Mijn kloris en ik gaan eigenlijk alleen maar naar ‘de stad’ als we er iets te zoeken hebben. En dat ’t vaak ‘mannenboodschappen’ zijn waarvoor we gaan, dat ligt aan mij. Ik ben namelijk niet zo’n shoptype. Nooit geweest ook.
Tegen nieuwe kleren bijvoorbeeld loop ik meestal bij toeval aan en ik doe er ook lang mee, want de laatste trends zijn niet zo aan mij besteed. Ik weet, dat ’t bij anderen wel eens anders is. Winkel in, winkel uit en hetgeen ze zoeken blijkt dan toch te vinden in de eerste winkel die ze bezochten. Maar eerst ‘zappen’ ze de hele stad door. Ik word al moe als ik er aan denk.
Wij maken meestal hetzelfde rondje met als uitspatting een kopje koffie met ’n saucijzenbroodje bij de Hema en dan hebben we het wel weer gehad. Simpel, ja en niet opwindend. We hebben vaak ‘technische’ boodschapjes te doen en soms moeten we even langs de muziekwinkel voor nieuwe klarinet-of saxofoonrieten.
Maar ik zie ze wel eens zitten, hoor, die mannen die met hun vrouw mee moeten om kleren te kopen. Dan zitten ze met haar tas en haar jas op schoot te wachten tot ze komt showen wat ze aan het passen is. En dan moet ie zeggen wat hij er van vindt. Er bestaan heus wel mannen, die dat leuk vinden en ook een behoorlijke vinger in de pap hebben onder het motto “ik moet er tegenaan kijken”. Of die vrouwen zich van dat oordeel iets aantrekken is weer een ander verhaal, maar dán zou ik als man zeggen: “Vráág het me dan niet!”.
Nou, daar heb ik met mijn blinde vogel alvast geen last van. Maar hij ook niet van mij uiteraard. Ik laat ‘m wel eens voelen, hoor, wat een lekker stofje iets is en hij vraagt bij iets nieuws ook áltijd of het bevalt en goed zit. Maar hoe het stáát, tja, daar hoor ik nooit wat over. Dat is niet erg en bovendien vind ik het sowieso leuker om voor hém iets uit te zoeken, want daar moet ík tegenaan kijken……..!