Rechtsvervolging……..

Voor de financiële toestand waarin België momenteel verkeert heb ik sinds vandaag wel ’n verklaring. Wij kregen namelijk een “aanvankelijk proces-verbaal” op de mat. Van de Federale Wegpolitie Oost-Vlaanderen. Er was een ‘verkeersinbreuk’ gepleegd. Door ons. Toen we begin september vanuit Engeland van de boot in Duinkerken kwamen reden wij in de avond om 22.39 uur door België naar huis. Onze zoon, de snelheidsduivel, reed op een weg waar 90 kilometer per uur was toegestaan 97 kilometer. Ook in België kennen ze een correctieregel en na toepassing daarvan bleef er 91 kilometer over.

Voor die forse overschrijding ontvingen wij dus een ‘aanvankelijk proces-verbaal’, dat inhoudt dat je niet weet wat je moet betalen. We kregen er ook een formulier bij dat binnen 15 dagen moet worden ingestuurd. Deze hele procedure staat op mijn naam, omdat ik officieel de eigenaar ben van de auto. Mijn zoon staat als tweede bestuurder geregistreerd bij de verzekering. Hij neemt altijd de wat grotere ritten voor zijn rekening.

Dat willen die Belgen dan ook allemaal weten. Wie er reed, van wie de auto is, of de bestuurder voor eigen rekening reed of in de hoedanigheid van ‘alleenstaande ongehuwde minderjarige’, ‘alleenstaande, verblijvend bij een voogd’ of als ‘werknemer’. Je moet erkennen de inbreuk begaan te hebben en of je bereid bent een minnelijke schikking te aanvaarden van het Openbaar Ministerie. Of er bepaalde factoren in je voordeel pleiten én in welke taal je je wenst uit te drukken voor het gerecht. Moet je dan voorkomen of zo? En dit alles dus voor die ene kilometer! Die inmiddels drie maanden geleden te hard is gereden.

Ze kunnen er hier soms ook wat van, maar dit slaat alles. Ik ben er in ieder geval een postzegel naar Gent aan kwijt, want we zullen e.e.a. maar netjes insturen anders sta je internationaal misschien te boek als crimineel. En we weten natuurlijk nog niet wat de ene kilometer ons dan gaat kosten. Als ze de administratie gaan rekenen kan het nog aardig oplopen. België, een land waar je doorheen rijdt op weg naar elders. En weer terug. Ze moeten echt iets anders verzinnen voor hun crisis, want dit zet geen zoden aan de dijk. Ondertussen hoop ik maar op een minnelijke schikking……….


Verjaard……

Omdat ik vandaag mijn geboortedag ga herdenken werd mij gevraagd wat voor wensen ik had. Want wat geef je een driekwarteeuw oud mens, dat alles heeft, nou voor haar verjaardag? Nou, gewoon. Een e-reader. Ik hou van lezen en dan vooral ’s nachts, in mijn bed, voordat ik ga slapen. Er ligt altijd ’n stapeltje boeken op mijn nachtkastje.

Van zo’n e-reader had ik gehoord dat ’t een handig ding was, lekker licht van gewicht en er konden ’n heleboel boeken in worden opgeslagen. Vooral comfortabel als je nou eens niet netjes recht in een stoel zit. Liggend op het strand, wat ik nóóit doe, want teveel mensen willen dat dan tegelijk met mij, of half onderuit met ’n kussen in je rug in je bed en ja, dat doe ik dan weer wel.

Dus de mannen in mijn huis waren wel blij, dat ik dat allemaal gehoord had en ondernamen actie namens de hele familie. Blij als ze waren, dat ze niet achter een nieuwe strijkplank of zoiets aan hoefden. Zo’n apparaat was tenminste interessant en dat dit boekenmens dat ook vond en het wel wilde, nou, ze ging er op vooruit, hoor!

Het feit, dat onze boekenkasten boven zeer vol zijn en er , als het goed is, geen boeken meer bij hoeven als ik dat niet wil, dat sprak me ook aan. Ik heb ‘m dus gekregen, terwijl ze onderwijl “lang zal ze leven” zongen. Ik heb hem al gebruikt ook en inderdaad: comfortabel, hoor. Je hoeft je hand niet eens op te tillen om een bladzijde om te slaan. En dat terwijl ik wel eens in een stukje heb geschreven, dat ik het geknisper van het papier bij het omslaan van de pagina van een boek nooit zou willen missen! Dat was sentimenteel, ouderwets gebeuzel, mensen! Deze vrouw gaat mee in de vaart der volken. Niks aan te doen. Dat stapeltje boeken laat ik gewoon op mijn nachtkastje liggen. Uit nostalgie……….


Spellijder…….

De vereniging, o nee, het Genootschap “Onze Taal” houdt vandaag een congres in Breda. In onze krant stond, dat hoogleraar Taalvariatie en directeur van het Meertensinstituut Hans Bennis, een toespraak (of dat zal bij een hoogleraar wel een ‘verhandeling’ heten) zal houden, waarin hij stelt: “Spelling is een speeltje voor de elite”. Bedoeld om het verschil in niveau kenbaar te maken tussen die bovenlaag en de vele mensen die moeite hebben met de d’s, de t’s en niet te vergeten de dt’s.

Heeft ie daar gelijk in? In dat geval behoor ik tot de elite. Jippie! Ben ik even blij, zeg! Want het is waar. Ik erger me soms aan het niet juist toepassen van de spellingsregels en dan met name door mensen van wie je dat niet verwacht.

Dan heeft een bedrijf een meer dan schitterende website en staan er knotsen van spelfouten in de tekst, die bij het plaatsen kennelijk niemand zijn opgevallen. Is dat dan een gebrek aan niveau? Denk ’t toch niet. Als er mensen zijn, die die schitterende website kunnen bouwen, poeh, ik wou dat ik maar ’n ietsepietsie van hun kennis had. Elite, hoor! Maar het is natuurlijk wel mooi als ze worden verbeterd, die fouten. Of de kranten en tijdschriften waar rare spellingsfouten instaan. Dat zie je nog wel es met de lange en de korte ij /ei. Deadlines en tijdsdruk hebben daar weinig mee te maken natuurlijk.

Maar mensen die onze taal moeten leren zullen wel eens gék worden van onze regeltjes. Vroeger was ’t ook anders. Dan had je ’n boom en had je d’r twee dan waren het boomen. Gewoon ‘en’ er achter. We staan te boek als een land met een moeilijke taal. Dat komt door de rare inconsequente regels. Professor Bennis vindt het juist gebruik van die regels elitair. Hij moet z’n vak ook in stand houden natuurlijk.

Ook heeft hij het over het elitaire gezelschap Belgen en Nederlanders, dat zich laat verleiden om plaats te nemen in de bankjes van de Eerste Kamer om zich te laten doorzagen met het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Nou, daar zit erg vaak wat minder elitairs tussen, hoor. Ze worden er op uitgezocht, de bekende koppen van wie je kunt verwachten dat ze er weinig van zullen bakken. Dat wordt gedaan om de gewone mens zich wat beter te laten voelen. Ze zijn dan niet de enigen. De prof vindt het een belachelijke vertoning, zegt ie, dat dictee.

Ik ook inmiddels. Ik doe ook niet meer mee, want het is sowieso niet leuk. De ‘verzinners’van het dictee maken er, met behulp van internet, hoor, Kristien Hemmerechts heeft dat zelf ’n keer gezegd, een zootje van met woorden waarvan ik niet wist, dat ze tot de Nederlandse taal behoorden. Onbegrijpelijk voor de doorsnee mens.

Bennis zegt de ontwikkeling van Twitter, SMS en Wordfeud een goede zaak te vinden. Dat is, denk ik, ook zo. Als ik het maar niet constant hoef te doen, maar dat heeft dus andere redenen dan taalkundige. Trouwens, Lingo is populair en Scrabble is niet langer een spelletje voor vijftigplussers.

In mijn woordenboek staat dat ‘elite’ betekent: ‘een bevoorrecht deel van de maatschappij’. Nou, je moet behoorlijk je best doen om dat nog te zijn tegenwoordig. Eigenlijk is die correcte spelling nog een soort van reddingsboei……….


Vrijdag wasdag…..

‘k Ben weer naar de fysio geweest en stevig, doch liefdevol, gemangeld. Ze vertelt er wel altijd duidelijk bij waarom ze waar mangelt. En ik geloof haar. Ik wil graag dat het helpt en doe dan ook netjes thuis de oefeningen die ze me meegeeft.

We hebben gelukkig een logeerbed, dus ik kan een en ander zonder publiek uitvoeren, want het moet een vreemd gezicht zijn allemaal. Ik ben tenminste blij dat ik het niet hoef te zien.

Toen ik uit de mangelkamer kwam liep ik beslist al soepeler, dat is een feit. Dus ik heb goede hoop dat ik op de goede weg ben, al ga ik er met de auto heen………


Heup doet leven…..

Voor het eerst in mijn toch al behoorlijk lange leven was ik bij een fysiotherapeut. Therapeute eigenlijk, want het was een leuke jonge vrouw. De reden dát ik er was moet ik even uitleggen. Van de zomer zijn kloris en ik gevallen. In de stad. En ja, inderdaad, met veel publiek. We stonden dus maar weer heel snel op. Over een oneffen randje op een soort bruggetje struikelde vader J. en sleurde mij mee in zijn val. We doen altijd alles samen, dat weet je.

Hij had alleen een gaatje in z’n broek en verder niks, maar ik heb me, denk ik, willen opvangen en daarbij mijn heup verdraaid of zo. “Gaat wel weer over”, dacht ik. Maar dat was niet zo. Toen heb ik deze week toch maar eens laten kijken door de huisarts. Die zei, dat het waarschijnlijk een spierkwestie was, waar de fysiotherapeut me wel van af kon helpen. Ik maakte een afspraak bij de door hem aanbevolen praktijk en vanmorgen was ik er voor het eerst.

Het is een grote praktijk in ’n prachtig herenhuis met witmarmeren vloeren. Het gonsde er van de activiteit. Overal mensen in beweging. Ze werken er als therapeuten wel met een man of tien. En vrouw, want daar trof ik er dus een van. Ze begon met me te vertellen dat ik de consulten zelf moet betalen. Dat viel wat tegen, want ik dacht in ieder geval de eerste vijf vergoed te krijgen. Dat is veranderd. En per 1 januari wordt het nog ongunstiger. Nou ja, wat moet dat moet. Kloris zei: “Dan schrappen we de kaviaar en de biefstuk maar van het menu, niks aan te doen.”

Na onderzoek bleek, dat het geen spierenkwestie was. Er zijn rugwervels verschoven en ik heb oefeningen meegekregen, die ik ’s morgens en ’s avonds moet doen. Dat doet behoorlijk zeer, want ze deed even voor hoe dat dan moest. Drie verschillende bewegingen, elk twintig keer. Daar moet ik maar niemand bij aanwezig hebben. Maar hoe consequenter ik ze doe, des te beter het resultaat, zei Suzan.

Aan het werk dus! De afspraak was vanmorgen bijzonder vroeg dus toen zag ik hoeveel mensen óók aan het werk gingen. Dat was ik al een paar jaar kwijt. Ik hoorde er in de auto gewoon ouderwets weer even bij, zeg…….!


Lichtreclame……

We zeggen wel es tegen elkaar:”Wat ’n snertweer is het toch, al die regen en het gáát maar door!” Mensen krijgen daar de pest over in omdat dát nou eens iets is waar ze geen invloed op kunnen uitoefenen. Nergens knopjes waarmee ze de neerslag effe kunnen regelen. Heel vervelend, maar dat is de natuur. We zijn overgeleverd aan de elementen.

Daarom vind ik het maar raar, dat Noorwegen en Finland ruzie maken over het Noorderlicht, oftewel de aurora borealis. Finland claimt het Noorderlicht als zijnde een typisch Fins fenomeen, waarvoor je speciaal naar dat land moet komen. “Nee”, zeggen de Noren “het Noorderlicht is van ons. Altijd al geweest. De Finnen hebben het van ons gestolen!”

Het zijn toeristenbedrijven die de commotie veroorzaken. Het gaat dus om geld, dat is duidelijk. Is er eens iets gratis, iets stilmakend prachtigs om te zien (en ze zeggen dat de winter 2011/2012 er sinds 50 jaar een is, waarin het verschijnsel het best te zien zal zijn) maken die aardwormen er nota bene rúzie over!

Ze moeten zich schamen over hun brutaliteit ten aanzien van de natuur. Wat zijn mensen toch een uitermate vreemd natuurverschijnsel………


Billy……

Met onze jongste dochter mee was ik weer es bij Ikea. Ze had een nieuwe boekenkast nodig en drie deurtjes. Eén voor zo’n zelfde kast die ze al had en twee voor de nieuwe. Want op z’n Ikea’s kun je een kast open laten of er deurtjes voor maken. Die moet je dan apart kopen. Onze Ingrid houdt van knutselen. Nee, niet van klein gefrutsel, maar in het groot. Kasten in mekaar zetten en zo. Ze is er heel handig in.

Ik heb ’t wel eens vaker verteld, maar ik vind het leuk bij Ikea. Er is ook wel eens ’n Zweeds design dat ik helemaal niks vind, maar de meubels vind ik over het algemeen erg leuk. En betaalbaar, een niet te verwaarlozen voordeel. Het zijn waarschijnlijk geen spullen voor de eeuwigheid, maar dat hoeft dan ook niet.

Toen ik de krant bracht bij onze buurvrouw en vertelde dat we bij Ikea waren geweest, zei ze dat ook zij vond, dat ze soms erg leuke dingen hadden. “Maar vroeger als je ging trouwen kocht je meubels, waar je voor gespaard had en tegen de tijd dat je dood ging, zat je nog steeds op dezelfde stoelen!”” zei ze. Tja, zo wordt iets antiek en ook dat is mooi natuurlijk. Maar spannend is ’t niet.

En met Ikeaspullen kun je je ook nog eens vergissen. Als iets bij nader inzien toch niet zo leuk staat als je eerst dacht dan is er financieel niet direct ’n man overboord. Zoiets spreekt de wispelturige mens van deze tijd wel aan. Het was tóch niet voor de eeuwigheid bedoeld. Niemand hoeft ’t te erven.

Er blijven natuurlijk altijd mensen, die kiezen voor een oerdegelijke dure inrichting van hun huis, naar Italiaanse meubelbeurzen in Milaan gaan voor het allernieuwste ontwerp. Omdat zo’n branche ook moet overleven, helemaal de Italiaanse, is dat maar goed ook. Maar bij ons roepen ze nogal eens hoopvol: “Lang leve Billy!” Mét of zonder deurtjes………


Besturingssysteem……

De naam van Apeldoorn wordt veranderd. Dat weet nog niemand, maar het kan gewoon niet uitblijven. De nieuwe naam wordt naar alle waarschijnlijkheid Griekendoorn. Of Apelgriek, dat kan ook. Onze stad heeft namelijk grote financiële problemen en heeft toezicht nodig van het Rijk.

De bestuurders hebben zich behoorlijk verrekend bij o.a. het grondbedrijf en er is ook qua bouwactiviteiten zo het een en ander niet doorgegaan. De gemeenteraad heeft dus gevraagd of er eens ’n beetje op ons bestuurscollege gelet kan worden door een hogere hand. En of degenen die in het verleden mede verantwoordelijk waren voor met name grondaankopen ook ter verantwoording kunnen worden geroepen.

Dat gaat nu een commissie van onderzoek doen. Die gaat moeilijke vragen stellen. Ik zag gisteren een filmpje op Omroep Gelderland en de commissie ziet er indrukwekkend uit. Daar ga je als ondervraagde wel van stotteren. En of dat helpt? Ik zou het niet weten. Gebeurd is gebeurd, tekort is tekort en wat kost zo’n commissie dan weer niet, zeg.

Een financieel deskundige zei trouwens dat, als de stad uit de malaise wil komen, het de gewone burger aardig wat gaat kosten door de verhoging van allerlei belastingen, rechten en leges. En nou hebben we ook nog es helemaal geen burgemeester, och, och, wat móet er nou toch van ons terecht komen…….


De belang van de lidwoord……

Op Radio 1 hoorde ik net een discussie tussen een paar journalisten, van wie er één taaldeskundige was. Hoewel volgens mij elke journalist dat zou moeten zijn, maar dat terzijde. Ze hadden het erover, dat het lidwoord ‘het’ aan het verdwijnen is uit onze taal. Dat mensen het rustig over ‘de’ meisje hebben in plaats van over ‘het’ meisje. Is dat erg, dat verschijnsel? Jan Kuitenbrouwer, de taaldeskundige, vond van niet. Omdat taal nou eenmaal leeft, zei hij.

Het kwam onder andere door de allochtonen. Met name de rappers doen maar wat. Hé, misschien weer eens ’n punt voor de PVV, als ze niks te doen hebben. De verloedering van onze taal door de buitenlanders. Met name Wilders heeft daar veel verstand van. Ik begrijp dat, als je het Nederlands niet van huis uit hebt meegekregen, het ook wel lastig is. De ene keer ‘de’ en dan weer ‘het’ en als iets ‘het’ is in het enkelvoud, moet ’t in het in het meervoud weer ‘de ‘ zijn. Ga d’r maar aan staan.

Dan hebben ze dat in het Engels toch makkelijker geregeld. ‘The’ voor alles. Zo heb ik het ook altijd briljant gevonden, dat ze ‘you’ gebruiken. Niks geen gehannes met ‘u ‘ of ‘jij’ zeggen tegen iemand. Gewoon ‘you’. Je respect toon je dan anders. Of niet, dat kan ook.

Maar dat ons ‘het’ zomaar zou moeten verdwijnen op min of meer natuurlijke wijze, dat vind ik toch niks. Ondanks dat ik best voor ‘levende’ taal ben, hoor, maar het zou toch een taalkundige slordigheid in de hand werken als je niet meer op de lidwoorden zou letten. Ja, de Fransen hebben het nog weer anders ‘le’, ‘la’, l’ en dan voor het meervoud nog ‘les’, maar die doen wel vaker moeilijk. Om het over de Duitsers maar niet te hebben trouwens.

In de dialecten hier rommelen ze ook wel, hoor, met de lidwoorden. Maar dan blijft het tenminste nog ’n beetje lokaal. Zo herinner ik me, dat er in Vaassen tegenover kasteel De Cannenburgh een huis stond, waarop een naambord was aangebracht met “Op het hoek van de bos”. En er woonden onvervalste autochtonen in dat huis. Dat is al tientallen jaren geleden dus het is niet eens van de laatste tijd dat gedoe met de lidwoorden…….


Que sera, sera…….

‘k Las, dat Doris Day van filmjournalisten een prijs had gekregen voor haar hele oeuvre, zoals dat heet. Bovendien is een nieuw album van haar binnengekomen in de Engelse top tien! Toen ik op de MMS zat, de middelbare meisjesschool, die niet meer bestaat trouwens, was Doris Day ons idool. We hadden schriften vol met haar songteksten, we zagen álle films die ze maakte en we lieten bij de kapper ons haar knippen in het model zoals zij het had. Als ik nu foto’s van haar zie van vroeger, dan was het allemaal wel erg zoet, lief en braaf. Veel roze, zal ik maar zeggen. Maar ze was leuk en haar liedjes ook. Kon geen enkele ouder bezwaar tegen hebben. En ze speelde in die films natuurlijk ook wel met verhipt knappe jongens. Zo had je ze niet bij jou om de hoek.

Nu dan dat nieuwe album. Weet je dat ik het eigenlijk gek vind dat zoiets een album heet? Uit mijn fotoalbum komt nooit muziek. Dat is dan ook gewoon een boek. Enfin, er is dus een nieuwe cd uitgekomen van Doris Day, die inmiddels 87 is. En dan ook nog in een top 10 terecht komen is niet onaardig, natuurlijk! Er wonen vast heel veel grijze meisjes in Engeland.

Ik ben trouwens geen foto’s tegengekomen, waarop ze als ’n oud vrouwtje te zien is. Dat spijt me trouwens niks. Zo blijft een stralende, romantische en nostalgische herinnering in stand. Dat zouden ze met meer artiesten moeten doen eigenlijk. Voor alles is een tijd……..