Bach, Palm en gemopper…..

Het was de Palmzondag van de Mattheus. We luisteren ieder jaar in ieder geval wel ’n gedeelte. Helemáál is soms net teveel van het goede en we slaan ook wel es ’n jaartje over, hoor. Vandaag zond de AVRO ‘m uit vanuit het Concertgebouw met het huisorkest o.l.v. Iván Fischer.

En dat is dan meteen de enige informatie, die bij ons in het Vara omroepblad stond. Geen solisten, niet welke koren het waren. Op z’n zachts gezegd ’n beetje summier. Nou heet het programmablad van de Vara ook Vara’s TV Magazine dus als radioluisteraar hebben ze geen boodschap aan je. Per dag worden er zes bladzijden besteed aan alles wat er te zién is, terwijl er krap anderhalve bladzij informatie wordt gegeven over wat er te beluisteren is. De tijd dat er iets begint. Dat is alles.

Mijn man heeft een gids in braille. Die moet, vanwege het feit dat het anders een heel boekwerk zou worden, wel beknopt zijn. Als hij dus méér informatie wil over iets, vraagt hij mij om even in mijn Vara TV Magazine te kijken. Nou, ik heb vaak nog minder omschrijving van een radioprogramma dan hij.Waar heb je eigenlijk nog een ‘radiogids’ voor, denk je dan. Het is eigenlijk meer een weekblad dat toevallig over televisie gaat, maar nog meer over de mensen, die met hun kop op de buis komen en daar zit ik helemaal niet op te wachten.En steeds vaker hoor je in programma’s zeggen: “Voor meer informatie, ga naar onze website, www……..enz.enz.”. Ik erger me daar aan. Het klinkt zo gemakkelijk. Zo van: het is ons teveel moeite, kijk zelf maar hoe je d’r achter komt.

Nou ja, door naar de website van de AVRO te gaan weet ik nu wel wie de solisten waren, dat het Groot Omroepkoor meedeed en het zogenaamde “jongenskoor” bestond uit het Nationaal Jongenskoor (nog nooit van gehoord eigenlijk) en het Nationaal Kinderkoor (ook onbekend) en bij dat laatste koor zullen, niet erg authentiek, ook wel meiden hebben gezeten, denk ik. Dat zou ik verloedering vinden en Bach vast ook.

Tot slot nog even een voorbeeldje van bezuiniging op de drukkosten van onze zogeheten radiogids. Mijn oog viel er toevallig op. Om 17.02 uur vanmiddag kwam er op radio 5 een kerkdienst. Nou was het zondag dus dat kan. Waar vandaan en welke dominee, geen idee. Als omschrijving stond er “Met preek en gezangen”. Nu ben ik niet kerks, maar dat lijkt me nogal wiedes. Maar ze hadden er voor belanghebbenden dan toch wel éven een link naar de website van Onze Lieve Heer bij kunnen zetten…….


Feest…..

Gisteren heb ik geassisteerd bij ’t kinderfeestje van onze jongste kleinzoon Koen, die 5 werd. Normaliter kunnen zijn ouders dat uitstekend alleen af en is zo’n partijtje nuttig om te ontdekken, waarom je ook al weer twee kinderen hebt en geen zes, maar de oudere broer van de jarige moest gistermiddag afzwemmen voor diploma b en dus moesten de ouderlijke taken even verdeeld worden. Oma was welkom als aanvulling.

Mijn laatste verjaarsfeestje met zulk jong volk was uiteraard al een poosje geleden en ik vond het leuk. Mijn dochter is een creatieve moeder, die niet zo van MacDonaldfeestjes houdt en van bowlingbanen en zo en het leuker vindt, en wat waar is is waar, minder geldverspillend, om kinderen om de keukentafel te zetten om iets te dóen. Ben ik het helemaal mee eens natuurlijk.

Er waren vijf jongens en één meisje. Koen zegt: “Alle meisjes zijn stom, behalve Sophie.” Hij heeft er kijk op. Sophie is een erg leuk kind: prachtig rood haar, sproetjes en knalblauwe pretogen. Vijf en een half is ze en heb niet het hart om dat halve jaar te vergeten!

Ze hebben met z’n allen cakejes versierd (er is heel wat te koop op dat gebied!) en die kunstwerken hebben ze natuurlijk ook opgegeten. Gespeeld met het aanwezige speelgoed, dat toch weer even anders is dan thuis, hoewel ik vaak hoorde: “Hé, die heb ik ook!”. Later gingen ze aan de gang met witte t-shirts. Met speciale stiften maakten ze hun eigen tekening op het shirt en mijn dochter fixeerde die met de strijkbout, zodat het kunstwerk er in de was niet uitgaat. Er zaten heel wat Herman Brood-jes bij, hoor! Het was erg gezellig. En toen wilden ze natuurlijk allemaal even naar buiten. Dat kon daar gelukkig veilig. Even rennen, even fietsen. Het was een leuk feestje.

Waar ik me over verbaas is de woordenschat van die toch jonge kinderen. De zinsbouw ook. Dat is zeker anders dan vroeger, terwijl ze bij ons toch ook niet achterlijk waren en hun woordje goed konden doen. De invloed van computerspelletjes en televisie is zeker merkbaar. En oké, school en ouders ook.

Een klein jongetje had zich met behulp van de verkleedkist uitgedost als, dacht ik dus, ridder. Ik complimenteerde hem met die outfit, maar hij zei: “Ik ben geen ridder, mevrouw, ik ben een schildknaap!”. Nou, kom d’r maar op. Onze meester begon eens ’n keertje met het voorlezen van “Fulco, de minstreel” toen we tien of elf waren…….


Hij is braaf…..

‘k Hoorde gisteren wel zo’n mooi verhaal, zeg! Omdat een man nog boetes had uitstaan, wegens rijden onder invloed, ging de politie maar eens bij ‘m langs. De agenten zagen door ’t raam drie mensen in de kamer zitten, maar toen ze binnen kwamen waren dat er plotseling nog maar twee. Die vertelden dat de man, die ze moesten hebben, helaas niet thuis was.

Z’n hond was er wel en toen één van de dienders riep: “Zoek baasje!”, draafde het beest enthousiast de trap op naar boven, waar de man kon worden aangehouden. Kwispel de kwispel, ik zie het helemaal voor me! Leuk hè, ’n hond…….?


Technische hoogstandjes…..

Ze hebben een aantal van honderd moeders de vraag gesteld wat ze een mooi beroep zouden vinden voor hun kind. Daaruit bleek dat driekwart vindt dat hun kind maar geen technisch beroep moet kiezen. Nou vind ik honderd moeders niet representatief voor een gedegen onderzoek, laat ik dat voorop stellen. En bovendien was ook niet duidelijk hoe die groep was samengesteld. Uit welke lagen van de bevolking dus. 75% van de vrouwen, die betrokken waren bij de enquête, vond dat een technisch beroep geen aanzien heeft en bovendien kan je er vuile handen van krijgen, zeggen ze.

Ik heb waarschijnlijk een afwijking, maar ik vind het juist prachtig als je aan de handen van iemand kunt zien dat ie geen orthopedisch chirurg is ( alsof dát geen technisch beroep is, zeg!) maar metselaar of lasser. En die handen hoeven helemaal niet vuil te zijn, maar dragen wel de sporen van handwerk. Ik vind een stevige, eeltige hand krijgen van iemand die een technische klus voor je komt opknappen, waar je zelf tegenaan kijkt omdat je d’r geen verstand van hebt, erg prettig en vooral vertrouwenwekkend. Zo van : “Laat mij maar even, dat komt helemaal goed.” Ik kan daar erg blij en opgelucht van worden. Het kost wat, maar dan heb je ook wat en kunt weer verder met je leven.

Mijn echtgenoot staat er altijd wel met z’n neus bovenop en wil dan weten wat ze aan het doen zijn. En we treffen het eigenlijk steeds, dat die techneuten graag over hun werk vertellen. Of het nou iemand is die de verwarmingsketel komt nakijken of de wasmachinemonteur en iemand die nieuwe pannen op het dak komt leggen, ze vinden de belangstelling leuk. En mijn koffie lekker, dat scheelt natuurlijk ook.

De laatste weken is er veel actie gevoerd op de scholen om de kinderen geïnteresseerd te krijgen in techniek. Dat lukt niet altijd natuurlijk, maar is wel noodzakelijk, want als die moeders hun zin krijgen zitten er binnenkort meer belastingambtenaren achter de computer dan dat er loodgieters zijn.

Nou zijn die belastingambtenaren heel hard nodig om de boel daar weer een beetje op te leuken en vooral makkelijk te maken, maar in Groningen bijvoorbeeld hebben ze meer aan mensen, die zorgen dat de waterleiding klopt. En die wéten waarom er bruin water uit de kraan komt. Maar dat is misschien wéér een andere studie……


Victor….

Veel ouders weten natuurlijk wel, dat het heel gezond is voor hun kind om buiten te spelen. Jantje Beton heeft onderzoek gedaan naar de mening van ouders. Lichaamsbeweging, sociale ontwikkeling en gezondheid, allemaal redenen om je kind de deur uit te doen. “Maar”, zeggen diezelfde ouders “’t is wél lastig om ze bij de televisie en de computer vandaan te krijgen!”.Daar zijn afspraken over te maken, lijkt mij. Maar dat is makkelijker gezegd ( door deze overjarige moeder, nog stammend uit het gelimiteerde-televisie-uren-en-praktisch-computerloze tijdperk) dan gedaan. Dat weet ik ook wel, hoor en ik benijd ze dan ook niks, de ouders van vandaag de dag.

Maar soms zijn er in een buurt niet eens kinderen om mee te spelen of is de verkeerssituatie zó gevaarlijk, dat het gewoon niet kan. Dan ben je dus eigenlijk een gehandicapt kind qua buiten spelen. Zielig, hè? Maar we hebben er sinds vorige week een buurtbewoner bij.

Hij heeft ook een naam: Victor Slow en hij komt oorspronkelijk uit Amerika. Hij zit met een ketting vast aan de lantaarnpaal vlak bij ons huis. Die ketting is wel nodig, want Victor ziet er zo gezellig uit, geel, met ’n petje en ’n vlaggetje, dat hij wel eens achterover gedrukt zou kunnen worden. Nu doet de wind dat vaak, want Victor is niet zo’n gewichtig persoon, maar dan is er altijd wel weer iemand die ‘m overeind zet. We zorgen best goed voor hem.

Wij hopen dus met z’n allen dat, door de aanwezigheid van Victor, iedereen die onze parkeerplaats op rijdt zijn snelheid drastisch zal verminderen, zodat bij óns de buurtkinderen hun vertier niet uitsluitend bij de tv en computer hoeven te zoeken en niet als stadse bleekneusjes zullen opgroeien.

Er wórdt trouwens al veel buiten gespeeld hier, hoor, en er is geen beton of zo, dus zó zielig zijn ze nou ook weer niet. Alleen is het geen mooi weer voor kinderen en staat Victor in z’n dooie eentje in weer en wind z’n mannetje te staan. De bikkel…..!


Gouden handel….

Die gouden plakken van Sven, zouden die nou van écht goud zijn? Of ’n pakketje schroot met ’n dun laagje goud? Er wordt niet zoveel goud meer gedolven, las ik, dus goud is goud waard vandaag de dag! Dat kunnen vooral de juweliers merken, doordat particulieren veel sieraden ter verkoop aanbieden. Gisteravond zagen we bijvoorbeeld hoe een Belgische juwelierster van alles aan het omsmelten was. Dat deed ze niet zómaar van hup, in een schaaltje en de brander erop. Nee, ze bekeek alles en vermoedde achter elk stuk een verhaal.

Zo had ze nogal wat trouwringen, waarbij ze aan de data die er in gegraveerd waren kon zien of ’t een beetje een succesvol huwelijk was geweest. De klapper was er één van drie maanden tussen de trouwdatum en de datum van aanbieding. Maar ze had ook hele oude trouwringen van mensen die al overleden waren.

En dan de armband van oma van een zodanig model dat de kleindochter ‘m niet zal dragen. Ze heeft ook totaal geen last van een familietraditiegevoel, zodat ze hem ook nooit zou óverdragen aan een volgende generatie.

Gouden kruisjes van mensen die ondertussen van hun geloof zijn gevallen, daar waren er ook nogal wat van. Kettingen, waar vervelende herinneringen aan zitten en die je dus niet meer om wilt. Tja, dan ligt zoiets maar in een doosje, terwijl je er hartstikke leuke dingen van zou kunnen doen. Op vakantie naar Ibiza met je nieuwe liefde of zo.

Bij zo’n programma als ‘Tussen kunst en kitsch’ zie je wel eens sieraden, die al tijden in de familie zijn en waarvan de achterkleindochter nou toch wel es wil weten of ze wat waard zijn. Daar schrikken ze dan soms behoorlijk van, want meestal is de taxateur erg enthousiast. Dat ze zoiets duurs zomaar in een laatje hadden liggen! Ik kan mijn dochters geruststellen, een dergelijke schrik zal hen bespaard blijven.

Ik ben helemaal geen sieradenmens. Ik vind het lastig, heb er geen verstand van en ’t past ook niet bij mij. Mijn trouwring, die ik ook niet meer afkrijg zonder vingeramputatie, is ongegraveerd, want dat kostte destijds extra en dat vonden we onzin. We kunnen de data zelf wel onthouden. Verder houd ik erg van goudsbloemen, goudrenetten en ook goudvissen vind ik best aardig om te zien……….


Sporen nalaten…..

In de zomermaanden rijdt er, ten behoeve van nostalgisch aangelegde toeristen, een stoomtrein van Apeldoorn naar Dieren en weer terug. Wij kunnen thuis altijd de stoomfluit horen als er weer eentje vertrekt. Dat is ’n leuk gehoor, een vakantiegeluid. Er is altijd veel belangstelling voor de ritten. De houten wagons zitten in het seizoen altijd aardig vol. Maar binnenkort zal dat wel afgelopen zijn.

Er moet namelijk bij elke locomotief, die bemand wordt door enthousiaste vrijwilligers die, behalve steenkool ook hun ziel en zaligheid in het vuur gooien, een veiligheidssysteem, een soort ‘dodemansknop’, worden geïnstalleerd, die per loc zo’n honderdduizend euro moet kosten. Dat is te veel geld voor zo’n club mensen, dus zullen ze waarschijnlijk moeten stoppen met hun activiteiten, omdat ze een rijverbod opgelegd kunnen krijgen. Zo verdwijnt er weer een stukje van vroeger. Kijk, ze poetsen zo’n trein tot ie glimt als de bekende keutel in de maneschijn, maar het ríjden ermee, dat is toch het mooiste!

En wie komt er nou op zo’n idee? De Arbo, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat? De trein heeft een ‘eigen’ baan en zit dus de grote broers op het gewone net helemaal niet in de weg. Hij rijdt vanuit Apeldoorn langs de dorpen Beekbergen, Loenen en Eerbeek over de Veluwe naar Dieren, in een rustig tempo, het mág ook niet te hard, en vakantiegangers in onze contreien hebben er veel plezier van. Met name kinderen vinden het prachtig om mee te maken, hoe zoiets nou ging, heel vroeger.

Ik ben nou ook weer niet zo oud, dat ik het stoomtijdperk nog heb meegemaakt, maar de oude wagons met de gelakte, harde, houten banken wel. Ik reisde elke dag naar Amsterdam en ben zelfs wel eens in een veewagen vervoerd, omdat er problemen waren met het materieel. Daar maakte toen niemand een probleem van, zolang het ding maar de goede kant op reed. Het verbroederde zelfs wel, zoiets én je had iets te vertellen als je ( te laat) op kantoor kwam.

Als je ziet hoe de reizigers nu vervoerd worden is dat een luxe omgeving. Maar mij lijkt ’t wel zinvol en opvoedkundig om zo nu en dan een vergelijking te kunnen maken met het stoomtijdperk. Gewoon, om te laten zien hoe chic we het nu hebben overal. Oké, het rijdt allemaal niet vlekkeloos qua dienstregeling, maar dat is een kwestie van wennen.

Maar die vergelijkingsmogelijkheid dreigt nu dus te verdwijnen. Er zijn elf á twaalf nog rijdende stoom-en diesellocomotieven in ons land, las ik. De investering van ruim één miljoen euro, vanwege die nieuwe veiligheidseisen, kunnen de vrijwilligersorganisaties die het erfgoed beheren natuurlijk nooit opbrengen. Weer iets leuks en waardevols letterlijk van de baan. En wees es eerlijk: wat is nou eigenlijk één miljoen? In het kader van ‘beveiliging’ dan, hè….


Recidive……

* Wel verdikkeme! Wat staat er in De Weekkrant/Apeldoorns Stadsblad van deze week?

” HOOGBEJAARDE VROUW STEELT STUK ZEEP”

* Harderwijk. Een 88-jarige vrouw uit Apeldoorn is in een supermarkt in Harderwijk betrapt op winkeldiefstal. Een medewerker van de grootgrutter zag de hoogbejaarde een stuk zeep onder haar jas stoppen. Even later bleek dat de vrouw ook nog een stuk leverworst verstopt had. Ze werd door de politie verhoord en kreeg een boete.*

De combinatie leverworst-zeep is té toevallig! En dan die leeftijd: 88 jaar,ze móet ’t gewoon weer zijn! Wat voor rare kronkel zou daar nou toch achter zitten? Laat daar je fantasie maar es even op los, mensen…..


Van de kaart…….

Bij Smile las ik, dat ze van een echte crack klaverjassen heeft geleerd. In een nachtelijk uur mét alcohol dus wat er is blijven hangen moet nog blijken, maar dat komt wel goed. Het is een prima start. Mijn kloris en ik hebben het ook nog niet zo lang geleden geleerd en dientengevolge hebben wij een tweewekelijkse kaartavond met onze leermeesters. Die verloopt sóms gunstig voor ons, maar dat is dan puur geluk zo niet toeval. Want je moet je kop d’r wel bij houden, zeg! Weten welke kaarten “er uit” zijn en zo en wat precies troef is. En waarom zou het eigenlijk “klaver”-jassen heten? Hartenjassen had toch net zo goed gekund? Schoppenjassen, ook leuk. En ruitjesjassen zijn helemaal in de mode. Nou ja, klaver “bekt” wel ’t beste. Probeer maar es.

Wij zijn zelf nooit zo’n kaartfamilie geweest eigenlijk. Geen volwassen voetballers in de familie, daar zal ’t wel door komen. Mijn ouders waren trouwens bridgers. Dat deden ze wekelijks met een ander echtpaar op een vaste avond. Er was nog geen televisie, hè. Mijn moeder tutte zich dan op en ze stapten goedgehumeurd de auto in. Belangrijk dat je dat even weet..

Ik lag al in bed als ze tegen middernacht thuiskwamen. En dan hóórde ik ’t al: de geërgerde stem van mijn vader, die mijn moeder aan ’t vertellen was wat voor stoms ze die avond nou weer allemaal had uitgehaald. En de geagiteerde stem van mijn moeder: “Nou, dan zoek je toch een ander om mee te bridgen! Ik doe het tóch nooit goed!”. Of iets van gelijke strekking. Ik wachtte dan op de klap waarmee de slaapkamerdeur dichtsloeg.

En de volgende ochtend was alles weer heel normaal. “Schat, wil je nog thee?”. ’t Hoorde dus gewoon bij de nabespreking, dat gemekker. Moet je even weten: dat doet een kaartspelletje dus met je. Ik wacht maar af……