Het zwarte goud……

Toen we zaterdag bij de boodschappen een kilopak koffiebonen wilden meenemen was het schap leeg. Lastig, maar dat kan gebeuren. Die vakkenvullertjes werken hard. Er waren wel pondspakken, maar die zijn, voor grootverbruikers zoals wij, wat onvoordeliger. Maar toen zagen we de prijs! Die was heel hoog geworden. Ik weet niet zo gauw met hoeveel procent opgeslagen, maar de prijs van het pondspak naderde die van het kilopak van ’n week of twee geleden. En vanmorgen stond het ook in de krant: koffie wordt onbetaalbaar.

Dat is toch niet minder dan een nationale ramp, zeg! De gevolgen voor de economie zullen onvoorstelbaar zijn. Hoeveel mensen krikken zich ’s morgens niet op met koffie om tot redelijke arbeidsprestaties te komen? De koffieautomaten in de bedrijven zullen worden afgeschaft vanwege de kosten en hoe krijg je je collega’s dan te spreken, anders dan altijd maar over het werk? Voetbal en auto’s zijn toch óók belangrijk en het weekend moet besproken. Hoe organiseer je dat allemaal?

Bejaarden in de tehuizen zien uit naar het koffiedrinken ’s morgens om nog enigszins bij het sociale gebeuren in hun wereld betrokken te blijven. En als je al betalen moet om ’n keertje onder de douche te mogen, nou, dan weet je wat er met die koffie gaat gebeuren. Buren zullen bij elkaar wegblijven om de buurvrouw niet op kosten te jagen, die het toch al zo moeilijk heeft als gescheiden vrouw met vier bloedjes van kinderen. En denk maar niet, dat haar ex de alimentatie zal verhogen, want die drinkt zelf koffie. Mensen gaan extra baantjes nemen om de koffie te kunnen blijven betalen en wat heeft dát dan weer voor gevolgen voor de werkgelegenheid? Dat is niet te voorspellen.

Moeten we dan allemaal aan de thee? En wat is de oorzaak van die prijsverhoging? Het heeft in Colombia enorm geregend en daardoor is de oogst slecht, maar er is ook een verhoogde activiteit op de beleggingsmarkt in de koffiesector en dan gaat het dus om geld. Bovendien zijn ze bezig plantages te renoveren, omdat er vraag is naar een betere kwaliteit. Daar kun je moeilijk iets tegen hebben natuurlijk, er is al ‘bocht’ genoeg op de wereld. De kunstmest schijnt ook zo duur geworden te zijn dat de boeren minder bemesten en dat beïnvloedt het aanbod ook. La Niña, die klimaatverandering teweeg brengt, ook in de koffieregio’s is ook een boosdoenster. En dan de ‘nieuwe’ economie in India en met name China zorgt voor meer koffiedrinkers en ze zijn er met nogal veel mensen, zoals je weet.

De verwachtingen voor 2011: nóg meer prijsverhogingen. We zullen het wel beleven. Ik neem nog maar een bakje, want mijn “goedkope” (nou….) koffie is nog niet op. Als troost, want thee? Ik weet ’t niet. Dat drink ik eigenlijk alleen als ik me niet zo prettig voel. Of was dat nou juist koffie…..?


Wegwijs….?

Het plan van de regering om een verhoging van de maximum snelheid toe te staan met 10 hele kilometers en dat dan maar op een paar stukken van het Nederlandse wegennet, ontmoet hier in huis slechts hoongelach. En dat klinkt mooi, hoor, dat kan ik je vertellen! “Waar het kan rijd ik al jaren 130!”, zegt mijn zoon. En ook ik heb altijd wel van opschieten gehouden, hoewel ik het tegenwoordig ietsjes rustiger aan doe. Maar als ik ergens ’n bekeuring kreeg was het vaker omdat er maar 100 gereden mocht worden en daar zat ik dan boven. Nou ja, dá’s ook ’n overtreding natuurlijk. Maar net als mijn zoon al zei: dan kón het ook.

Als ze nou eens zouden besluiten in Den Haag, ze zijn daar goed in ‘gedogen’, dat ze die paar luttele kilometers die iemand te hard rijdt gedogen en alleen de wegpiraten ver-en achtervolgen die er ’n potje van maken en dat vaak bij herhaling doen vanwege een ingeslepen gewoonte. En alles bij het oude laten verder. Dan hoeven al die borden niet vervangen, geen aanpassingen langs de weg en dat zou een hoop geld en mankracht schelen.

En dan gewoon artikel 25 van het Wegverkeersreglement toepassen, onder het kopje: gevaarlijk rijdrag. Dat andere weggebruikers in gevaar brengt. Gevaarlijk rijgedrag heeft trouwens vaak helemaal niet met snelheid te maken. Ik vind geen richting aangeven veel erger. Maar dat vind ik dan.

Ik zou het ook best aardig vinden als de Laan van Zevenhuizen, de weg, die langs onze buurt loopt, op bepaalde uren een 70-kilometerweg zou worden. Het is er soms zo rustig, dat je ongemerkt de wet overtreedt. Nee, niet altijd, als ’t kán. Dan gaat het helemaal vanzelf eigenlijk………


Vaatwerk…….

Er waart zeker ’n kwaaie geest door ons huis. En ik ben ’t niet. Nu is het onze vaatwasser weer die van een deskundige (een die er trouwens géén commercieel belang bij heeft om zoiets te verklaren, waarvan je elke andere ‘deskundige’ wellicht zou kunnen verdenken!) het oordeel “niet meer te repareren” kreeg. Het zit ‘m in de motor en een reparatie daarvan zou veel duurder worden dan een nieuwe afwasmachine. Deze gaat ook alweer erg lang mee dus daar zijn we ons nu op aan het oriënteren. En daar hebben we geen vliegende haast mee.

Want oh, oh, oh, wat ís het gezellig, zo samen afwassen! Ik was af en hij droogt en onderwijl keuvelen we. Niet, dat we dat op andere momenten niet doen, hoor, maar nu dan wat extra. Ons afwasje stelt trouwens ook niks meer voor. Dat was vroeger, toen iedereen nog thuis woonde, wel anders. Een aanrecht vol, waar je toch gauw ruim ’n half uur aan bezig was.

En wat was nou ’n half uur? Denk ik nu. Maar tóen was dat elke dag een klus waar je tegenaan hikte. Wat was ik blij met m’n eerste vaatwasser! En ook nu nog ben ik blij als ik de vuile boel er in kan zetten en de keuken weer snel is opgeruimd, dus missen wil ik hem niet. Gemak dient dit mens.

Maar zoals gezegd: we hebben geen haast. Ik moet alleen niet vergeten op tijd een flesje afwasmiddel aan te schaffen. Want ik koop haast nooit Dreft. Een afwasborstel had ik nog………


Uitverkocht…….

Hij verrijst al bijna weer, maar ik hoorde nog ’n prietpraatje over onze beroemdste grootgrutter. De moeder van meisje Yara, dat zo’n jaar of 5, 6 is, dacht ik, sprak tegen haar dochter: “Kom, doe je jas aan. We moeten nog even naar Albert Heijn!

Het kind keek haar verschrikt aan en zei: “Dat kán niet, hoor, want die is dood!”………..


Wettelijk verplicht……

De mannen in mijn huis volgen op de late zondagmiddag altijd ’n autoprogramma op RTL 7. Ik doe dat met ’n half oog en ’n half oor, omdat we omstreeks die tijd ook bezig zijn met het klaarmaken van de maaltijd. Wat ik wél altijd meekijk en met meer aandacht dan de rest van al dat snelle commercieel getinte mannengepraat is het rubriekje van Nico Aaldering uit Brummen, een dorp hier in de buurt. Die man heeft een grote autozaak met antieke en minder antieke automobielen, waar hij heel veel van weet, ook van de geschiedenis van al die brikken. En je hoort bij hem nog zo lekker dat Veluwse accent en dat vind ik leuk. Natuurlijk is ie net zo commercieel als al die andere automannen, maar toch, hij is er zo enthousiast over.

Hij laat er elke week een zien, vertelt er wat over en rijdt er dan even mee rond door Brummens min of meer uitgestorven dreven. Vandaag had ie de Mercedes-Benz 420 Sec onder z’n achterste. Een auto uit 1989 en volgens mij is dat nog helemaal niet zo lang geleden. Je zult de mensen de kost moeten geven die nog rondrijden in een auto van die leeftijd.

Maar toch verbaasde Nico zich erover, dat hij reed als een moderne auto. Hij had er stiekem even 160 km mee gereden en dat moesten de dienders in het dorp maar niet horen! En dat er al zoveel ‘op en aan’ zat, dat vond ie ook bijzonder. Hij had een veiligheidsgordel, elektrische ramen voor en achter, verwarmde stoelen en zelfs RBS.

“Als iemand je nou vraagt wat RBS is….(en dat vroeg ik mij inderdaad af met mijn huisvrouwenautoverstand!), zei hij, “…..dat is de RechterBuitenSpiegel.” Daar zou ik nou nooit opgekomen zijn. Die was vroeger wettelijk niet verplicht, wist mijn zoon. Maar ja, ik ben er eigenlijk zo een van: ‘vier wielen, een rem, een stuur en oké ook spiegels’, waar ik heus goed en vaak in kijk, maar de RBS……ja, voor de stoeprandjes is ie handig bij het parkeren, maar ABS en GPS is nóg handiger……..

*Ik kreeg een rectificatie van de heren: de auto was uit 1984. Dat halve oor, waarmee ik luisterde…..


Koffiepraatje……

Onze door bonen gevoede koffiemachine heeft het begeven. Hij was ondertussen ook al niet zo jeugdig meer. Het was dan ook geen wonder dat dit zeer frequent gebruikte apparaat, dat lekkage en andere verouderingsverschijnselen begon te vertonen, (het was net ’n mens), besloot er mee op te houden. We hebben inmiddels een nieuwe van hetzelfde type, maar iets moderner.

Zolang die er nog niet was zetten we koffie op de voor ons ouderwetse manier. Dat smaakt ook prima, maar toch anders. Al was het maar, omdat ik met de kant en klaar gemalen koffie, die we dus apart even moesten kopen, want het bezit van een koffiemolen is al lang geleden, moest gokken met de hoeveelheid. Want ook dat handige maatschepje dat ik vroeger had is uit het zicht, omdat onze machine het allemaal zelf wel uitzocht.

Het was even terug in de tijd. Niet zover terug als in de tijd van mijn moeder, die met een schootmolentje de bonen fijnmaalde of het meestal ons liet doen. Het koffiezetten was een ritueel dat op “gezette” tijden plaatsvond. ’s Morgens om een uur of tien en dan ’s avonds nog es na het warme eten en de afwas. ’s Middags was er thee. Nooit koffie.

Nee, dan doen wij dat anders. Boven ons apparaat hangt een bordje, dat ik eens op de boot vanuit Engeland kocht, waarop staat “Coffeeshop, 24 hours open”. Nou slapen wij ook nog dus dat van die 24 uur klopt niet, maar toch. Je kunt bij ons binnen een minuut koffie krijgen op bijna elk uur van de dag. Het ritueel van de afgelopen week duurde naar mijn gevoel dan ook lang. En thee drinken we eigenlijk zelden.

Aan dat koffie-en theegezet bij ons thuis vroeger hield ik wel een mooi gezegde van mijn moeder over, dat zó in de opvoeding van een jong bruidje had gepast, zo van : “dingen die je absoluut moet weten als je trouwt”. Ze zei: “Wie zijn gasten goed wil bedenken, moet zichzelf het eerste thee en het laatste koffie schenken.”

Dat had met de sterkte van de brouwsels te maken, neem ik aan. Zelf eerst het eerste slappe bakkie thee nemen, waarbij het water dat nog in de tuit van de theepot zit meekomt. En de laatste koffie zal dan wel te sterk zijn geweest of zo, of prut hebben meegeleverd.
Persoonlijk hou ik niet zo van prut, maar sterk mag ’t best zijn. Maar het is toch gek, dat je zo’n spreuk dan je hele leven onthoudt……


Nijmeegs peil……

Op het Gelders nieuws zagen we net, dat overal het water van de rivieren aan het zakken is. In Nijmegen bijvoorbeeld was, tot grote spijt van de aldaar gevestigde horeca, die de toeloop van al die ramptoeristen wel een winstgevende bijkomstigheid vond omdat ze te voet nog goed bereikbaar waren, de Waalkade weer watervrij.

De gemeentewerker, die de kade aan het opruimen en schoonmaken was en werd geïnterviewd, vertelde dat er wel heel veel aangespoelde rotzooi was achtergebleven. Ze hadden al van alles gevonden. Veel bomen en takken natuurlijk, maar ook fietsen, telefoons, wat wapens en zelfs dildo’s! “Ja, het peil zakt!”, lachte de man met ’n vette knipoog…….


Ditjes en Datjes…….

Wat mis ik toch een boel, zeg! Allemaal mensen bijvoorbeeld, die ik helemaal niet ken. En over wie iedereen het heeft. Boeren, die een vrouw zoeken, zangers die in de finale van The Voice of Holland of Popstars staan, Sterren die dansen op het ijs, acteurs die wereldberoemd zijn in heel Nederland. Omdat ze in Onderweg Naar Morgen of Goede Tijden Slechte Tijden, door deskundigen ONM en GTST genoemd, spelen en daarin dan “doorbreken”. Dat is bij elkaar dus een grote groep mensen, die mij totaal onbekend is.

Mijn buurvrouw brengt als ze boodschappen heeft gedaan bij Dirk soms een tijdschriftje voor me mee, dat “Ditjes en Datjes” heet. Dat beschrijft de levenswandel, garderobes en relaties van al die nationale celebrities en ze gaan nog wel over de grens ook. Een soort Privé op kruideniersformaat. Soms heeft ze ook nog een blaadje bij zich waarin de royalty staat, ook belangrijk voor je kennisname. Doordat ik die blaadjes wel lees, het is tenslotte heel aardig van mijn buurvrouw dat ze aan me denkt als zijnde een midden in het leven staande persoon, ben ik nog enigszins op de hoogte, maar omdat ik die kennis niet onderhoud, vergeet ik ’t net zo makkelijk weer en dat ligt niet aan mijn leeftijd. Maar de oud-papierbak vaart er wel bij.

Mijn persoonlijke horizon is dus beperkt, kun je wel zeggen. Maar dat is wel zo rustig. Wat ik dan wel weer weet is dat Doutzen Kroes, die model-Friezin, weet je wel, een zoontje heeft gekregen, want dat stond gewoon in de krant. Phyllon Gorré heet ie. Daar is weinig Fries aan, da’s waar………


Watersnood…….

In het Gelders nieuws zagen we gisteren hoe een kraamzuster met een bootje naar een kraamvrouw werd gebracht, van wie het huis rondom in het water lag. Ze was op geen andere manier te bereiken. Nou waren die mensen dat wel gewend als het hoogwater was, maar met zo’n pasgeboren baby is dat toch wat lastig. De vader fungeerde als veerman, moeder en kind waren gelukkig kerngezond dus er was op geen enkele manier paniek of zo, maar ’n beetje apart was het natuurlijk wel. Apart genoeg voor Omroep Gelderland. En de kraamverpleegster vond het allemaal wel geinig, zei ze.

Toen ik na de geboorte van onze oudste dochter in het ziekenhuis was lag er op mijn zaal een mevrouw die ook zo waterig woonde. Maar dan elke dag. Haar man was iets bij Rijkswaterstaat en ze woonden op een afgelegen, moeilijk en alleen over water bereikbare plaats bij Nederhorst den Berg, in die buurt. Ook voor haar was het haar eerste kind.

Toen ze voor de bevalling, die niet zo probleemloos dreigde te verlopen, met veel gedoe naar het ziekenhuis moest worden vervoerd bleek dat ze daar voor het eerst een verloskundige zag. Haar moeder had gezegd dat ze gewoon moest “eten voor twee” en dat had ze dus gedaan. Haar zoon woog bij zijn komst bijna veertien pond en had zijn moeder dus zo ongeveer gevierendeeld. Bovendien had ie constant honger en liet dat horen ook.

Het zelf voeden was dan ook een ramp, want het jong had zoveel kracht, dat hij de melkfabriek na een dag of twee al helemaal aan gort gezogen had. De vrouw lag ook de hele dag te mekkeren over alle ongemakken die haar getroffen hadden en van een roze (of blauwe, het was tenslotte een jongen) wolk was geen sprake. “Dit was ééns maar nooit weer!”, riep ze tien keer per dag. En de zaal had te weinig medelijden, dat ook nog eens en dat vond ik wel zielig.

Als de baby’s naar zaal kwamen om gevoed te worden, want zoals nu gezellig je kind naast je bed was er niet bij, hoorde je ze van verre al aankomen, want er waren er altijd wel ’n paar die huilden. Nee, die van ons natuurlijk niet, want dat was zo’n schatje! En Berend (een andere naam had echt niet bij ‘m gepast) hoorde je ook niet. Niet dat hij niet huilde, maar hij had geen stem meer, omdat hij die al verbruikt had. Er kwam een langgerekt gekraak uit z’n keel en dat klonk best zielig. De zusters zeiden dat ze zoiets nog nooit hadden meegemaakt. Een nare toestand vond ik het. Maar toen ik die kraamzuster in dat bootje zag varen gisteren dacht ik er ineens weer aan. Ik ben trouwens benieuwd wat Berend later geworden is. Iets met sumo of zo…..?


’n Blauwe maandag……

En…? Al lekker depressief? Dat moet, hoor, want het is vandaag Blue Monday! De meest depressief makende dag van het jaar. Zeggen ze. Waarom? Tja, dat weet ik ook niet, ik voel me niet anders dan gisteren. Het is buiten wat grijs, maar verhip, het is januari! Gisteren hebben we de zon trouwens nog even gezien en koud was het ook niet, maar ja, toen was het ook nog ’n gewone zondag en niet blue.

Die Blue Monday is dus weer es een fraai verzinsel. De reisbranche meldt, dat uitgerekend vandaag de meeste zomervakanties worden geboekt. Omdat de mensen triestig worden van het weer. Maar wat wil je nou? Het jaar is nog geen drie weken oud. En dan zijn we tegenwoordig nog zo gezegend dat je, als je dat wilt en er geld voor hebt, tulpen, hyacinthen, narcissen of aardbeien kunt kopen. Daar moest je vroeger op wachten tot ze d’r echt waren! Je kunt trouwens van hele andere dingen en op andere dagen chagrijnig worden ook, hoor. Niet, dat ik daar last van heb, het gaat met mij prima en ik leef mee met iedereen die het wel heeft, maar het moet gewoon geen Blue Tuesday worden, makkelijk zat.

Ik zag vanmorgen ook nog iets in de krant, dat ik wel vermakelijk vond. Sponsors van sportclubs verbinden graag hun naam aan die van de club, zodat die genoemd en bekend wordt. Maar nou is er hier een volleybalclub die Kindercentrum-Alterno heet. Wat stel je je daar bij voor? Hele kleine volleyballertjes met het net op anderhalve meter hoogte en ’n gezellige Nijntjebal tijdens de wedstrijdjes? Oké, ’n streepje tussen die twee namen, maar dat hóór je niet. De senioren weten dat het sponsorgeld nodig is en de club bestaat al bijna veertig jaar, maar als je, omdat het toch ’n mond vol is zegt, dat je bij het Kindercentrum volleybalt…..Nee, ze zeggen natuurlijk allemaal nog Alterno. Stom van mij. Depressief makend ook, dat gezeur over zo’n naam. Als zo’n club maar ondersteund wordt en de kinderopvang daardoor niet duurder…….