuw ontdekte tor of kever, een motje kan ook, dan jouw naam krijgt. Is dat mooi of niet?
Dus dat biologen op een gegeven moment tegen elkaar kunnen zeggen: “Kijk eens wat een mooi elsje ( met een kleine letter natuurlijk, want dan ben ik een ‘soort’) daar loopt!”. Dat zullen mensen nú nooit zeggen en op mijn leeftijd komt dat er ook niet meer van.
Maar kunnen ze nou niet veel beter namen verzinnen die een beetje in die regio passen? Desnoods met iets Latijn-achtigs erbij, zodat ze weten wie ‘m precies ontdekt heeft. Dat doen ze met planten en planeten toch ook? De penningmeester van de Stichting zal wel geld nodig hebben, maar hij kan beter wat anders bedenken. Straks loopt er daar een Frans Bauer-kever of een Moszkowitz-mier. Je kunt niet weten…
Ik doe trouwens geen moeite meer, hoor, want ik heb al een boom, die naar me genoemd is. Dat is meer dan genoeg. Bovendien wil ik eigenlijk alleen maar familie zijn van een lieveheersbeestje en daar zijn er alleen in Nederland al veertig verschillende van. En van die 1500 euro kunnen we mooi met vakantie. Naar de tropische wouden van Limburg of zo…..