Nachtwerk……

Onze oudste dochter is vandaag jarig. En omdat het alweer zo laat is, komt bij mij de zeer toepasselijke herinnering bovendrijven dat ik op dit moment van de nacht, maar dan alweer aardig wat jaartjes geleden, zeer druk bezig was haar ter wereld te brengen. Ze was ons eerste kind, we woonden zeer bescheiden op twee kamers, dus niet direct om medische redenen, maar meer om praktische, vond men het beter dat ik dat in het ziekenhuis deed. Onze huisarts zou me bijstaan.

Afgezien van het natuurlijk geweldige resultaat van al mijn inspanningen, helemaal gezond en compleet met alles er op en er aan, kan ik me toch een paar dingen nog heel goed herinneren. Het ziekenhuis was rooms-katholiek dus de hoofdzuster van de kraamafdeling was een non. Die kwam, zolang er nog geen actie was, alleen zo nu en dan eens kijken, maar verdween dan weer. De vader in wording zat te dommelen in een stoel, want het was stervenswarm in die verloskamer. Het was buiten ook meer dan 20 graden onder nul. En de verwarming gaf van tijd tot tijd een zeer irritant gebrobbel vanwege lucht of doorlopend water of zoiets. Die irritatie, die blijft je bij.

Toen er wel wat ging gebeuren was daar die non, die vlak boven me ging hangen en siste wat ik allemaal moest doen. Alsof ze er verstand van had, theoretisch dan. Maar dat mens had zó’n slechte adem, dat ’t bijna niet te harden was. Alleen daarom al wou ik wel opschieten. Bovendien vond ze dat ik ’n beetje flink moest zijn en mijn best doen. En verdorie, dat dééd ik al. Ik vond ’t een stom mens.

Ineens was onze dokter er ook en bovendien een stuk of zes verpleegsters, die gezellig kwamen kijken naar de voorstelling. Het kan je op zo’n moment trouwens geen moer schelen, hoor, al was heel Bussum komen kijken. Toen was ons hummeltje er zomaar en deed wat ze moest doen: huilen. “Ohhhhh!”, zei iedereen en “een dóchter!”, zei de dokter. Want vroeger wist je dat pas op dát moment! Nou, wij blij. Daarna vroeg de dokter of ik een kruissteekje of ’n flanelsteekje wou, want er moest nog wat gehecht.

Na uitgebreide bezichtiging ging onze dochter naar de babykamer, ik mocht naar de zaal om eindelijk te slapen en mijn kloris vroeg, praktische man als ie altijd al is geweest, of hij met de dokter mee mocht rijden om thuis te komen en dat mocht. En dat alles gebeurde in de vroege uurtjes van de 14e januari van die deksels koude winter, waarin Reinier Paping de Elstedentocht won.

Buiten is het nu 10 graden……..


Het regent nog steeds daar……

*****’k Had net een mailtje van mijn zus uit Queensland. Ze schreef op mijn vraag of de regen al ophoudt: “Nee, de regen komt nog steeds met bakken uit de lucht. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. In Maroochydore (waar ik eerst woonde) zijn de straten ondergelopen en als ik hier naar buiten kijk, zie ik het water ook voorbij stromen, maar het kan nog weg via de drains. Towoomba (ligt iets meer landinwaarts) had werkelijk een inlandse tsunami. Verschrikkelijk. Tot nu toe zijn er 8 doden, waaronder 4 kinderen en 72 mensen worden vermist. Verwacht wordt dat het aantal doden zal stijgen, want veel auto’s zijn onder water en waarschijnlijk vinden ze daarin ook mensen. De ‘tsunami’ kwam heel onverwacht. Op dit moment loopt Brisbane onder. (Uur hiervandaan). Wij liggen niet laag, maar Towoomba ook niet. Gympie, hier dichtbij ligt ook onder water en er wordt nog veel meer regen verwacht! Heel triest allemaal.”

Tot zover mijn zus, die me ook nog bedankte voor mijn medeleven. Ze zou me op de hoogte houden over de ontwikkelingen. Volgens het nieuws ligt Towoomba in een dal en kwam het daardoor dat ze zo plotseling onder water kwamen. Dus of zus het mis heeft of het ANP, het doet er eigenlijk niet toe. Ze denkt zelf hoog te zitten en hopelijk is dat ook zo en vergist ze zich niet. Het is wel bar en boos daar en rustig slapen zal er wel niet inzitten, maar we hopen er maar het beste van. Internet werkt nog en de smartfoons vliegen de winkel uit daar. Profiteert er tenminste nog iemand van de situatie. Zomer in Australië, ’n lachertje………..


Het gras dat altijd groener is……

Onze tandarts, bij wie we vanmiddag moesten zijn, heeft zoals elke kiezensmid in zijn wachtkamer tijdschriften liggen ter voorkoming van klachten over de wachttijden. Ter lering ende vermaeck doet hij ook nog wat aan de kunst, want hij heeft reproducties van Corneille aan de muur hangen. En dat geeft wel cachet aan de zaak. Die schilder is nog niet zo lang geleden overleden dus dat was wel actueel. Maar dat kan toeval zijn want ik kom er niet drie keer in de week.

Maar om op die tijdschriften terug te komen, aan de samenstelling van die collectie wordt ook aandacht besteed. Er liggen geen Story of Privé, maar bladen die je vaak zelf niet koopt. Doe ik met Story en Privé ook niet, maar dat terzijde. Nee, autobladen voor de mannen en soms dure woonbladen ook. Ik zei het al: kwestie van cachet. En ze zijn ook nog es van recente datum en dat kom je ook niet zo vaak tegen. Omdat ik nog even op mijn man moest wachten die onder de boor lag, keek ik zo’n woonblad even in. Nou, leuk hoor. Je zou, dat staat op het omslag, geïnspireerd moeten worden zo aan het begin van ’t jaar.

Wat ik alleen altijd zo jammer vind is dat de huizen die er in afgebeeld staan nou nooit eens zo’n gewoon huis-tuin- en keukenhuis is, zoals het onze. Zo’n heel gewoon jarenzeventig doorzonhuis. Goed en geriefelijk, hoor, ik ben er heel tevreden mee, maar altijd zijn het huizen met mooie hoge plafonds, woonkeukens en joekels van slaapkamers, waar de bewoonster, want die doet dat meestal, de mannen zijn meer voor het groffe werk als ze het niet uitbesteden aan een aannemer, de beeldigste dingen mee uithaalt. Ze importeert dan en passant ook zelf meubels uit Frankrijk of Engeland of heeft ’n winkel in die richting. Of het huis staat in Denemarken of Zweden waar ze ook heel wat van wonen afweten. Zo leuk om allemaal te bekijken, maar inspireren doet dat me niet. Ik vind het enig voor die mensen en jaloers ben ik ook niet, want over het opruimen en schoonhouden van zo’n huis gaat dat blad natuurlijk niet. Dat is weer een ander tijdschrift.

Ik las vanmiddag ook over hoe je een kleine ruimte geriefelijk kunt inrichten. En dat was ook zo’n appartement, waar een gemiddeld mens niet voor in aanmerking komt of niet kan betalen. Wij brainstormen ook wel eens, hoor, over wat je allemaal nog met en aan ons huis zou kunnen doen. Openslaande deuren naar de tuin en dakkapellen en zo. Maar dat zou heel wat kosten en zulke hersenspinsels ragen we dus snel weg. Bovendien vertelt zo’n woonblad ‘wat er echt niet meer kan’ en alles over de ‘trends’ en de kleuren van dit jaar. Volgend jaar weer andere kleuren natuurlijk. Ja, de economie moet blijven draaien, dat weet ik ook wel. Alleen denk ik tevens: “Dat maken we zelf wel uit.”

Maar weet je, dan komen we na zo’n tandartsbezoek gezellig thuis in ons warme huis, waar de spullen staan waarvan we nog precies weten waar ze vandaan komen en we ze hebben gekocht. En met hoeveel gezucht we ze soms in elkaar hebben gezet. Nee, chic meubilair hebben we niet, dat is voor in de woonbladen. We wonen op een prima plek, hebben gezellige buren, alle voorzieningen in de buurt. Het winkelcentrum gaat zelfs, speciaal voor ons, de klanten, verbouwen, want dat is de trend, hè: verbouwen. Dus wat willen we nog meer? Niks. We doen gewoon aan droogzwemmen……..!


Psychologie van de zeer koude grond……

Het EK allround schaatsen in Collalbo hebben we vanmiddag even gekeken. We kijken altijd alleen maar de kortere afstanden omdat we de lange ook lang vinden duren. De einduitslag horen we dan morgen wel. We moesten ook nog boodschappen doen. We zagen dat Anni Friesinger en Rintje Ritsma als analytici hadden mogen aanschuiven bij de grote Smeets. Ik vind Anni een leuk mens en ook Rintje is niet te versmaden natuurlijk. Als kleinzoon dan, hè. Of is ie daar al te oud voor? Zij hebben er ook echt verstand van. De rijders werden van tevoren allemaal besproken inclusief hun kansen. De commentatoren voor de ritten waren Snoeks en Hersman en die hebben er ook verstand van.

Aan hen werd gevraagd hoe ze dachten over de kansen van Ireen Wüst, want die hadden ze zien trainen. “Nou”, zei Frank “ze zit goed in haar vel, hoor! Ze twitterde er vrolijk op los.” Dat is dus een teken dat het goed met je gaat: je twittert. Het nieuwe criterium: als je twittert is alles in orde met je. Dus zodra iemand niét (meer) twittert moet je je zorgen gaan maken om die persoon.

Ik vond het woord ‘twitteren’ altijd al iets weg hebben van min of meer zinloos kwetteren, zoiets als wat mussen doen als ze bij mekaar in de heg zitten. Niks belangrijks te melden eigenlijk, hetgeen trouwens de voornaamste reden is waarom ik niet twitter. Bovendien: die honderdveertig karakters per keer, daar kan ik niks mee, veel te weinig. Maar toch gaat het ondanks dat alles uitzonderlijk goed met mij, hoor!

Nou ja, als je, zoals Ireen, zin in twitteren hebt vlak voordat je een belangrijke kampioenswedstrijd moet rijden, dan kun je dat ongetwijfeld beschouwen als ’n teken van ontspannen zijn. Kom je dus ooit iemand tegen, die een beetje moeilijk kijkt, dan zou je eerste vraag moeten zijn: “Zeg, twitter jij eigenlijk wel genoeg?”

Coaches en psychologen gaan dit gebruiken in hun behandelingsstrategiën, mark my words………!


Spuiten en slikken…..

We zullen binnenkort toch moeten verhuizen, denk ik. Waarom? Tja, onze buren hebben hun rozen wel eens besproeid met een chemisch anti-luizenmiddel en dat is dus slecht voor onze gezondheid. Met die van hun hebben we natuurlijk niks van doen, daar zorgen ze zelf maar voor. Hoe ik daarop kom? Ik hoorde net in het nieuws dat het bijvoorbeeld héél ongezond is om in de buurt van een boerderij te wonen, want wat die plattelanders allemaal uithalen met hun gewassen, nou, dat wil je niet weten! Hele dorpsgemeenschappen zijn ze bezig uit te roeien. O, ik word zo iebelig van zulke berichten, hè! We worden steeds ouder, maatschappelijk gezien ’n behoorlijk probleem, als ik het goed begrepen heb, en nou dóen die boeren er wat aan en dan is het wéér niet goed!

Wij haalden vroeger ons fruit nogal eens bij een kweker vlak bij ons werk. Hij had zijn boomgaarden op de gronden van de Kroondomeinen. Onze gebouwen keken er op uit. Hij stond er om bekend, dat hij zijn vruchtbomen niet bespoot. Met water als het dreigde te gaan vriezen in het voorjaar, om de bloesem te beschermen, maar niet met bestrijdingsmiddelen. Veel mensen vonden dat ’n goed idee en reden vaak even het laantje van Margriet en Pieter in om hun appels en peren bij die kwekerij te gaan halen.

Dan kon het natuurlijk gebeuren, dat je, als je thuis kwam, er een appel tussen had zitten, die inwoning had van ’n worm. Die was wel meegewogen dus je had ‘m nog betaald ook. Maar ik vond dat altijd wel wat hebben. Zo echt ‘terug naar de natuur’. Of die fruitteler het vol heeft kunnen houden om z’n bedrijf onbespoten voort te zetten weet ik niet, want ik kom nooit meer in de buurt.

En ik weet dus niet of de economie de overhand heeft gekregen. Want dáárom worden er in de land- en tuinbouw bestrijdingsmiddelen gebruikt. Omdat wíj van die mooie kropjes sla willen hebben, mooie gave tomaten (waar geen smaak meer aan zit trouwens) en superspruitjes. Ik kwam vroeger nog wel es in zo’n reformwinkel, waar ze ook groente verkochten. En wat waar is, is waar: het zag er niet uit. Ja, onbespoten, dat wel. Dus mensen, het is gewoon kiezen of delen: bespoten of onbespoten oud worden. Ach, ik ben toch al aan de pillen dus ik zie het allemaal wel……..


De betekenis van ‘relaxed’…….

‘k Had weer een mailtje van m’n zus. Het is in hun buurt (nog) helemaal droog gebleven, zodat ze gewoon boodschappen kunnen doen en naar het postkantoor voor postzegels. Ze had net het huis gestofzuigd met haar nieuwe stofzuiger en had het over dat contrast: dat er mensen zijn die helemaal niks te stofzuigen meer hébben. Hoe bizar dat is en de dankbaarheid overheerst dus wel.

Economisch is ’t een enorme klap, vertelde ze. Boeren zijn voor de tweede keer dit jaar hun hele oogst verloren en dat gaat heel Australië merken aan de prijzen. Ook in andere sectoren. En een stad als Rockhampton, die ze goed kent, was altijd al welvarend, maar is dat nu toch wel erg letterlijk! Er zijn erg trieste verhalen ook van mensen die hun huis, hun inboedel, maar ook onvervangbare dingen als foto’s en erfstukken kwijt zijn.

We zagen gisteren op tv twee vrouwen geïnterviewd worden. “Nee, we kunnen nog niet naar huis, maar we maken er het beste van. We helpen in het hotel waar we zitten en vanmiddag gaan we zandzakken vullen, want die zullen nodig zijn. Wel relaxed, hoor!” Ze lachten erbij als een paar schoolmeiden op vakantie. Zoiets moet in je genen zitten. Want ik neem aan, dat ze nog wel het een en ander voor hun kiezen zullen krijgen als ze daadwerkelijk te zien krijgen wat er van hun huis over is. Maar ze maakten zich geen zorgen voor die tijd, zeiden ze. “We zien het wel”. Je moet het kunnen zo. Maar ondertussen ben ik wel blij voor haar dat het bij mijn zus nog écht relaxed is.

Vanmiddag trof ik een Apeldoornse mevrouw, die niet zo relaxed was. Na het boodschappen doen in de supermarkt had ik mijn spullen gescanned, de band had ze keurig onder het poortje doorgeschoven, maar toen ik ze aan het eind van de band in de tassen wilde doen, bleken daar de boodschappen van de vorige scanner nog te liggen. Die mevrouw had ze van de band afgeschoven en was eerst gaan afrekenen, vóórdat ze de boel inpakte. De band zelf was leeg dus die schoof de nieuwe boodschappen natuurlijk door.

De vrouw kwam aanstuiven en zei boos: “U zag toch zeker wel, dat er boodschappen lagen? Even wachten kan óók, hoor!!”. Ze was kwáád! Ik probeerde haar duidelijk te maken, dat je aan de kant van de verhoogde scanner niet goed kan zien of er wat ligt, ook omdat je er niet op rekent als de band gewoon loopt en de kassa het doet. In het geval dat er iets op de band ligt staat er “bezet” op de kassa. Haar volgorde van handelen was gewoon verkeerd. Je pakt eerst in en rekent daarna af. Je houdt dan geen plek bezet en dat is wat socialer.

Nou, ík was de a-sociale met mijn gedram, zei ze. Ik heb haar heel relaxed haar spullen laten inpakken, want ik hóef helemaal niet te drammen. Ik heb alle tijd. Vooral voor opgewonden onrielekste vrouwen. Ach gossie, en haar jaar moet nog beginnen…….


It’s a bit wet, mate….!

We waren ’n beetje ongerust over mijn Australische zus. Ze woont in Queensland aan de Sunshine Coast, maar van die sunshine was de laatste tijd niet zoveel te merken. Nadat ik haar ’n mailtje had gestuurd beantwoordde ze dat gelukkig meteen met de mededeling, dat ze mazzel hadden gehad, wel heel veel regen hadden gehad en niet de weg op hadden gekund, maar dat het huis droog was gebleven. Dat is voor duizenden mensen daar niet het geval. Die zitten in opvangkampen, motels en allerlei andere locaties en weten niet hoe ze bij terugkeer hun huis of wat daarvan over is aan zullen treffen.

Achteraf vond ik het vreemd, dat het hier eigenlijk pas sinds een paar dagen tot het belangrijker nieuws wordt gerekend. Overstromingen die een oppervlak beslaan van Duitsland en Frankrijk samen! Een ramp van Bijbelse omvang, zegt de premier. Nou, dan is het zo. Mijn zus zegt, dat ’t komt doordat de Australiërs eerst zelf heel praktisch aan de slag gaan en niet afwachten waar een ander mee komt. “Zo zitten ze hier in elkaar”, zegt ze.”Er is veel gemeenschapszin en ook wel veel sociale controle. Maar je hebt niet speciaal ’n watersnood of een brand nodig om dingen snel georganiseerd te krijgen. Ook de overheid is best snel.”

Ik heb nu verder nog niks van haar gehoord, want ze hebben andere dingen aan hun hoofd daar en er is gewaarschuwd voor nog meer regen. Ik was blij met haar berichtje, hoor! Je zit toch niet naast de deur. Ik heb ze toch maar een happy newyear gewenst en eens nagedacht over wat erger is: ’n beetje sneeuwruimen, een trein die te laat is of een megawateroverlast die bakken modder en troep oplevert en waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Hopelijk blíjft zus het droog houden………..


Even niets meer aan toe te voegen!


Gewoon de beste……

Grappig, hè, al die nieuwe namen bij de schaatsers! Dat is echt wennen, maar het is de nieuwe generatie die er aan komt. Dat feit krijgt nog eens extra de nadruk nu Marianne Timmer is gestopt. Ja, ze had griep gehad, dat is natuurlijk zo, maar ze was gewoon niet goed genoeg. Als je ouder wordt ben je maar niet zo weer de oude. ( Vertel mij wat, zeg en ik schaats niet eens!) Maar ze wordt trainster en dat is een heel goed idee, want ze kan natuurlijk wel doorgeven hoe het allemaal moet, daar weet ze alles van.

Ik heb me wel verschrikkelijk geërgerd aan de sportjournalist die in de krant schreef dat Wouter Olde Heuvel wat eenvoudiger had kunnen winnen doordat Sven Kramer er niet bij was. De overwinning wordt zo wel gedevalueerd en dat vind ik grote onzin. Waarom wordt dat er bij gehaald? Kramer was gewoon niet goed genoeg, wist dat en daarom deed ie niet mee, makkelijk zat. Trouwens, hij moet de scheur in z’n pak nog repareren, want dat zie ik zo’n geëmancipeerd tiepje als Naomi niet zomaar doen.

Maar Wóuter is de beste, punt uit. Ja, én Marrit natuurlijk………


Taal noch deken…..

Wie zou zoiets nou bedenken? Zo’n woord als ‘snelheidsdeken’? Niet, dat ik het een verkeerd woord vind, hoor, want het dekt letterlijk af wat ze ermee bedoelen. Je kunt je er iets bij voorstellen. Maar hoe onstaat zo’n woord? Gewoon op de werkvloer bij die centrale verkeersdienst of is er een taalkundige die in een vergadering het begrip ‘snelheidsdeken’ te berde brengt? Dat zou ik best eens willen weten. En blíjft zo’n woord dan opgeslagen in de annalen om gebruikt te worden als het weer van toepassing is of ebt het weg zoals zoveel van die woorden, die éven ’n actueel tintje hebben. Het kan niet gebruikt als er niet over het hele land een deken ligt, want plaatselijk heb je een plaid nodig en ‘snelheidsplaid’ krijg je er natuurlijk niet door als woord.

Maar dat taalgeknutsel is eigenlijk ook wel heel erg leuk en creatief. ‘Dopingbiechten’ was destijds ook zo’n woord, dat werd gebruikt toen ineens al die wielrenners in tranen gingen bekennen dat ze dat spul gebruikt hadden. Hoor je niet meer, dat woord. Maar ‘lokfiets’ en ‘gedoogregering’ komen ook vast niet in het woordenboek. Het woord ‘taalgeknutsel’ trouwens ook niet………