‘k Las ’n artikel over het verschijnsel ‘afdingen’. Dat het hier in ons land nou niet direct een gewoonte is, terwijl de Consumentenbond vindt, dat dat wel zou moeten kunnen want dan is er veel voordeel te behalen. Er is ruimte voor zulke onderhandelingen, zeggen ze daar. Op een marktje in een ver buitenland durven Nederlanders meestal wel. “Want”, zeggen die vakantiegangers “je móet wel, want daar rekenen ze op, die kooplui”. Dat zal dan wel en je zult best eens ’n keer te veel betalen voor iets prullerigs, dat bij thuiskomst “made in China” blijkt te zijn, maar dat moet dan maar. Je moet er voor in de wieg gelegd zijn, voor afdingen.En ik ben dat niet.
Mijn echtgenoot wel, die heeft er totaal geen moeite mee. Hij vindt ’t zelfs leuk en probeert nogal eens wat. Dat heeft ook nog al eens geld opgeleverd en hij is daarna dan ook een tevreden mens. Het is een aangeboren handelsgeest, denk ik.
We waren eens op vakantie in Duitsland. Geen pingelland, dacht ik. Tijdens die vakantie waren er Olympische Spelen. In welk jaar weet ik niet meer, maar het was in het jaar dat Regilio Tuur iets ‘moois’ deed in de bokssport, een Olympische titel winnen of zo. We zaten in een gehuurde caravan en daar was geen televisie. Die werd zeer gemist vanwege al dat gesport en mijn man had zijn zinnen gezet op een draagbaar radio-tv-toestelletje, briefkaartformaat beeld, dat hij had gezien toen we in een warenhuis waren in een naburige grote stad. Welke stad weet ik ook niet meer, kun je nagaan hoe ik dit voorval heb verdrongen.
Nou ja, we gingen naar die winkel en toen was dat betreffende toestelletje eigenlijk uitverkocht, maar d’r stond er nog één. Maar daar was een batterijvakklepje van af aan de achterkant. Vervelend als je van plan was het ding op batterijen te gaan gebruiken, maar dat was in ons geval niet zo dus hij wou ‘m evengoed wel hebben.
Toen ging ie onderhandelen met de verkoper, want hij wou wat van de prijs afhebben. Wel logisch natuurlijk, want het apparaat was niet compleet. Maar de verkoper was niet zo scheutig. Ik volgde een en ander van een afstandje, want in dergelijke gevallen hoor ik er even niet bij. “Aber die Hinterklappe fehlt!” hoorde ik mijn echtvriend verontwaardigd roepen. Ja, hij kent z’n talen.
De verkoper ging tenslotte overleggen met z’n chef en mijn man wachtte af. Het bedrag dat er uiteindelijk af ging was best aardig, dus de koop ging door. Hij kreeg ‘m mee zonder doos, want ja, er zit dan wel een grens aan de service natuurlijk. Maar dat had hij er wel voor over. Dat triomfantelijke gezicht was goud waard en dat vergeet ik niet meer.
We hebben die dag zonder Hinterklappe gekeken hoe Regilio zijn tegenstander tegen het canvas mepte. Met een Hinterklap. En ach, ik hóu helemaal niet van boksen, dat ook nog eens……