Afscheid van een boom…..
In onze voortuin staat een grote boom. Onze kerstboom “met kluit” van 1985. Na bewezen diensten binnenshuis, toen daar geplant. Hij had het er erg naar zijn zin, want hij groeide als kool. We hebben ‘m best een eindje van het huis gezet toen ie nog klein was, maar nu komen er takken tot ons slaapkamerraam. Ik aai ‘m wel eens, hoor, als ik het raam open heb. Want hij heeft toch heel erg z’n best gedaan om zo groot te worden. Het is gewoon een mooie boom.
Maar morgen, of eigenlijk vandaag, want het is weer eens ouderwets laat voor mij, gaat hij gekapt worden. Jammer natuurlijk, maar het moet. Bij de buurvrouw ligt haar paadje ongelijk, omdat hij het met zijn wortels naar boven werkt en er liggen bovendien rioolbuizen en kabels die misschien gevaar lopen en dat kunnen we natuurlijk niet hebben. Bovendien vertelde de tuinman hoeveel liter vocht zo’n grote jongen tot zich neemt en dat is niet mis. Dus onze tuinen zullen er ook wel bij varen.
Of het verkeer nog last gaat ondervinden, want de tuinman had het er over, dat hij een kraan geregeld had, we zullen het wel zien. Misschien is het gewoon een kraantje en heb ik een veel te groot idee van zoiets. We wonen op een hoek en het is geen wereldstad hier dus het zal wel meevallen. “Het wordt een fluitje van een cent”, zei de deskundige. Het leek mij namelijk nogal een karwei, maar dat vind ik altijd als er iets moet gebeuren dat ik qua werk niet kan overzien.
Ik heb vandaag nog wel foto’s gemaakt van de boom, want daar is het morgen te laat voor. Dan sneuvelt onze held. De tuin zal ook wel wat gerenoveerd moeten worden na de slachting. Maar dat is dan wel weer een volgend karwei, waarvan onze tuinvriend zegt, dat het een fluitje van een cent is…..
Vrijdag…..
Onze overbuurman had vandaag een Canadese vlag uitgestoken. Het was 70 jaar geleden, dat Apeldoorn werd bevrijd, op 17 april. Door de Canadezen, van wie er velen al eens hier terug zijn geweest om mee te rijden in ’n optocht met oude militaire voertuigen om nog eens juichende dankbare Apeldoorners te zien. Want iedereen is toch heel blij om door hen in vrijheid te kunnen leven en het is, ook al is het alweer zo lang geleden, belangrijk dat die bevrijding van toen niet wordt vergeten. En het was mooi om zwart/wit foto’s in de krant te zien en dat er ook een lesprogramma is gemaakt voor de scholen. Er zijn nu nog mensen, die er over kunnen vertellen, omdat ze het hebben meegemaakt.
Zoals onze buurman, die er een Canadese vlag voor kocht. Ik had er nog een foto van willen maken, maar hij hing er zo slapjes bij, die vlag. Dat lag niet aan de vlag natuurlijk, maar er was geen wind. Zo’n ding hoort blij te wapperen!
Maar dan moet je ook wel zo’n vlaggenstok hebben natuurlijk…..
Naamvallen…..
‘k Heb altijd een groot respect gehad voor nieuwslezers en verslaggevers, die de moeilijke naam van iemand uit een land waar je nou niet bepaald drie keer in de week komt, nonchalant foutloos uitspreken. Daar zullen ze best wel op geoefend hebben, hoor, en in ieder geval over de uitspraak informatie hebben ingewonnen bij iemand die het weten kan. Maar dan nog lijkt het me ’n moeilijk onderdeel van hun vak.
Kijk, je hoort het soms al bij eenvoudige namen, die in ons land voorkomen. De een zegt Héracles, de ander Herácles, maar dat ligt aan je opleiding, denk ik. Ze voetballen er niet anders van.
Maar sommige Hollanders, die een ïj” in hun naam hebben, schijnen ten behoeve van hun carrière, of dat nou voetballers zijn of zakenlieden, van die “ij” een “y” te maken. Omdat ze dat in het ‘buitenland’ beter kunnen uitspreken. Ja, Van Pursie heeft het makkelijk. Hoeft niks te veranderen aan zijn geschreven naam, want dat regelen de Engelstaligen zelf wel. Engels spreek je sowieso bijna altijd uit zoals het er niet staat. Maar Kuijt werd over de grens Kuyt, Cruijff werd Cruyff en zelfs Van Nistelrooij deed z’n familienaam in de verbouwing door die laatste “ij” te veranderen in een “y”. De buitenlanders doen voor ons kennelijk geen moeite.
Mijn Australische zus heeft ook een “ij” in haar naam, waarvan haar partner vindt dat ze hem moet veranderen. Maar dan ken je m’n zus niet, want dat doet ze niet. Vind ik wel stoer. Haar zoon, die ook in Australië woont deed het wel. Maar ja, die jongen heeft een baan en moet het de klanten makkelijk maken.
Maar als Kuijt weer terugkomt bij Feijenoord (ze gebruiken de naam van de Kuyp ook al door mekaar: Feijenoord of Feyenoord Stadion)is ie vast weer gewoon Kuijt, hoor, en geen Koit. Je moet je familienaam eer aan doen.
Weet je trouwens dat er een voetballer rondloopt uit Madagascar, was twee keer international, die Radrianomenjanahary heet? Van voren
heet ie Francois, nou ja, dat kan nog. Maar de rest past natuurlijk nooit op z’n shirtje. Ik las dat de shirts van Vennegoor of Hesselink in de fanshop van Celtic in Schotland niet aan te slepen waren destijds. Die naam stond er in z’n geheel op. Dat is nog es waar voor je geld, mooi hè…..?
Burge(rs)meesterschap…..
Mijn Kloris werkt al jaren voor een vrijwilligersorganisatie in Gelderland. Dat vindt hij leuk werk en dat vond de provincie Gelderland ook. Na nogal grote reorganisatieperikelen waar zijn club gelukkig goed uit kwam, werden de medewerkers van de organisatie flink in het zonnetje gezet en kregen allemaal van de Commissaris van de Koning twee kaarten voor een bezoek aan Burgers Zoo. Dat was een royaal cadeautje, want je bent voor zo’n park maar zo een paar tientjes per persoon kwijt.
Kloris had er dus twee en kreeg van een collega nóg een kaart, die zij niet gebruikte. Zo konden we met z’n drieën naar Arnhem. Het was de bedoeling om dat vóór eind maart te doen, want dan verliep de gebruikstermijn. Door mijn krakkemikkige gestel en nog wat zakelijke omstandigheden, die onze zoon inbracht, was het er dus nog niet van gekomen. Maar we hadden de Buienradar goed bekeken en gezien dat de maandag van 30 maart er, ondanks dat het stevig waaide, nog het gunstigst uitzag voor een bezoek aan een dierentuin.
Het was er niet te druk, gewoon gezellig, mensen met kleine kinderen en we hoorden veel Duits. En het was hartstikke leuk! De zon kwam er regelmatig bij en we hebben zowel binnen als buiten heel wat dieren gezien. De bikkels buiten en de mietjes binnen. Net mensen eigenlijk. Burgers Bush is heel bijzonder, wel klammig waarvan je bril beslaat, en dezelfde planten die ik thuis heb zijn daar heel groot. Maar waar ik het allermeest van onder de indruk was: Ocean World. Je waant je inderdaad in een andere wereld. Het is zo prachtig opgezet, vissen in de mooiste kleuren en van allerlei formaat. Daar weet je als je geen diepzeeduiker bent toch helemaal niks van, zeg! Prachtig.
Wij zijn al weer heel wat jaren terug met mijn Australische zus in Sydney naar een gebouw geweest, ik weet niet meer hoe het heet, hoor, waar ze ook zo’n vissenverzameling hadden. Maar die was lang zo mooi niet als wat we hier zagen. Ze hadden daar meer grote vissen, joekels van haaien en zo. Maar wat moet je met een joekel van een haai? Ik vond ze eng. Indrukwekkend, maar wel griezelig. Nee, Burgers Ocean World is echt geweldig. En alles zwemt er zomaar voor je neus langs en zelfs over je heen als je onder zo’n met water gevuld plafond door loopt.
De provincie Gelderland heeft ons in ieder geval een groot plezier gedaan. En de Buienradar ook: geen druppeltje regen, hè! Maar eigenlijk heb ik dat altijd als ik een paraplu meeneem, meestal voor niks…..
Klokhuis…..
Elk half jaar denk ik:”Waarom hebben we in ’s hemelsnaam zoveel klokken?” Klok aan de muur in de slaapkamer. En ja, vanwege het formaat is het wel handig als je bij het wakker worden zonder bril kunt zien hoe laat het is. Of hoe lekker vroeg nog, ook handig.
De klok in de badkamer moet er eigenlijk ook wel zijn om je te laten opschieten als je ergens heen moet en op tijd moet zijn. Nou hoeven we niet zo vaak meer ergens stipt op tijd te zijn, ja de dokter en de tandarts misschien, maar toch…..
Klok in de huiskamer. Iedereen heeft wel een klok in zijn woonkamer. Wij hebben er zelfs twéé. Eén staat en de andere hangt, maar staat ook. Stil. Maar hij is wel mooi om te zien en we kregen hem ook van mijn moeder toen we twaalfeneenhalf jaar getrouwd waren. Meer dan veertig jaar geleden en daar zit dus de familieherinnering aan. Alleen is ie niet zo handig in het gebruik. Bijna dagelijks opwinden, hij moet nogal vaak gesmeerd en dan slaat hij ook nogal lawaaiig. Vandaar de stilte. Maar we kijken naar ‘m. Ik dan.
En dan hebben we ook nog een duidelijke keukenklok. Daar wordt veel op gekeken, want hij hangt op een strategische plek waar je vaak bent en langs loopt.
Op mijn zolderkamer heb ik ook een klok, maar die hangt zo hoog, dat ik er niet bij kan. Ik heb iemand nodig om de batterij te vervangen en hem in het voorjaar vooruit en in het najaar achteruit te zetten. Dat komt er vaak niet van. Maar ik heb ‘m eigenlijk ook niet zo nodig, want ik kijk wel op mijn computer hoe laat ’t is en dan weet ik meteen ook de datum, want die staat er bij. Kom daar es om bij een gemiddelde klok.
Ik heb ook een horloge om, maar heel raar, daar kijk ik zelden op. Dat komt natuurlijk door al die klokken in huis. Nou ja, waar ik zelf bij kon, heb ik ze vanmorgen weer op zomers gezet, hè, hè…..
Spring, Frühling, printemps…..whatever…..
Geel…..
De C1000 in ons winkelcentrum is een Jumbo geworden. Gevestigd in dezelfde ruimte als de vorige supermarkt, maar de inrichting is zo veranderd, dat ie ineens veel groter lijkt. Jumbo-, mega-, super-groot. Iedereen loopt maar door elkaar heen, want het is ook nog es zoeken geblazen waar alles staat. Onrustig.
Ik was er gisteren voor de tweede keer sinds de opening vorige week, maar ik moet erg wennen. Zo hier en daar zie ik nog wel een gezicht, dat bekend is doordat de betreffende medewerker kennelijk is overgenomen, maar verder is er weinig overgebleven van de winkel die we kenden.
Overal hangen borden die ons ervan moeten overtuigen, dat we in de goedkoopste supermarkt rondlopen. Als je bij de kassa de vierde in de wachtrij bent en er geen extra kassa opengaat of zoiets, dat snap ik niet helemaal, hoor, hoe dat werkt, dan krijg je je boodschappen gratis. Ik betaal wel gewoon, daar ben ik niet bijdehand genoeg voor.
Ik zal het nog moeten ontdekken en het zal wel wennen allemaal, maar ik mis de oude winkel wel ’n beetje. De nieuwe eigenaar is een Brabander, die alles van genoegelijkheid zou moeten weten, toch? Onze zoon mist z’n speciale biertje, want dat verkoopt ie alvast niet. Maar er staat wel een bord: “als u iets mist, vertel het ons, dan zorgen we dat het er komt.”
Het is dus wennen voor iedereen. Van Brabant naar Apeldoorn, dat is ook best ’n end. En weet je wat ik ook vind? Het is er zo verschrikkelijk géél! En nou hou ik best van de kleur geel, hoor, en het is bijna Pasen ook, maar nou ja….we zien wel…..
Zangzaad…..
Er stond vandaag een artikel over zingen in de krant. Daarin las ik, dat veel mensen baat hebben bij het uit volle borst kwelen. Vooral die volle borst oftewel je longen vol met lucht is goed voor je lijf en je leden. Zelf ben ik niet zo zangerig meer. Vroeger wel lid geweest van wat koren, maar toen ik pianobegeleiding ging doen kwam het er niet meer zo van.
Er zijn ook mensen, die onder de douche zingen en “O sole mio” aanheffen tijdens het inzepen. Daar kan ik me nou weinig bij voorstellen. Misschien is dat meer iets voor mannen, zoals “O sole mio”dat ook is. Het lijkt me, dat vrouwen meer neurieën. Uit genoegen omdat je lekker warm en schoon wordt. Maar dat ligt helemaal aan je karakter, hoor en niet in het minst aan hoeveel tijd je te besteden hebt. Als er vijf man aan je badkamerdeur staan te rammelen valt er weinig te neurieën wellicht.
Maar dat zingen goed is voor een mens staat als een paal boven water. Toen wij nog werkten bij een revalidatiecentrum voor blinden en slechtzienden hadden we een koortje van revalidanten. Mijn kloris en ik deden dat in onze vrije tijd als extraatje, omdat we het zelf ook hartstikke leuk vonden om te doen. De ‘repetities’ waren altijd op maandagavond. Direct na de maaltijd tot aan de koffie om half acht. Wij zeiden altijd, dat het een prima manier was om de maaltijd te laten zakken. De lokatie was in het gebouw waar een piano stond.
De nieuwe revalidanten kwamen ook altijd op maandag binnen en werden dan vaak door “oude klanten” meegenomen om mee te komen doen. Dat vonden de meeste mensen een leuke binnenkomer. En op een koor heb je buren en meteen aanspraak. Ons repertoire bestond meestal uit bekende liedjes en het lag natuurlijk een beetje aan de mensen die in huis waren of je ook een keer wat moeilijkers kon proberen en dat wisselde nogal eens. We hadden soms een koor met veel meer vrouwen dan mannen, maar ook wel eens andersom. Sloten ineens vier vrouwen hun revalidatie af en gingen naar huis. Dan was de samenstelling plotseling anders en hadden we een gemengd mannenkoor. Maar dat had ook wel weer wat.
Maar plezier in zingen was er altijd. Als het tegen half acht liep, hoefde ik alleen maar even het voorspelletje van het schone lied van Rita Corita “Koffie, koffie, lekker bakkie koffie!” te spelen of iedereen stond op, trok onder het galmen van deze klanken z’n jas aan en vertrok gezellig zingend naar het hoofdgebouw, waar inderdaad de koffie klaarstond.
Dus zingen is goed voor je lijf, voor je stemming en goed voor je geest. Het hoeft ook niet altijd Bach of Mozart te zijn, hoewel dat voor veel mensen misschien wat meer cachet heeft dan het repertoire van mevrouw Corita, maar de koffie na afloop smaakt er niet anders van.
Voor ons is het een leuke herinnering…..!
Kssst…..!
Er is heel wat ophef over de wolf, die in het noorden van ons land rondloopt en zich weinig van ons lijkt aan te trekken. Er zijn nogal wat mensen ongerust over het feit, dat ze niet meer rustig boodschappen kunnen doen en al helemaal hun kinderen niet onbezorgd buiten kunnen laten spelen. (En we hebben die agressieve uil ook al!) Maar jongens, het is er maar één, die wolf. Ja, hij is levend, dat wel.
Eén, dat valt best mee, toch? Hij laat zich fotograferen en filmen zonder problemen. En de kans dat ie terug gaat naar waar hij vandaan is gekomen, want een tweede wolf waar hij een roedeltje mee zou kunnen opzetten is zo te zien niet voorhanden, zou toch ook kunnen? Zeg ik dan met mijn onverstand van wolven.
Het zou zonder meer slim zijn om even naar het troika-lied van drs.P te luisteren. Dan hoor je pas wat er allemaal voor dramatische dingen kunnen gebeuren als wolven met z’n állen op stap gaan. Dat is andere koek daar in Siberië, waar ze wel veel ruimte hebben en ruige bossen.
Hier houdt de boswachter van Staatsbosbeheer die ene wel in de gaten, hoor…..